Hij zegt geen last te hebben van hoop noch vrees, dus wordt hij er ook niet tussen heen en weer geslingerd. Natuurlijk wil de oud-marathonrijder die van 1995 tot en met 2006 deel uitmaakte van het peloton in de A-divisie net zo graag als de hongerige schaatswolven en -wolvinnen die de hotels rond het meer momenteel bevolken, dat er deze week nog een Alternatieve Elfstedentocht wordt gehouden. Dat is de wedstrijd die een periode van natuurijs écht naar een hogere amusementswaarde tilt. Alleen, ook de 54-jarige Groninger kan de weergoden niet zijn wil opleggen. Hij probeert slechts beslissingen te nemen die hout snijden, en vooral de veiligheid van een ieder dienen.
Dagelijks voert hij overleg met de locale autoriteiten, de organisatie achter de toertochten op de Weissensee, KNSB’s disciplinemanager Marcel Scheperkamp en competitieleider Geert-Jan Muskens, en de afgevaardigden van alle ploegen. Meest besproken onderwerp dit jaar: dat niet te peilen weer in deze hoek van de deelstaat Karinthië. De ene dag luidt de voorspelling dat er zestig millimeter neerslag valt, nog geen etmaal later blijkt er toch weer vorst te zijn ingetreden. Over de ijsdikte hoeft gelukkig (nog) niet gesteggeld te worden: de bevroren fundering op het kleine meer passeert nog altijd de dikte van 25 centimeter. Dat is zo ongeveer de enige zekerheid.
Ook maandag, wanneer bijna 830 doordouwers zich vanaf een uur of zeven (de 200 kilometer-inschrijvers) of acht (de 100 kilometer) wagen aan hun prestatietocht op een doorweekte en zachte ijsplaat, is er overleg. Aan de hand van meteostations in de regio, allerhande weerkaarten en andere informatiebronnen vergaderen alle wijze mannen over een punt: komt-ie er of komt-ie er niet, de Alternatieve? De uitkomst van het onderhoud verduidelijkt niet veel meer dan de dag ervoor, om de simpele reden dat de weersvoorspellingen te wispelturig zijn. Ja, dinsdag zal het gieten dat het niet leuk meer is, en dan pas valt er iets meer zinnigs te vertellen, is de boodschap die via een intern kanaal naar alle teams wordt gestuurd.
“Ik kan het ook niet mooier maken dan het is, en dat zal ik nooit doen”, verzekert de vertegenwoordiger in kleine windmolens ergens vroeg in de middag. Hij wandelt midden op het kleine meer waar hij met eigen ogen kan constateren welk effect de hoge temperatuur op het ijs heeft. De wedstrijd die nog in de wacht staat houdt hem uiteraard bezig. “Maar voor sentimenten of motieven die anderen aandragen om een besluit te forceren ben ik niet gevoelig hoor. Ik zeg niet dat ik nooit ergens voor te porren ben, maar als scheidsrechter moet je je eigen plan trekken. Het is in mijn voordeel dat ik zelf een beetje ervaring heb met het schaatsen op de Weissensee. Dat scheelt wel. Ik heb in de loop der jaren genoeg hier geschaatst om te weten dat de situatie heel snel kan omslaan, zowel in positieve als negatieve zin. Nu klamp ik me vast aan het gegeven dat alles nog de positieve kant kan uitgaan. Althans, zolang de veiligheid niet in het geding komt.
“Met zware omstandigheden tijdens een Alternatieve Elfstedentocht heb ik totaal geen moeite, zeker niet omdat het de 200 kilometer betreft. Dat is een slijtageslag waarbij ook bij goed ijs maar dertig rijders finishen. Het is niet aan mij om iets te zeggen wat er moet gebeuren wanneer een Alternatieve hier niet kan worden gereden. Verplaatsen naar Lulea? Daar gaat de disciplinemanager van de KNSB over, in samenspraak met de organisatie in Zweden.”