Tickets
Shop
Nieuws 11 sep 2021

Hoe is het met Piet Kleine? 'Had liever in een andere tijd topsporter willen zijn'

In de serie 'hoe is het met' gaan we langs bij oud-schaatsers om te kijken hoe het nu met ze is en wat ze tegenwoordig doen. Voor het 21e verhaal in deze serie gaan we langs bij Piet Kleine, die – na zo'n 41 jaar bij de post te hebben gewerkt – geniet van zijn pensioen. "Schaatsen doe ik alleen nog met mijn kleinkinderen."

Foto : Martin de Jong

Naam: Piet Kleine
Geboorteplaats: Hollandscheveld
Geboortedatum: 17-09-1951
Hoogtepunten: Olympisch goud op de 10 kilometer en wereldkampioen allround
Stopte met schaatsen in: 1981 (langebaanschaatsen) en 2001 (marathonschaatsen)
Burgerlijke staat: Woont samen met zijn vrouw in Kerkenveld. Hebben samen twee kinderen en vijf kleinkinderen

Piet, hoe gaat het ermee?
"Goed! Ik ben inmiddels alweer een paar jaar gepensioneerd, maar ik heb het op mijn manier nog altijd hartstikke druk met allerlei dingetjes. Zo heeft mijn vrouw vorig jaar november een pees aan de knieschijf afgescheurd, waardoor ik een aantal maanden fulltime mantelzorger was. Gelukkig gaat het langzaamaan weer een stuk beter met haar."

Hoe kom je de dagen tegenwoordig door?
"Er blijven altijd wel dingen liggen, zoals klusjes rondom het huis. Verder zit ik regelmatig op de fiets en sla ik eens in de zoveel tijd een balletje op de tennisbaan. Nee, ik heb me nog geen moment verveeld."

Passen jullie ook wel eens op de kleinkinderen?
"Heel af en toe als het een keer uitkomt. De jongste is nu vier en de oudste is dertien, de rest zit daar tussenin. De kinderen van mijn dochters kant doen aan schaatsen, al is er eentje (van de drie) inmiddels afgehaakt. Voor mij maakt het niet zoveel uit of ze nou handballen, korfballen of schaatsen, zolang ze er maar plezier in hebben."

Kun je vertellen hoe je leven eruit zag vóórdat je met pensioen ging?
"Ik heb 41 jaar bij de post gewerkt en heb dat altijd met heel veel plezier gedaan. Natuurlijk heb ik mezelf weleens afgevraagd: is het niet tijd om eens een keer wat anders te gaan doen? Maar ik vond het wel goed zo. Ik was iemand die graag buiten wilde zijn, al vond ik het niet echt prettig als het buiten heel erg koud was. Ik kon namelijk heel slecht tegen kou, haha."

Hoe kwam je op het idee om bij de post te gaan werken?
"Na de Olympische Spelen van 1976 begon ik na te denken over waar ik eventueel zou willen werken en toen kwam ineens de post in beeld. Ik wilde wat zekerheid en koos ervoor om daar aan de slag te gaan. Het verveelde nooit, al vond ik het binnenwerk 's ochtends wel wat minder, maar dat hoorde er nou eenmaal bij."

Verlang je nog wel eens terug naar het topsportleven?
"Nee, absoluut niet, al vond ik het wel een hele mooie tijd. Jammer genoeg werden er in mijn tijd maar een paar wedstrijden per jaar georganiseerd, waardoor ik me niet echt kon specialiseren op het langere werk. Wat dat betreft had ik wel graag in een andere tijd topsporter willen zijn."

Volg je het schaatsen nog actief?
"Ja, ik volg het zo veel mogelijk via de televisie met een glaasje wijn ernaast. Naar Thialf ga ik niet vaak; de weinig keren dat ik ben geweest, zat ik vaker op het scherm te kijken dan naar de baan."

Heb je nog contact met mensen uit de schaatswereld?
"Niet zoveel, daar blijft maar weinig van over. Zo nu en dan fietsen we met een groepje en dat vind ik dan ook wel weer leuk. Met Jan Bols heb ik soms nog contact: wij zijn met z'n tweeën bezig geweest om een ijsbaan in Hoogeveen te krijgen. Verder spreek ik Lammert Huitema nog regelmatig."

Schaats je zelf nog?
"Áls ik schaats, doe ik dat met m'n kleinkinderen, dat vind ik hartstikke mooi! In m'n eentje ga ik niet meer, die tijd heb ik wel gehad. Bovendien werkt mijn knie ook niet echt meer mee."

Wat zijn, als je terugkijkt op je carrière, je hoogtepunten geweest?
"De Olympische Spelen van 1976 en het WK Allround in 1976 springen er voor mij ver bovenuit. Wat ik me van die Spelen in Innsbruck kan herinneren, is dat het tijdens de 10 kilometer de hele tijd sneeuwde. Omdat ze niet konden dweilen, stonden ze de hele dag te schrapen en te schuiven. Ik zat in de laatste rit en zag dat ik met een paar ronden te gaan drie seconden voor lag op Sten Stensen, die op dat moment eerste stond. Het ging heel makkelijk, ik had geen moment het idee dat ik het niet zou gaan redden. Toen ik over de streep kwam, leek ik misschien niet uitbundig, maar vanbinnen was ik superblij!"

Bij de Spelen van Lake Placid moest je je olympische titel op de 10 kilometer afstaan aan Eric Heiden. Kon je daarmee leven?
"Ja, meer zat er gewoon niet in. Ik was allang blij dat ik nog als tweede eindigde. Natuurlijk ging ik voor goud op de 10 kilometer, maar toen ik de tijd van Eric Heiden probeerde aan te vallen, ging ik helemaal op een hoop. Niet één keer, maar twee keer! Nou, dan is een 10 kilometer zwaar hoor!"

Wat was je dieptepunt?
"Het hele seizoen na de Olympische Spelen was een groot dieptepunt. Het seizoen begon op zich nog wel aardig, maar vanaf de IJsselcup ging het alleen maar slechter. Nu ik er zo op terugkijk, denk ik dat ik overtraind was, maar dat onderkende ik op dat moment niet. Ik was gewoon op en in plaats van rust te nemen ging ik maar door. Dat is de aard van het beestje. Je denkt: hoe meer ik doe, hoe beter het is. Tegenwoordig wordt alles veel beter gemeten en onderzocht, jammer genoeg was dat toen niet zo."

Kwam er na die Spelen ook niet gewoon heel veel op je af?
"Ja, daar heb ik wel mee leren om moeten gaan. Je wil het verwachtingspatroon dat je zelf maakt, en ook van buitenaf voelt, waarmaken. Als dat dan niet lukt, kom je in een negatieve spiraal terecht. Zelfs zo erg dat ik me in die tijd bijna ziek heb gevoeld."

Na je langebaancarrière heb je nog een aantal jaar op hoog niveau gefietst. Hoe kijk je daarop terug?
"Daar heb ik enorm van genoten. Ik zat in de nationale selectie van de 100 kilometer ploegentijdrit, maar op een gegeven moment moest ik een keuze maken tussen wielrennen en schaatsen. Omdat ik schaatsen een eerlijkere sport vond, koos ik voor schaatsen. Soms denk ik nog weleens: hoe zou het gegaan zijn als ik voor het wielrennen had gekozen?"

Na het fietsen ging je weer terug naar het ijs. Hoe kijk je terug op je marathoncarrière?
"Met een heel fijn gevoel! Hoewel ik niet echt een marathonschaatser was (qua snelheid kwam ik vaak te kort) is het me toch gelukt om Nederlands kampioen te worden. Ik heb ook vaak voor anderen gereden en dat vond ik net zo mooi om te doen. Wat dat betreft heb ik wel echt genoten van het tactische spelletje van de marathons."

Je hebt deelgenomen aan de Elfstedentocht van 1997. Hoe heb je deze dag ervaren?
"Het was mooi om een keer meegemaakt te hebben, al vond ik het jammer dat mijn prestatie een beetje ondersneeuwde door dat geouwehoer over die stempel. Het zat zo: we hadden in het begin van de wedstrijd de wind in onze rug en waren daardoor een stuk sneller bij de eerste stempelposten. Omdat de verlichting op dat moment nog niet goed was, zag ik blijkbaar een stempelpost over het hoofd. Toen ik vervolgens achterom keek en niemand zag, besloot ik te wachten op de rest. Later hoorde ik in de auto dat ik uit de uitslag was geschrapt. Dat vond ik niet terecht. Als ze vonden dat ik écht fout zat, hadden ze me meteen uit de koers moeten halen."

Heb je het Elfstedenkruisje uiteindelijk nog gekregen?
"Heel toevallig kwam ik tijdens het sorteren van de post een brief van de Elfstedenvereniging tegen waar het Elfstedenkruisje in zat. Ik weet niet of ik hem zelf zag of dat ik hem in handen kreeg gedrukt van een collega, maar ik heb die brief meteen retour gedaan. Ik hoefde hem niet meer, had er bovendien al eentje gekregen van een man uit Amsterdam die zo'n medelijden met me had."

In 2001 zette je een punt achter je carrière. Vond je het toen mooi geweest?
"Ik had voor mezelf in de kop: ik wil niet als 50'er nog in het A-peloton rijden. Toen ik stopte, was ik nog net 49 en hoewel ik in mijn laatste seizoen nog heel goed reed, had ik na elke wedstrijd bijna een week hersteltijd nodig. Op een gegeven moment houdt het gewoon op."

Wat is het mooiste wat je aan de sport hebt overgehouden?
"Mensenkennis, daar heb ik heel veel profijt van gehad in het dagelijks leven. De ervaringen die je opdoet en de verschillende karakters die je tegenkomt, had ik anders nooit gehad."

Bekijk hier de andere verhalen met de oud-schaatsers:
1. Hoe is het met Beorn Nijenhuis? 'Onderzoek naar de zwabbervoet intrigeert me'

2. Hoe is het met Gretha Smit? 'Heb het prachtig gehad als topsporter'
3. Hoe is het met Jochem Uytdehaage? 'Het is een voorrecht om te mogen sporten'
4. Hoe is het met Annamarie Thomas? 'De sportdiscipline van toen is helemaal weg'
5. Hoe is het met Simon Kuipers? 'Het waakvlammetje is een grote vlam geworden'
6. Hoe is het met Natasja Bruintjes? 'Ik had tijd nodig om tot mezelf te komen'
7. Hoe is het met Hilbert van der Duim? 'Ik hield wel van een lolletje'
8. Hoe is het met Tonny de Jong? 'Ik wist dat ik hier niet van mijn naam kon leven'
9. Hoe is het met Gianni Romme? 'Blij dat ik olympische dip heb meegemaakt'

10. Hoe is het met Barbara de Loor? 'Hartoperatie heeft me veel gebracht'
11. Hoe is het met Falko Zandstra? 'Ik had daar olympisch goud moeten winnen'
12. Hoe is het met Annette Gerritsen? 'Mijn carrière is een mooie leerschool geweest'
13. Hoe is het met Stefan Groothuis? 'Het schaatsen beheerst mijn leven niet meer'
14. Hoe is het met Renate Groenewold? 'Heb mezelf te weinig belangrijk gemaakt'

15. Hoe is het met Erik Hulzebosch? 'Ik hoef niet altijd meer herkend te worden'
16. Hoe is het met Carla Zijlstra: 'Heb het gevoel dat ik mensen gelukkig kan maken'
17. Hoe is het met Hein Vergeer? 'Afscheid nemen van de sport was niet moeilijk'
18. Hoe is het met Leo Visser? 'Olympisch goud had mijn leven niet anders gemaakt'
19. Hoe is het met Moniek Kleinsman? 'In de politiek kan ik iets voor de sport betekenen'
20. Hoe is het met Margot Breider-Boer? 'Vind het wel fijn om in de luwte te blijven'


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan