Tickets
Shop
Nieuws 14 mei 2021

Hoe is het met Erik Hulzebosch? 'Ik hoef niet altijd meer herkend te worden'

In de serie 'hoe is het met' gaan we langs bij oud-schaatsers om te kijken hoe het nu met ze is en wat ze tegenwoordig doen. Voor het vijftiende verhaal in deze serie gaan we langs bij Erik Hulzebosch, die in de luwte geniet van zijn vrijheid. "Als ik alles mocht overdoen, had ik het rustiger aan gedaan."

Foto : Martin de Jong

Naam: Erik Hulzebosch
Geboorteplaats: Anerveen
Geboortedatum: 17-06-1970
Hoogtepunten: Won twee keer de Alternatieve Elfstedentocht, drie keer het Open NK Marathon, één keer het NK op natuurijs en één keer het NK op kunstijs (bij de B-rijders). Ook werd hij tweede tijdens de laatste Elfstedentocht. Op de skeelers was hij één keer de beste op het WK en won hij twee keer de Heineken Skeelerrace over 200 kilometer
Stopte met schaatsen in: 2010
Burgerlijke staat: Woont samen met zijn vrouw Jenita Hulzebosch-Smit en dochters Anna (19) en Saar (14) in Loozen

Erik, hoe is het met je?
"Goed, heel goed! Door de coronapandemie liggen mijn werkzaamheden op dit moment een beetje stil, maar om eerlijk te zijn vind ik dat helemaal niet zo erg. Ik heb jarenlang de wind in de zeilen gehad, dus dat het nu even wat rustiger is, komt me eigenlijk wel goed uit. Misschien heb ik het de afgelopen jaren ook wel iets te druk gehad."

Kun je vertellen waar je allemaal zo druk mee bent geweest?
"De Elfstedentocht heeft mijn leven enorm veranderd, dat is bijna niet uit te leggen. Er kwam zo verschrikkelijk veel op me af dat ik in 1997 ben gestopt met mijn werk als kraanmachinist en voor mezelf ben begonnen. Op een gegeven moment word je een bekende Nederlander en word je overal voor gevraagd. In 2007 deed ik mee aan het televisieprogramma 'So You Wannabe a Popstar' en nadat ik deze zangcompetitie wist te winnen, kreeg ik in een paar weken tijd honderden boekingen. Het werd helemaal een hype en iedereen wilde me ergens voor inhuren: de ene week trad ik op bij een opening van een zaak en de andere week was ik actief in een feesttent. Ik mocht zelfs een keer in Bosnië optreden voor de militairen, dat was een hele ervaring."

Wat deed je naast het zingen nog meer?
"Sjonge jonge, als ik er zo op terugkijk, was het bijna niet te doen: ik gaf lezingen, maakte reclame voor bedrijven, was presentator bij een festival in Hillegom en had een eigen televisieprogramma op RTV Oost. Ik deed eigenlijk alles, ging alleen niet in mijn blote kont staan. Ik had zoiets van: als ik het nou kan of niet, ik ga het gewoon doen. Het hoorde bij m'n werk, ik kon er goed mee verdienen en had er altijd veel plezier in. Natuurlijk moet je er wel een bepaald type voor zijn, want je staat continu in de belangstelling. Ik kan me dan ook heel goed voorstellen dat er mensen zijn die zeggen: dat ga ik nooit van mijn leven doen."

Kon jij goed met die aandacht omgaan?
"Ja, ik vond het nooit zo erg, het hoorde er gewoon bij. Als mensen mij herkenden en met me op de foto wilden, liep ik daar nooit voor weg. Dat doe ik nog steeds niet hoor, maar eerlijk gezegd vind ik het ook wel een keer mooi geweest. Ik wil weer gewoon over straat kunnen lopen als Erik Hulzebosch en niet als die marathonschaatser die tweede werd in de Elfstedentocht. De laatste tijd merk ik dat dat veel beter gaat. Als ik nu met mijn vrouw en kinderen een weekendje wegga, word ik al veel minder aangesproken dan voorgaande jaren. Dat is wennen, maar het voelt erg lekker."

Je telefoon staat in de winter vast roodgloeiend?
"Als er natuurijs ligt, wil je niet weten wat er hier gebeurt. Alle programma's willen je hebben en willen ervoor betalen, dat gaat helemaal nergens over. Ik vraag me alleen af welke toegevoegde waarde ik nog heb. Ik heb natuurlijk ontzettend veel te danken aan de Elfstedentocht, maar na 24 jaar is het tijd voor een andere generatie. Ik hoef niet altijd meer herkend te worden en dat is de reden dat ik bijna nooit meer op televisie te zien ben. Maar mocht er ooit nog een Elfstedentocht komen, kan ik me voorstellen dat ik wel een keer aanschuif."

Hoe kom je je dagen tegenwoordig door?
"Ik mag graag fietsen. Meestal ga ik twee keer per week met Jenita en haar zus Gretha Smit het bos in om te mountainbiken. Verder geef ik heel soms nog wat online lezingen, verhuur ik wat onroerend goed en investeer ik links en rechts in wat dingetjes. Als corona voorbij is, zal ik waarschijnlijk weer wat meer gaan optreden en lezingen gaan geven."

Is het niet vreemd om van het ene op het andere moment werkloos te zijn?
"Het is maar net hoe je ernaar kijkt. Als ik alle uren bij elkaar optel, heb ik misschien al genoeg werkuren gemaakt. Het is sowieso wel raar dat ik van het marathonschaatsen, wat een hele kleine sport is, mijn brood heb kunnen verdienen. Dat kunnen er weinig zeggen. Aan de andere kant heb ik er heel hard voor moeten werken om dit voor elkaar te krijgen."

Mis je het topsportleven nog weleens?
"Ik ben er te nuchter voor om het te missen, maar het was wel een machtig interessante en leerzame tijd. Ik ben op mijn veertiende begonnen en op mijn veertigste gestopt: veel eerder had ik niet kunnen beginnen en veel later had ik niet kunnen stoppen. Wat dat betreft heb ik er het maximale uitgehaald."

Kijk je nog weleens beelden terug van vroeger?
"Nee, dat interesseert me niet zoveel meer. Ik heb heel veel mooie schaatsjaren gehad, maar het boek is dicht en het is helemaal goed zo. Sommige mensen vragen mij weleens hoe vaak ik Nederlands kampioen ben geworden, maar dat vind ik niet zo belangrijk meer. Ik ben er niet de persoon naar om dat van de daken te schreeuwen."

Is er een prestatie die je heel erg is bijgebleven?
"Ik ben niet zo gauw trots op mijn prestaties, maar als ik dan toch iets moet noemen, zeg ik de Heineken Skeelerrace in 1988. Ik was net 18 jaar, zat nog in de militaire dienst en kon moeilijk vrij krijgen om te trainen. En 200 kilometer is een eind hoor, zeker op skeelers, dus dat ik deze wedstrijd als 18-jarige won en daarmee Dries van Wijhe, mijn grote voorbeeld, opvolgde, maakt me best wel een beetje trots. Met Dries heb ik trouwens nog af en toe contact."

Op je 14e deed je al mee aan de Elfstedentocht. Hoe zat dat precies?
"Om eerlijk te zijn, had ik op die leeftijd nog nooit van de Elfstedentocht gehoord. De laatste was in 1963, maar toen was ik nog niet geboren. Mijn vader vertelde me over de charme van de Tocht en dat je minimaal 18 jaar moest zijn om hem te rijden. Omdat mijn broer die dag werd opgeroepen voor een militaire oefening, kon ik onder zijn naam de Elfstedentocht rijden. Mijn vader zei: 'Dat haal je nooit', maar ik slaagde erin om de finish te halen. Sindsdien heb ik het marathonschaatsen niet meer losgelaten."

Op je 26e reed je je tweede Elfstedentocht en werd je tweede achter Henk Angenent. Had je ooit kunnen denken dat die ene Tocht je zoveel zou brengen?
"Die Elfstedentocht heeft me bijna alles gebracht. Zonder Elfstedentocht was ik nu waarschijnlijk nog kraanmachinist geweest, want ik kon niet zoveel. Ik was met 14 jaar al van school af, ik stotterde en stond 's nachts kippen te vangen. Door het schaatsen kom je op zoveel plekken en kom je zoveel mensen tegen, daar word je zeker niet dommer van. Eigenlijk vind ik dat nog veel meer waard dan het winnen van wedstrijden."

Heb je ergens spijt van?
"Als ik alles mocht overdoen, zou ik het allemaal wat rustiger aan hebben gedaan. Mijn agenda stond nokvol, terwijl Jenita na de geboorte van Anna een vierjarig contract tekende bij DSB. In de weekenden waren we weinig thuis, waardoor we heel vaak een oppas moesten regelen. Gelukkig konden we altijd makkelijk bij familie terecht, maar achteraf hadden we beter een au pair in huis kunnen nemen."

Wat doen de kinderen tegenwoordig?
"Anna heeft de opleiding tot tandartsassistente gevolgd en werkt nu in de praktijk waar Jenita ook werkt. Saar weet nog niet zo goed wat ze wil, maar die gaat zich ook wel redden. Saar zit tevens op skeeler- en schaatsles en heeft er heel veel plezier in. Anna gaat een paar keer per week naar de sportschool."

Wat is het mooiste wat je aan het schaatsen hebt overgehouden?
"Mensenkennis. Mijn wereld is een stukje groter geworden en daar ben ik heel erg dankbaar voor. Ik had het voor geen goud willen missen."

Bekijk hier de andere verhalen met de oud-schaatsers:
1. Hoe is het met Beorn Nijenhuis? 'Onderzoek naar de zwabbervoet intrigeert me'

2. Hoe is het met Gretha Smit? 'Heb het prachtig gehad als topsporter'
3. Hoe is het met Jochem Uytdehaage? 'Het is een voorrecht om te mogen sporten'
4. Hoe is het met Annamarie Thomas? 'De sportdiscipline van toen is helemaal weg'
5. Hoe is het met Simon Kuipers? 'Het waakvlammetje is een grote vlam geworden'
6. Hoe is het met Natasja Bruintjes? 'Ik had tijd nodig om tot mezelf te komen'
7. Hoe is het met Hilbert van der Duim? 'Ik hield wel van een lolletje'
8. Hoe is het met Tonny de Jong? 'Ik wist dat ik hier niet van mijn naam kon leven'
9. Hoe is het met Gianni Romme? 'Blij dat ik olympische dip heb meegemaakt'

10. Hoe is het met Barbara de Loor? 'Hartoperatie heeft me veel gebracht'
11. Hoe is het met Falko Zandstra? 'Ik had daar olympisch goud moeten winnen'
12. Hoe is het met Annette Gerritsen? 'Mijn carrière is een mooie leerschool geweest'
13. Hoe is het met Stefan Groothuis? 'Het schaatsen beheerst mijn leven niet meer'
14. Hoe is het met Renate Groenewold? 'Heb mezelf te weinig belangrijk gemaakt'


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan