Dat is geen goed nieuws, Edward.
“Nee, dat klopt. Ik heb besloten na een jaar of twintig geldschieter en manager te zijn geweest van allerlei schaatsteams te stoppen. En in mijn spoor houdt ook Interfarms, waarmee ik jarenlang ben opgetrokken, ermee op.”
Licht eens toe.
“Er zijn verschillende redenen. Ik doe dit al twintig jaar, vooral omdat ik het altijd leuk heb gevonden. Maar ik merk ook dat ik er minder plezier aan ben gaan beleven, omdat het de laatste jaren steeds lastig is geworden een competitief team op de been te brengen. Wanneer je een goede rijder hebt, wordt hij na drie wedstrijden al benaderd door een van de drie topteams. Dat is logisch en ik snap dat: zo is de marktwerking. Daarbij teken ik wel aan dat deze situatie vijf, zes jaar geleden nog anders was. Toen schaatsten er meer toppers rond – misschien wel veertien, verdeeld over vijf ploegen - terwijl er nu twee of drie zijn die allen bij een topploeg zitten, de teams die het meest kunnen betalen. Heb ik geen moeite mee, zo werkt het in de wereld.
“Dat zorgt ervoor dat het voor sponsors (zoals ik) moeilijker wordt een groep jongens bij elkaar te krijgen met wie je om de prijzen kunt meedoen. Ik stop er nog best veel geld in, al kan ik uiteraard niet opboksen tegen Reggeborgh, Essent en Albert Heijn Zaanlander. Ooit komt het moment dat het mooi is geweest. Nu dus.”
Van Dijk (58) heeft de lol als het ware voelen wegvloeien. Hij gaat er prat op dat hij door de jaren heen een prima oog heeft gehad voor jonge talenten. Het meest recente voorbeeld is Wisse Slendebroek die vorig seizoen bij wijze van spreken amper een keer hard rechtuit reed en direct een contract kon tekenen bij de formatie van Jillert Anema. Dit seizoen ontwikkelt Jorian ten Cate zich zo aardig dat er al aan hem wordt getrokken door een van de grote teams. “Je investeert in zulke jongens, leidt ze op, maar zodra je er profijt van kunt hebben, zijn ze alweer vertrokken. Het is anders dan voorheen. Ik had Simon Schouten en Bart Hoolwerf als talenten bij me rijden. Van hen heb ik plezier kunnen hebben, voordat ze hogerop gingen. Die bleven nog een jaar of twee. Nu is het aanbod van goede marathonrijders zo klein dat de topteams de talenten al uit de Beloftedivisie wegkapen. Op die manier wordt het nóg gecompliceerder voor teams als Okay-Interfarms.”
Aan successen is in de teams waaraan Edward van Dijk zich de afgelopen twee decennia verbond als sponsor en (meestal ook) manager geen gebrek geweest. Voor hem springen de vier zeges in de Alternatieve Elfstedentocht eruit, met Bert Jan van der Veen (2006), Karlo Timmerman (2011), Simon Schouten (2013) en Crispijn Ariëns (2017). Op kunstijs werd er 110 keer een marathon gewonnen, Bert Jan van der Veen bezorgde hem twee keer een nationale titel op kunstijs en het Open NK op de Weissensee werd in drie afleveringen een prooi voor een schaatser uit Van Dijks formatie: de Fransman Tristan Loy in 2009, Ingmar Berga in 2017 en het jaar erop was het Bart Hoolwerf die Okay Fashion & Jeans - Interfarms de overwinning bezorgde. In een meerdaagse werd twee keer gezegevierd (KC Boutiette, Greenery Six), De Grand Prix-reeks op natuurijs ging zeven keer naar een rijder en op Nederlands natuurijs kon er twaalf keer champagne worden ontkurkt.
Frustrerend moet dat zijn, of het nou marktwerking is of niet.
“Dat is het. Ik wil knokken om de overwinning, geen ploeg hebben die – met alle respect voor de jongens – pelotonvulling is. Okay-Interfarms kan niet meer de resultaten behalen die ik voor ogen heb. Dan kan ik doorgaan met sponsoren, maar mijn marketingbudget ook aan andere doelen besteden.”
Ga je de komende periode dan nog actief op zoek naar vervangende geldschieters voor Okay en Interfarms?
“Nee, nee, ik hoop dat er door dit nieuws mensen zullen opstaan en het oppakken. Als het serieuze kandidaten zijn met voldoende budget, dan zou ik als co-sponsor en manager kunnen doorgaan, op voorwaarde dat er een team kan worden geformeerd dat de top-3 in de Topdivisie kan uitdagen. Zonder arrogant te zijn denk ik dat ik verstand van zaken heb en talenten weet te scouten.”
Nog een aspect dat Van Dijk naar de uitgang begeleidt: de grotere afstand tussen de rijders en hemzelf. “Ik word ouder, dat zal er ongetwijfeld mee te maken hebben, maar vroeger had ik heel goed contact met de schaatsers. Crispijn Ariëns, Frank Vreugdenhil, Ingmar Berga, om er een paar te noemen, spreek ik nu nog. Dat vond ik het mooie aan deze sport. De huidige generatie verschilt van die oudere garde, de rijders zijn afstandelijker. Wanneer ik dan al die jaren sponsor uit liefhebberij, en het belangrijk vind dat je goed contact hebt en gevoelens bij de rijders die onder contract staan, maar merk dat het allemaal minder wordt, dan komt het moment dat je andere overwegingen maakt.”
Verknocht als hij is aan het spelletje, bestaat er een kans dat Edward van Dijk niet helemaal uit de marathonwereld stapt. Deze winter rijdt er in de Topdivisie voor vrouwen een ploeg rond van Okay-Interfarms. Elsemieke van Maaren, winnares van de Daikin Marathon Cup in 2023-'24, Lianne van Loon en Nikki Noordergraaf maken deel van de ploeg. "Ik overweeg hiermee eventueel verder te gaan, omdat de praktijk uitwijst dat je met heel andere begrotingen ook competitief kunt zijn in de vrouwentop. Daarbij komt dat ik bij de vrouwen een heel andere instelling zie, als het gaat om de naam uitdragen van de sponsors die een ploeg ondersteunen. Dat doen de meiden veel beter dan de jongens. Misschien dat ik met Interfarms samen iets kan doen. Maar daar ben ik nog niet over uit."