Tickets
Shop
Nieuws 26 nov 2020

NK Sprint: Een overzicht van de jaren 2005 tot en met 2020

Komend weekend staat alweer het derde grote schaatstoernooi van het seizoen op het programma. In Thialf strijden de sprinters bij het Daikin NK Sprint om de nationale titels én een ticket voor het EK Sprint. In aanloop naar het Nederlands kampioenschap kijken we terug op de kampioenschappen van de afgelopen vijftien jaar bij de mannen.

Foto : Soenar Chamid

2005: Gerard van Velde
Het seizoen 2004/2005 gaat de boeken in als laatste sprinttitel van Gerard van Velde. De huidige coach van Team Reggeborgh was in zijn carrière zes keer de beste op de sprintvierkamp (1992, 1993, 1995, 1996 en 2002) en behaalde op zijn 33e zijn laatste van de zes titels. Van Velde won twee keer de 500 meter en eindigde als vierde en derde op de 1000 meter. Erben Wennemars, die op de ijsbaan in Groningen zijn titel wilde prolongeren, kwam op de eerste 500 meter ten val. Tot zijn opluchting kreeg hij een aanwijsplaats voor het WK Sprint, dat hij vervolgens wist te winnen.

2006: Stefan Groothuis
Stefan Groothuis behaalde in het seizoen 2005/2006 zijn eerste Nederlandse sprinttitel. Bokito, zoals zijn bijnaam luidde, voorkwam op de ijsbaan van Assen dat Gerard van Velde zijn zevende nationale titel won. Mede dankzij een dijk van een 1000 meter (Groothuis dook als enige onder de 1.12) hield de 24-jarige sprinter Van Velde achter zich. Beorn Nijenhuis, de winnaar van de eerste 500 en de tweede 1000 meter, eindigde als derde in het klassement. Erben Wennemars viel met een vierde plek buiten de boot en kon zodoende zijn wereldtitel niet verdedigen.

2007: Erben Wennemars
Hij won hem al eens in 2001 & 2004 en in 2007 was het voor de derde en laatste keer raak voor Erben Wennemars. In het seizoen 2006/2007 versloeg de tweevoudig wereldkampioen sprint op de ijsbaan in Kardinge Jan Bos en Beorn Nijenhuis. Wennemars moest op de tweede dag vol aan de bak, aangezien Bos de eerste 500 meter had gewonnen en tweede werd op de 1000 meter. Op de tweede dag was Wennemars echter twee keer sneller dan de huidige assistent-coach van Team Worldstream.

2008: Jan Bos
Waar het in 2007 net niet lukte, lukte het een seizoen later wel. Jan Bos klopte in Heerenveen Jacques de Koning en Lars Elgersma en behaalde zijn zesde en tevens laatste Nederlandse sprinttitel. De wereldkampioen sprint van 1998 won het klassement dankzij twee overwinningen op de 1000 meter en twee vierde plekken op de 500 meter. Erben Wennemars kon titelprolongatie na zijn mislukte 500 meter - waar hij als 15e eindigde - vergeten.

2013: Stefan Groothuis
De jaren 2009 tot en met 2013 mogen gerust 'het tijdperk Stefan Groothuis' genoemd worden. De sprinter won het NK Sprint maar liefst vijf jaar op rij, waarvan drie keer in Groningen en twee keer in Heerenveen. In het seizoen 2008/2009 begon Groothuis de jacht op zijn tweede nationale titel met een baanrecord op de 500 meter, dat hij vervolgens weer kwijtraakte aan Jan Smeekens en eindigde hij de vierkamp met een baanrecord op de 1000 meter.

In het seizoen 2010/2011 won Groothuis dankzij twee sterke 1000 meters en zag hij Kjeld Nuis (diskwalificatie) en Hein Otterspeer (val op de 500 meter) uitgeschakeld worden. Een jaar later werd Groothuis opnieuw kampioen, maar mocht hij van geluk spreken dat Hein Otterspeer, die na drie afstanden bovenaan stond, op de laatste afstand een fout beging. Kjeld Nuis was na een val op de eerste 500 meter al kansloos voor de titel.

Zijn laatste nationale titel dateert uit januari 2013. Met het binnenhalen van deze titel kwam Groothuis op gelijke hoogte met recordhouders Gerard van Velde en Jan Bos, die het NK Sprint ook zes keer op hun naam schreven. Het verschil met de nummer twee Michel Mulder (0,02 punten) en nummer drie Hein Otterspeer 0,07 punten) was echter minimaal. "Een paar jaar geleden werd ik nog afgetekend kampioen, dat is nu wel anders", aldus Groothuis, die na een depressie de weg omhoog had gevonden. "Dan is deze titel wel extra mooi."

2014: Michel Mulder
In het Olympisch Stadion zette Michel Mulder de kroon op zijn seizoen door voor het eerst in zijn carrière de nationale sprinttitel te veroveren. Mulder, die een paar weken eerder olympisch goud op de 500 meter had gewonnen, was tijdens het toernooi weliswaar 'aan het eind van zijn Latijn', maar perste er dit weekend nog één keer alles uit om een prijs binnen te halen die hij nog niet op zijn erelijst had staan. Mede dankzij zeges op de 500 meter stond Mulder na vier afstanden op het hoogste treetje. Hein Otterspeer en Kjeld Nuis werden tweede en derde.

2015: Hein Otterspeer
Hein Otterspeer eindigde al drie keer eerder op het podium bij het NK Sprint, maar stond nog nooit op de hoogste trede. In het seizoen 2014/2015 won de rijder van Team Lotto-Jumbo op overtuigende wijze zijn eerste nationale titel. Hij won tijdens het toernooi in Heerenveen drie van de vier afstanden. "Dit voelt als een overwinning op mezelf. Ik ben twee keer tweede en een keer derde geworden en daarvan had ik er een paar kunnen winnen. Daarom ben ik blij dat ik nu zo riant overeind ben gebleven", aldus Otterspeer.

2016: Kai Verbij
Terwijl de 19-jarige Sanneke de Neeling bij de vrouwen de nationale sprinttitel voor zich opeiste, deed de 21-jarige Kai Verbij dat bij de mannen. De sprinter van Team Beslist won mede dankzij zijn overtuigende 1000 meters zijn eerste nationale sprinttitel en hield Ronald Mulder, de winnaar van de eerste 500 meter, en Gerben Jorritsma achter zich. "Ik wil stappen maken, dus als ik tweede was geweest, was ik ook tevreden", aldus Verbij, die in de jaren daarna ook Europees- en wereldkampioen sprint zou worden.

2017: Ronald Mulder
Het NK Sprint van 2017 begon voor Ronald Mulder niet op de manier zoals hij hem had willen beginnen. De Zwollenaar trok vlak voor de start van zijn eerste 500 meter de rits van zijn schaatspak kapot en plakte het zo snel mogelijk dicht met duct tape. Het weerhield hem er niet van om een snelle tijd te rijden, want Mulder noteerde met 34,98 de tweede tijd achter Jan Smeekens. "Ik heb op adrenaline een goede opening gereden, maar in de eerste bocht kwam de tape alweer los. Of ik erdoor benadeeld ben, weet ik niet."

Op de 1000 meter werd hij tweede achter Hein Otterspeer, die het toernooi na de tweede 500 meter verliet wegens liesproblemen. Mulder werd derde op de tweede 500 meter en won vervolgens de afsluitende 1000 meter. Het leverde hem naast zijn eerste sprinttitel ook het laatste ticket voor het WK Sprint op. Kai Verbij en Kjeld Nuis, die allebei al een WK-ticket hadden, waren daarom niet van de partij. Jan Smeekens moest achter Mulder genoegen nemen met de tweede plek, Pim Schipper met de derde.

2018: Dai Dai N'tab
Voor Dai Dai N'tab was de nationale titel op het NK Sprint een schrale troost op een teleurstellend seizoen. De sprinter wist zich bij het Olympisch Kwalificatie Toernooi (OKT) niet te plaatsen voor de Olympische Spelen, omdat hij op zijn geliefde 500 meter twee keer vals startte. Bij het NK Sprint was N'tab, gestoken in een nieuwe jas, Hein Otterspeer en Thomas Krol, beiden winnaars van een 1000 meter, te snel af. N'tab won zelf alleen de eerste 500 meter.

Heel even dacht hij erover na om het seizoen na het OKT te beëindigen, maar dat idee gooide N'tab al heel snel de prullenbak in. "Als ik nu opgeef, geef ik op, op het moment dat je juist door moet zetten en dit gevoel kan overwinnen. De opdracht voor mij is om het gevoel van het OKT weg te schaatsen. Ik wil de komende jaren alles proberen te winnen wat er te winnen valt. Alleen daarom al ben ik heel blij dat ik op het NK mijn hoofd niet heb laten hangen."

2019: Hein Otterspeer
Na jaren van tegenslag was er voor Hein Otterspeer eindelijk weer eens succes. De boomlange sprinter van Team Jumbo-Visma had na een val op het ijs eerder in het jaar zoveel pijn dat hij niet goed kon trainen en het schaatsen even helemaal niet meer zag zitten. Bij het NK Sprint was die pijn nagenoeg weg en sprintte hij, mede dankzij twee rappe 1000 meters, naar zijn tweede nationale titel. "Deze titel betekent heel veel voor me", zei Otterspeer.

De afwezigheid van Ronald Mulder (ziek), Kai Verbij en Kjeld Nuis (al geplaatst voor het WK Sprint) maakte de vreugde er niet minder om. "Ik heb altijd in mijn achterhoofd gehad: als het bij mij klopt, kan ik de beste van de wereld verslaan. Je wil fit zijn en goede ritten laten zien op het juiste moment. Dit weekend was daar het perfecte decor voor. Ik ben iedereen dankbaar die mij in de slechte periode een hart onder de riem heeft gestoken."

2020: Kjeld Nuis
In misschien wel één van de vreemdste edities uit de geschiedenis van het NK Sprint ging de overwinning naar Kjeld Nuis. De tweevoudig olympisch kampioen, die zijn rentree maakte na een tijd ziek te zijn geweest, zag zijn twee grootste concurrenten Ronald Mulder (een val op de tweede 500 meter) en Hein Otterspeer (een diskwalificatie na de eerste 1000 meter) afhaken en kreeg de uitgelezen mogelijkheid om de eerste sprinttitel uit zijn loopbaan te pakken.

Op de slotafstand moest Nuis nog flink aan de bak, want Lennart Velema verdedigde een voorsprong van 0,26 seconden op de 1000 meter. Nuis won de afstand in 1.08,63 en dat was net genoeg om Velema, die 1.08,99 noteerde, voor te blijven. Velema moest zich hierdoor tevreden stellen met zilver. Het brons ging naar Gijs Esders. "Je wilt niet winnen omdat er iemand valt en dat heb ik ook tegen Ronald gezegd", zei Nuis na afloop. "Dit weekend had ik een keer het geluk aan mijn zijde."

Mulder ging na de eerste dag nog fier aan de leiding en leek zijn voorsprong op de tweede 500 meter verder uit te breiden, totdat hij op een blokje stapte en tegen de boarding knalde. "Dit is gigantisch zuur", stelde Mulder. Voor Otterspeer was het toernooi dan al verkeken. De tweevoudig nationaal kampioen werd na twee valse starts op de eerste 1000 meter uit het toernooi geschoten door de starter en kon zich na afloop totaal niet vinden in diens beslissing. "Tot op de dag van vandaag vind ik het een onnodige zet", aldus Otterspeer.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan