In eerste instantie zouden de WK Afstanden van 25 tot en met 28 februari op de olympische baan van Beijing plaatsvinden, maar vanwege de huidige coronasituatie gaf China de wedstrijd terug aan de ISU. In de zoektocht naar een nieuwe locatie kwam de internationale schaatsbond uit bij Thialf, dat eerder ook al het EK Allround & Sprint (16-17 januari) en twee World Cups (22-24 en 29-31 januari) kreeg toegewezen. Ter aanvulling op deze evenementen komen daar dus ook nog de WK Afstanden (11-14 februari) bij.
"We zijn blij dat er, ondanks de beperkingen, toch nog zo veel mogelijk is gebleken. Met deze reeks internationale wedstrijden krijgen we ook nog de competitie die onze toppers hard nodig hebben in aanloop naar de Olympische Spelen van Beijing", zei Remy de Wit, technisch directeur van de KNSB. Of alle toppers in februari daadwerkelijk aan de start zullen staan, zal afhangen van de keuzes die de verschillende landen (lees: bonden) nog gaan maken.
Zo acht Johan de Wit, bondscoach van Japan, de kans 'niet heel groot' dat de ploeg volgend jaar afreist naar Nederland. Hoewel hij op dit moment nog niets kan zeggen over de definitieve beslissing, zei hij onlangs al dat ze 'heel graag willen komen, maar dat het wel gewoon moet kunnen'. "We willen zeker weten dat de bubbel veilig is, zodat de kans om het virus te krijgen zo klein mogelijk is. Vanuit de ISU is er echter nog weinig duidelijk over de spelregels en regelgeving van deze evenementen."
Waterdicht
In Noord-Amerika werd het nieuws omtrent de verplaatsing van de WK Afstanden met meer enthousiasme ontvangen. De Canadese schaatsploeg reist, mits de toestand in de wereld niet aanzienlijk verslechtert, gewoon naar Nederland af. "We willen allemaal graag weer schaatsen en vinden het een fantastisch initiatief", stelt Bart Schouten, coach van de Canadese mannenploeg. "Natuurlijk waren we liever naar Beijing gegaan om de ijsbaan en de omstandigheden te leren kennen, maar aan de andere kant zijn we heel blij dat de KNSB en House of Sports er alles aan gedaan hebben om dit mogelijk te maken."
Schouten merkt dat zijn schaatsers staan te popelen om zich internationaal te kunnen meten, maar stelt ook dat de Canadese bond nog met een aantal vragen zit. "We kennen alle details nog niet, dus daar hopen we gauw duidelijkheid over te krijgen. Ten opzichte van het vorige World Cup-model zien we duidelijk verbeteringen", doelt Schouten op de eerste poging om een 'schaatsbubbel' in november en december in Heerenveen te creëren. De ISU kwam tot de conclusie dat de uitvoering van het concept nog te voorbarig was.
Na de succesvol verlopen Daikin NK Afstanden begin november gaf de ISU alsnog groen licht om een World Cup-bubbel in Thialf te organiseren. "We hebben niet het idee dat de 'bubbel' nu écht waterdicht is, maar wel dat alles beter georganiseerd is", vervolgt de 53-jarige Schouten. "Ik denk dat de KNSB en House of Sports met de opgedane ervaring van de afgelopen NK's veel beter in staat zijn om de veiligheid van de sporters en stafleden te garanderen. We gaan er dan ook alles aan doen om te komen, maar we zullen de ontwikkelingen nauwlettend in gaten houden."
Opbloeien
Dat de Canadese schaatsers graag willen schaatsen, heeft ook te maken met de huidige situatie in het land. Sinds de de Olympic Oval in Calgary in september vanwege aanhoudende technische problemen niet meer open is, zijn er nauwelijks alternatieven om te schaatsen. Onlangs belegde de ploeg een trainingskamp van twee weken in Fort Saint John, waar de enige andere overdekte ijsbaan van het land ligt. "Dat was goed bevallen. Je zag de rijders opbloeien, als koeien die in de wei werden losgelaten", glimlacht Schouten.
Door de verscherpte coronamaatregelen in Alberta moet er voor topsportfaciliteiten opnieuw een verzoek bij de regering worden ingediend of er weer geschaatst mag worden op de shorttrackbaan. "We zijn nu in afwachting van een goedkeuring. Op dit moment kunnen we dus even nergens terecht, waardoor de sporters verplicht zijn om thuis te trainen", aldus Schouten, die het niet zozeer een nadeel vindt dat zijn schaatsers deze maanden geen wedstrijden rijden. "Zo kunnen we wat harder gaan trainen en meer investeren in de techniek en in het rijden van bochten."
Of hij niet bang is dat zijn schaatsers door het geringe aantal uur op het langebaanijs minder zullen presteren bij de WK Afstanden? "Nee, hoor. Het ijsgevoel kun je in principe wel onderhouden door op het shorttrackijs te trainen. De twee World Cups zullen we echter wel nodig hebben om de puntjes op de i te zetten en om te leren wat een wedstrijd inhoudt. Met deze wedstrijden in de benen denken we dat we bij de WK weer goed kunnen zijn. Het is niet ideaal, maar we denken, gezien alle testuitslagen, dat we goed bezig zijn met zijn allen. Zeker na het succes van vorig jaar willen we graag laten zien hoe we ervoor staan."
