Tickets
Shop
Tips & Trucs

Testen: waarom, welke, hoe? Jac Orie vertelt

Een van de woorden die onlosmakelijk is verbonden aan schaatstrainer Jac Orie is 'testen'. Als iemand zijn atleten vaak onderwerpt aan diverse testen, is hij het wel. Daarom aan Orie de vraag: Waarom testen? Welke testen? En is er belang bij nieuwe testen?

Foto : ANP

De denkwijze van Orie: "Waarom lukt het niet? Of waarom lukt het daar wel? Of waarom lukte het toen niet en nu ineens wel?" Hoe het ook met zijn schaatsers gaat: Orie houdt zich er continu mee bezig. "Je zoekt elke keer naar methodes om een stapje verder te komen", aldus de trainer.

Het verzinnen van nieuwe methodes gaat bij hem aan de hand van testen. Dat scheelt tijd, zegt Orie. "Op het moment dat je eerst een jaar moet uitproberen of iets werkt, is dat een stuk lastiger. Voor je het weet zit je bij je AOW."

De eerste aanzet voor een nieuwe test komt bijna altijd bij Orie vandaan. De vele lange autoritten van zijn huis in het Westland naar de ijsbaan in Heerenveen helpen daarbij. "Al is het niet zo dat ik alleen daar ineens inspiratie krijg, dat denken gaat overal door."

Vervolgens gooit hij het in de groep, om te overleggen met de rest van de staf. Het team van Orie bestaat onder meer uit een fysiotherapeut, een voedingsdeskundige en een sportarts. Orie: "Dan hebben ze er allemaal een mening over en doen we het gewoon. Of niet."

Gereedschap
Het testen van sporters ziet hij als een gereedschap. "Je wilt elke keer iets weten en wij proberen dat te vangen in een test, want dat is sneller dan steeds uitproberen of iets werkt", aldus Orie.

Orie werkt met een aantal basistesten. "Die houden we, jaar in, jaar uit. Dat levert een uitgebreide database aan gegevens op. Daaromheen proberen we elke keer wat nieuws, spelen we", zegt de trainer.

In een zomer doet Orie vier basistesten. Een Wingate-test, waarbij een sporter dertig seconden op maximaal vermogen moet sprinten. Orie doet deze test altijd op een fiets. Daarnaast gebruikt Orie op hetzelfde apparaat een stappentest waarbij hij de conditie van zijn rijders test. Dit is een zogenaamde VO2max-test, het maximale zuurstofopnamevermogen wordt hierbij bekeken. Orie test ook op het ijs en doet speciale sprongtesten op het droge.

Submaximaal
Niet alles gaat altijd op maximaal vermogen. Orie laat zijn rijders regelmatig tot submaximaal vermogen gaan. "Een maximaaltest ben je namelijk zo zat", zegt hij. "Die submaximaaltest koppel je vervolgens aan een test op maximaal vermogen, dan zie je of de lijn ongeveer klopt."

De testen op skeelers zijn verschillend. Zo doet Orie onder meer ademanalyses, waarbij zijn schaatsers een masker dragen. Hij doet ook lactaattesten, waarbij de reactie op inspanning in het lichaam wordt gemeten. Het lactaat, ook wel de afvalstoffen of melkzuur, geven aan hoe de conditie van een atleet is bij een bepaalde hartslag. "Maar op skeelers doen we ook volhoudtesten, waarbij we kijken hoe lang je op bepaalde intensiteit kunt doortrappen", zegt Orie.

Meer tips lezen? Je vindt ze opĀ schaatsen.nl/tips.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan