Als de komende winter het marathonspel om de Daikin Marathon Cup zich weer toespitst tot de vier, vijf grote formaties – en daar ziet het wel naar uit – is er volgens Peter de Vries een ding van levensbelang. Gezond blijven. “Alleen met vijf topfitte kerels kun je die concurrentiestrijd aan. Heb je er vier, dan lukt dat misschien nog net, maar terugkijkend naar afgelopen seizoen was ik wekelijks al blij wanneer ik drie man fit genoeg had”, zegt de Heerenvener die met name hoofdbrekens had door het gekwakkel met kopman/afmaker in de sprint, Harm Visser. Die begon de jaargang geblesseerd (knie), sukkelde er van start tot finish mee en wist zich desondanks te handhaven in de top van het klassement dat hij het jaar voordien met overmacht naar zich toe had getrokken.

Het is dat Visser niet van opgeven wilde weten. Goedbedoelde adviezen om de kapotte knie rust te gunnen negeerde de fysiotherapeut; hij wilde schaatsen om zijn team niet in de steek te laten. Bewonderenswaardig, meent De Vries, verwijzend naar de tweede plaats in de ranking van de Marathon Cup, op twee punten van winnaar Luc ter Haar. “Bovendien kon hij op het natuurijs zijn dingen doen (twee keer een tweede stek in een Grand Prix, red.). Achteraf kun je je afvragen of we het in de toekomst weer zo zouden doen. Dan ben ik eerder geneigd te zeggen: ga er een paar weken tussenuit en werk specifiek aan het herstel van die blessure. Dat is niet gebeurd. Des te meer zijn we er nu op gebrand met vijf honderd procent fitte kerels te vertrekken zodat we tactisch meer kanten op kunnen en niet puur de kaart Harm hoeven te spelen."

Peter de Vries
"Achteraf kun je je afvragen of we het in de toekomst weer zo zouden doen met Harm Visser", zegt De Vries over de Vissers knieblessure | Foto: Neeke Smit

Lars Woelders: blij met de 'theoretische rijlessen' van Jeroen de Vries

In de kleine familie van marathonschaatsers ondervinden de rijders doorgaans weinig aanpassingsproblemen na een overstap naar een andere ploeg. “Je kent vrijwel alle jongens al van de kleedkamer, dus nieuwe gezichten zijn er niet. Elkaar echt leren kennen duurt wat langer, maar daar hebben we mooi de zomer voor”, merkt Lars Woelders. Hij is overgekomen van Sprog waar het normaal was dat het schaatsen hand in hang ging met studeren of werken. Klaas Poortinga had een baan, terwijl Ruben Ligtenberg en Hylke de Boer een opleiding volgden. Het ging er professioneel aan toe, tot op zekere hoogte, in vergelijking met Essent. "Ik merk dat er een duidelijke visie achter de aanpak van dit team zit. Op dinsdag- en donderdagochtend trainen we samen, daarnaast mogen we de trainingen zelf uitvoeren. Aangezien we in Heerenveen of in de buurt ervan wonen, zoeken we elkaar automatisch makkelijker op om samen op pad te gaan voor het skeeleren of fietsen. Dat bevordert de teamvorming: ’s winters moet je het ook samen doen”, meent hij.

Woelders schaatst marathons en op de langebaan, in zijn ogen een ideale mix die hem in beide disciplines beter maakt. “Zolang het elkaar versterkt, moet ik ermee doorgaan. Elk jaar ben ik verbeterd, met dien verstande dat de stapjes vooruit kleiner aan het worden zijn. Wat het heeft te betekenen voor het volgend seizoen, kan ik moeilijk inschatten. Laat me eerst eens een trainingswedstrijd rijden, dan weet ik beter waar ik sta.”

Woelders kan sowieso leunen op een prima winter, die hij uitluidde met een klapper van een zege in de Marathon Cup Finale. “De mooiste dag die ik me kon wensen, voor mezelf en het (intussen opgedoekte, red.) team. Bekijk ik het hele seizoen, dan constateer ik dat ik heel stabiel ben geweest, zowel op kunst- als natuurijs. Het enige dat tegenviel, waren de lange afstanden in Zweden. Ik heb mezelf vooral verbaasd door podiumplaatsen te scoren op kunstijs en natuurijs. Van tevoren zou ik daar direct voor hebben getekend. Extra bijkomstigheid: als je top-3 kunt finishen, kun je vaak ook een race winnen.”

Tot slot bekent Woelders veel te hebben geleerd van zijn soms druistige manier van rijden. “Ik plaatste domme aanvallen, smeet met m’n energie. Gaandeweg is het gelukt in m’n hoofd rustiger te blijven, wachtend op goede momenten en proberend de juiste keuzes te maken in plaats van erin te vliegen. Wat me eveneens heeft geholpen zijn de vele gesprekken met trainer Jeroen de Vries over allerlei wedstrijdsituaties. Wat te doen wanneer ik alleen met vier man in de finale beland? Of een slotfase waarin een kopgroep van tien rijders de dienst uitmaakt, onder wie drie van mijn team, wat is dan de aanpak? Zo zijn er ontelbaar veel scenario’s gepasseerd die zich wellicht in de toekomst voordoen. Verrek, denk ik dan, daar heb ik het over gehad. Of ik op dat moment dan de juiste beslissing neem, weet ik niet, maar ik denk dat ik niet meer verbaasd hoef te zijn over de situatie. Met dank aan de ‘theoretische rijlessen’ van Jeroen…”

Lars Woelders
Van de vele gesprekken met trainer Jeroen de Vries hoopt Lars Woelders komende winter zijn profijt te trekken. | Foto: Rijcko Treep

“Het lijkt me vanzelfsprekend dat elk team graag een sprinter als Harm in z’n gelederen wil hebben", vervolgt De Vries. "Net zo goed als dat iedereen Bart Hoolwerf er zo bij zou nemen. Zodra er echter te veel van een man afhangt, wordt een ploeg te kwetsbaar. Dat is de voorbije winter gebleken. Met Jordy en Lars hopen we daarop te anticiperen. We moeten slagkrachtiger worden in andere racescenario’s dan alleen de sprint. Plus: we moeten wat dominanter kunnen zijn op natuurijs. Dat terrein blijft voor mij de basis van het marathonschaatsen, ook al rijden we tachtig procent van de tijd onze rondjes op het kunstijs.”

Het binnenhalen van de ervaren Jordy Harink en de nog verder te polijsten diamant Lars Woelders biedt in dat opzicht voldoende mogelijkheden. Voor hun komst is er uitgebreid gesproken over de plannen, waarbij het hoofdstuk natuurijs zeker aan de orde kwam. Harink, geen veelwinnaar maar wel een bepalende rijder in de lange, zware klassiekers kan zo worden ingezet als de koerskapitein. “En Lars heeft reeds bewezen dat hij op kunstijs met de besten mee kan. Voor ons ligt de uitdaging hem daar nog beter in te laten worden. De jongen is zó jong en nog volop in ontwikkeling; ik ben ervan overtuigd dat hij op de Weissensee en in Zweden ook stappen zal maken”, aldus de lange Fries, zelf twee keer winnaar van de 200 kilometer op de Weissensee. “Daar kan geen normale wedstrijden tegenop. Dat heb ik zelf aan den lijve ondervonden.”

Essent geeft Jordy Harink gewenste doorstart

Na zes seizoenen Royal A-ware, voorafgegaan door twee bij Bouw & Techniek, een jaar Lausalec en eenzelfde periode in het pak van CRV-Interfarms, belandde Jordy Harink op een denkbeeldig kruispunt: doorgaan als marathonman of werk maken van een maatschappelijke carrière? Een aanbod van Team Essent nam de twijfels snel weg.

En de bevestiging dat de dertiger uit Zaltbommel de juiste keuze had gemaakt door de sport trouw te blijven, liet niet lang op zich wachten. Welllicht enigszins bevrijd van het piekeren over zijn toekomst beleefde Harink een geweldige slotmaand van het marathonseizoen. Hij eindigde in de zeven wedstrijden die hij uitreed steeds bij de eerste tien, zag van dichtbij hoe zijn jonge ploegmakker Wisse Slendebroek het ONK won en greep zelf ook nog een zege op het natuurijs in Lulea. “Na die periode was het wel duidelijk voor me dat ik nog zo lang mogelijk alles uit mijn schaatsloopbaan wil halen. Ik keek terug op de beste fase van mijn seizoen, maar ik weet niet of het samenhing met het wisselen van team. Het eerste gedeelte van de winter werd gekenmerkt door wat gedoe met m’n materiaal en doordat het schaatsen in technisch opzicht niet lekker liep. Pas later viel alles op z’n plek en begin ik te draaien”, licht hij toe.

Hij erkent dat-ie toe was aan een frisse wind. “Ik was ernaar op zoek, dus ongeacht de uitkomst van deze contractperiode vind ik het heel waardevol om mee te maken. Als je niet presteert en geen wedstrijden wint, is het niet leuk. Dat was het geval bij Royal A-ware, en zo zal het ook zijn in deze ploeg. Het staat en valt met succes, moeilijker is het niet voor mij. De sfeer bij Essent is goed, ik vind het tot dusver erg leuk. Dat is de basis om er een succesvol jaar van te maken”, aldus Harink, die het spannend zegt te vinden hoe de andere trainingsmethode voor hem zal uitpakken. “Al ben ik van mening dat het nuttig is om eens uit de gebaande paden te stappen. Dat kan mij zeker versterken.”

Onder trainster Diane Valkenburg ligt het accent gedurende de eerste maanden van de voorbereiding meer op fietsen, terwijl Anema zweert bij veel skeelerarbeid en verschillende hoogtestages. “Ik ging graag naar de Teide (de karakteristieke berg op Tenerife, red.) of Livigno om op hoogte te trainen, omdat je goed merkte hoe je ervan verbeterde. Bij Essent gebeurt dat niet, wat wel weer als voordeel heeft dat ik wat meer bij m’n gezin kan zijn.”

Hij vermoedt dat hij ook als 30-jarige nog onderweg is naar de top van zijn eigen kunnen. “Ik heb het idee dat er nog rek inzit, maar dat kan ik pas zeggen na het eerste jaar. Technisch kunnen er dingen beter, maar ook op het ijs valt er conditioneel wat te winnen. In de finales kom ik daardoor snelheid tekort, waardoor het resultaat tegenvalt. Zodra blijkt dat ik me op dat gebied kan verbeteren, dan wordt het een wapen: veel races worden beslist in de sprint”, weet Harink, die graag een keer een wedstrijd over tweehonderd kilometer op zijn naam wil schrijven. “Ik hoor geregeld dat het een gemis is dat ik daar nog niet in ben geslaagd. Ik zie dat zelf wat anders. Als ik opnieuw een keer het ONK win, is dat net zo goed een grote zege voor me. Net zoals het NK op kunstijs. Ach, uiteindelijk gaat het me erom dat ik zoveel mogelijk overwinningen pak met de ploeg waarvoor ik schaats. Zolang ik m’n steentje er maar aan kan bijdragen.”

Jordy Harink
"Als ik opnieuw het ONK kan winnen, is dat net zo goed een grote zege voor me", aldus Jordy Harink. | Foto: Rijcko Treep