Na een twee weken durend trainingskamp in Inzell is de Noorse selectie neergestreken in Stavanger, waar de allroundgroep van Rykkje (bestaande uit zeven mannen en twee vrouwen) zich voorbereidt op de eerste 'serieuze' wedstrijd van het jaar. In Hamar vindt eind oktober namelijk het World Cup-kwalificatietoernooi plaats, waar de Noren zich kunnen verzekeren voor een startbewijs voor de eerste vier World Cups. Een toernooi waar volgens Rykkje nog niet al te veel op het spel staat. "Natuurlijk vinden wij het een belangrijke wedstrijd, maar we hoeven hier nog niet in supervorm te zijn. De meeste rijders van ons hebben een beschermde status en mogen er vanuit gaan dat ze de World Cups ingaan."
Met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar beschikt Rykkje dit seizoen wederom over een zeer jonge, getalenteerde groep schaatsers. Ten opzichte van vorig seizoen heeft alleen Sindre Hendriksen ('hij gaat in zijn eentje verder') het schip verlaten en is de 20-jarige Kasper Tveter, afkomstig van de Sørmarka-groep van Wouter olde Heuvel, er nieuw bijgekomen. "Kasper is een spannend figuur voor de toekomst", is Rykkje lovend over zijn nieuwe aanwinst. "Hij is fysiek sterk, reageert supergoed op de trainingen en is echt een wedstrijddier. We moeten alleen nog een beetje geduld met hem hebben, want hij heeft onlangs een hartoperatie gehad. We gaan er niet vanuit dat hij dit seizoen al meedoet aan de World Cups."
Rome
Wie de eerste twee World Cups van het seizoen ook aan zich voorbij zal moeten laten gaan, is Sverre Lunde Pedersen. De voormalig wereldkampioen op de 5 kilometer kwam de afgelopen zomer tijdens een fietstraining hard ten val en brak als gevolg daarvan zijn hand op twee plekken en kampte bovendien met een kleine leverbloeding. Hoewel Pedersen inmiddels weer vol in training is en de trainingen er 'behoorlijk positief' uitzien, wil Rykkje niet te hard van stapel lopen met zijn pupil. "Hij heeft een flinke smakkerd gemaakt en het is maar de vraag hoe hij daar fysiek van gaat herstellen", aldus Rykkje, die de eerste twee World Cups niet in het herstelplan van Pedersen vindt passen.
"We hebben gezegd: 'Als je überhaupt op de Olympische Spelen wil komen, heb je langer de tijd nodig'. Die tijd gaan we ook met hem nemen." Voor Pedersen zijn er immers nog genoeg kansen om zich te kwalificeren voor de Spelen. Mocht hij de derde en vierde World Cup ook niet halen, dan kan hij zich bij de EK Afstanden, die van 7 tot en met 9 januari in Heerenveen plaatsvinden, in de olympische ploeg rijden. Mocht zelfs dát niet lukken, kan Rykkje eventueel nog gebruik maken van een aanwijsplek voor de team pursuit. "In Noorwegen zijn er veel meer wegen die naar Rome leiden dan in Nederland. Daarom is het belangrijk voor ons om niet te stressen."
Maar, voegt Rykkje daar nog gauw aan toe, de concurrentie is groot. "Niemand is zeker van zijn plekje. Als iemand een slechte dag heeft, kan dat grote gevolgen hebben." De bondscoach prijst zich des te gelukkiger dat er in Noorwegen een concurrentiestrijd is. "De ploeg heeft de laatste jaren een grote metamorfose ondergaan. Toen ik werd aangesteld, was er amper concurrentie en hing er een gelaten sfeer. Nu wil iedereen juist van elkaar winnen, dat is mooi om te zien." Met de Olympische Spelen in het vooruitzicht merkt Rykkje dat ook de spanning langzaam begint toe te nemen. "We hebben een heel jong team, waarvan alleen Pedersen al eens op de Spelen heeft gestaan. Ze kijken er allemaal naar uit, maar bijna niemand weet wat ze te wachten staat."
Doelstellingen
Wat de mensen het komende seizoen van de Noorse ploeg kunnen verwachten, vindt Rykkje lastig te zeggen. Omdat de groep nog zo onervaren is, wil hij de druk niet onnodig opvoeren. "Natuurlijk hebben we van bovenaf een bepaalde doelstelling meegekregen, maar ik houd me daar altijd zo ver mogelijk vandaan. Met een oudere groep is dat misschien wat makkelijker, want die leggen zichzelf die verwachtingen op", beweert Rykkje, die wel kan verklappen dat er een medaille wordt verwacht op de ploegenachtervolging. Op dat onderdeel zijn de Noorse mannen immers de titelverdediger. "We hebben laten zien dat we met de besten mee kunnen doen, dus dan weet je dat je ook kans maakt op een medaille."
Vanuit Noorwegen zullen de ogen vooral gericht zijn op de 21-jarige Ragne Wiklund, die het afgelopen seizoen voor een daverende verrassing zorgde door bij de WK Afstanden het goud te veroveren op de 1500 meter. Met een tijd van 1.54,61 hield de jongeling erkende namen als Ireen Wüst en Brittany Bowe achter zich. "Natuurlijk is het fantastisch wat ze daar heeft laten zien, maar als je puur naar het niveau kijkt, vind ik dat de anderen het hebben laten afweten", is Rykkje eerlijk. Om zijn pupil, die de afgelopen zomer haar sleutelbeen brak, voor komend jaar meteen als favoriet te bestempelen, gaat hem dan ook wat ver. "Ze kan zeker een rol van betekenis spelen, maar eerlijk gezegd dicht ik haar meer kansen toe op de 3 kilometer. Bovendien is het afwachten hoe ze met de extra druk omgaat."
Voor de jonge Hallgeir Engebråten (21) en Peder Kongshaug (20), die samen met Pedersen het allrounden in Noorwegen hoog moeten houden, is er van extra druk nog geen sprake. De jonge honden ontwikkelen zich in de schaduw van de grote namen gestaag verder. "Hallgeir is een jongen met een ongelooflijke fysieke capaciteit, maar is nog iets te instabiel. Peder is misschien wat volwassener in alles wat hij doet en kan, als wij hem een niveautje hoger krijgen, een vaste waarde in de top worden." Dat het Noorse schaatsen weer in de lift lijkt te zitten, heeft volgens Rykkje mede te maken met de aanvoer van de talententeams van Wouter olde Heuvel en Eskil Ervik. "We zijn hartstikke blij dat we twee groepen hebben die talenten aanleveren. Daar hebben we veel baat bij."
