Tickets
Shop
NK Clubs 26 sep 2022

Op weg naar het NK Clubs: IJsclub Haarlem e.o.

Komende zaterdag wordt er in Thialf voor de vierde keer om het Nederlands Kampioenschap Clubs gestreden. Veertien verenigingen duelleren dan met elkaar in een uniek langebaantoernooi over verschillende afstanden, en zetten daarbij hun jeugd én senioren in. Schaatsen.nl besteedt tot 1 oktober dagelijks aandacht aan een van de deelnemende clubs. Vandaag deel 10: IJsclub Haarlem e.o.

Foto : Neeke Smit

Negen afleveringen lang zijn er NK-deelnemers, coaches, trainers en noem maar op de revue gepasseerd in de opbouw naar de grote ‘clash der clubs’. Geen toernooi kan echter doorgaan zonder… de reserves! Je bent erbij als schaatser, maar normaal gesproken verschijn je niet op de startlijn en daarom lijkt het een te verwaarlozen rol. Des te meer reden om in te zoomen op de 17-jarige Jesper van Mieghem. Het fanatieke lid van IJsclub Haarlem heeft 39,12 seconden op de 500 meter staan als persoonlijk record, reed 1.17,69 op de dubbele sprint, is nog net niet onder de twee minuten gedoken op de 1500 meter (2.00.16) en hij beseft dat zijn drie kilometer vast nog veel sneller kan dan de 4.16,43 die nu achter zijn naam is genoteerd. Wie echter jong is, heeft nog een hele toekomst voor zich. En wie goed luistert naar deze hbo-student ict, hoort een bevlogen schaatser uit de baanselectie van Haarlem die pas glundert wanneer hij ooit zijn olympische droom in vervulling ziet gaan…

In 2021 was je ook reserve bij het NK Clubs. Dat is een even waardevolle als vervelende rol (want je komt normaal gesproken dan niet toe aan schaatsen). Deze keer ben je opnieuw reserve, al is dat wat minder vanzelfsprekend gegaan, want je moest worden overgehaald.
Jesper van Mieghem lacht. “Dat klopt. Verleden jaar zat ik aan de kant. Er werd als bijprogramma van het NK een wedstrijd georganiseerd voor de reserverijders van alle clubs, maar ik werd uitgeloot omdat er niet voldoende startplekken waren. Ik was er dus voornamelijk voor de gezelligheid. Dat was een beetje jammer. Deze zomer kreeg ik weer een appje met de vraag: ‘Wil je reserve zijn?’ Ik heb er goed over nagedacht, had eigenlijk niet zo’n zin opnieuw voor niets naar Thialf te gaan. Vervolgens ontving ik het veelbelovende bericht dat ik deze keer sowieso zou mogen meedoen aan de race voor de reserves. Ik ga nu niet voor niets.”

Jesper van Mieghem reed afgelopen zaterdag enkele trainingsraces in Thialf. De 'generale' verliep niet helemaal goed, maar als de reserve van Haarlem zaterdag aan de bak moet, zal-ie er staan. Beloofd! | Foto : Neeke Smit

De reserverol kan uiterst waardevol zijn, maar net zo ondankbaar. Deelnemers aan het NK, niemand uitgezonderd, zeggen dat ze het een eer vinden de naam van de club hoog te houden. Als reserve zul je dat anders beleven.
“Het is altijd leuk gevraagd te worden, want het is ook een seintje dat men aan je denkt. Je wordt niet zomaar gevraagd. Bij Haarlem zijn er veel jonge, talentvolle schaatsers, in principe is de keuze groot. Op een of andere manier doe je het toch goed wanneer je de uitnodiging krijgt. Ik heb de pech dat ik Mats van den Bos en Freek van der Ham altijd voor me heb zitten… Dat is balen, maar ik ben tegelijkertijd blij dat ik voor Mats reserve sta. Dan zit je er dichtbij.”

Hebben jullie het onderling over deze wedstrijd?
“Het NK Clubs is een gave wedstrijd om te rijden, maar anders dan het NK individueel dat het grote doel van me is, samen met mooie pr’s rijden. Er komt zaterdag niet veel spanning bij kijken, omdat we bij de senioren niet veel grote profs hebben en het daardoor moeilijk wordt de titel te grijpen. Na de ronden voor de pupillen en de junioren stonden we er afgelopen jaar redelijk voor; toen de senioren aan de beurt waren, vielen we wat terug.”

Vorig jaar greep Haarlem net naast een podiumplek door als vierde te eindigen. Hoe heb je dat beleefd? Zat je je te verbijten op de tribune of het middenterrein, hopend op een invalbeurt omdat iemand toch niet kon starten of z’n of haar schaatsen was vergeten?
“Ik heb het redelijk gezellig gehad met de mensen van de club. Veel aanmoedigen. De sfeer op het NK Clubs is lachen, voor de meesten is het de eerste keer of bijna een van de eerste gelegenheden dat ze weer op het ijs staan. Het is allemaal nog niet zo serieus als verderop in het seizoen, wanneer het ieder voor zich is en puur de focus op de wedstrijd is gericht.”

Jesper van Mieghem: 'Als reserve hoef je niets speciaals te doen. Je krijgt vanzelf te horen of je moet starten.' | Foto : Neeke Smit

Als reserve hoef je niets speciaals te doen?
“Nee, je krijgt vanzelf te horen of je in actie moet komen. Daarnaast moet je jezelf zien te vermaken en is het sfeer proeven.”

Ben je dan reserve op alle afstanden tijdens het NK?
“Ik ben dit jaar stand-in voor de heren-junioren, die de 1000, 1500 en 3000 meter rijden.”

Wat is jouw beste discipline?
“Ik dacht vorig seizoen dat de drie kilometer me het best zou liggen, maar na deze zomer denk ik dat ik meer in de richting van de sprint ga. Er is veel veranderd in mijn lichaam. Ik heb acht kilo meer aan spieren gekregen, waardoor het wat meer zoeken wordt. Dit is een hele switch. Ik hoop op de 1000 meter, dat vind ik de leukste sprintafstand. Helemaal zeker ben ik niet, omdat ik me nog volop ontwikkel. Volgens mijn trainer Peter van der Rol Brouwer maak ik makkelijk spiermassa aan, wat erop wijst dat ik meer aanleg heb voor sprinten. Het wordt afwachten. Spannend!”

Hoe ziet een doorsnee trainingsweek eruit?
“Op maandag heb ik ’s morgens online schoollessen en in de middaguren fysiek les. Daarna ga ik meteen door naar trainingen in het Amsterdamse Bos. Dinsdag heb ik overdag school en ’s avonds krachttraining, maar probeer ik voor schooltijd een rondje hersteltraining op de fiets te rijden. Op woensdag heb ik een andere landtraining, donderdag is het skeeleren of fietsen (meer op snelheid gericht), en vrijdag is het een rustdag. Meestal pak ik dan toch een fietsritje mee of voer ik wat core stability-oefeningen uit. De zaterdag wordt gebruikt voor skeeleren en ’s avonds is er krachttraining; de zondag is of een rustdag, of ik maak een duurrit op de racefiets van twee, tweeënhalf uur.”

Even een moment van poseren met 'die brede' zoals zijn schaatsmaten hem noemen. Links van Jesper staat Matthé Pronk, Mats van den Bos zit en rechts staat Nick Luijten. | Foto : Neeke Smit

Dat klinkt als erg veel.
“M’n ouders vragen ook weleens of ik niet te veel train. Dat is niet het geval. Peter geeft al zo lang training en weet waar hij het over het heeft hoor.”

Als ik de opsomming hoor, lijkt me dat je sociale leven er wat bij inschiet, hè.
“Nou, de meeste vrienden doen ook aan schaatsen, die zie ik dan bij de trainingen. Andere vrienden tref ik op school of in de sportschool. Van feesten ben ik niet zo. Dat is niet voor mij weggelegd.”

De grootste enthousiastelingen die nog niet op de thuisbaan terecht kunnen, uitwijken naar Thialf of Inzell om daar op het zomerijs te kunnen trainen. Hoe is dat bij jou?
“Er was in augustus drie weken zomerijs in Thialf waar ik vijf of zes keer naartoe ben gegaan. M’n ouders brachten me vroeger nog weleens. Nu zeggen ze: ‘Je neemt de trein maar naar iemand van je team en van daaruit verder’, dus dat heb ik gedaan. Het schaatsen kost onderhand allemaal best wat geld. Zo wil ik voor deze winter nieuwe schaatsen kopen. Voor een paar schoenen van het merk Rebel ben ik 1050 euro kwijt. Ik moet maar eens gaan uitkijken naar sponsors, want het wordt anders wat duur.”

Opnieuw reserve, Jesper kan ermee leven. Sterker nog: het is voor hem een teken dat hij goed bezig is met zijn sport. | Foto : Neeke Smit

Naam vereniging: IJsclub Haarlem
Opgericht in: 1869
Aantal leden: ongeveer 900
Bekende (oud-)schaatsers: Yvonne van Gennip, Brigt en Bjarne Rykkje, Edward Hagen, Fausto de Marreiros, Isabelle van Elst, Esther Kiel, Jeroen Janissen
Uitslagen op NK Clubs: 7e in 2018, 10e in 2019, 4e in 2021


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan