De B-junior won bij de Holland Cup in Heerde vier medailles: goud op de punten- en afvalkoers, zilver op de 500 meter sprint en brons op de 300 meter tijdrit. In het klassement voor de kortere afstanden eindigde hij als tweede achter Janno Botman, die beide sprintafstanden won en tweede werd op de langste afstanden. “Het was een mooie strijd tussen ons”, zegt Van Workum over zijn trainingsgenoot.

“Buiten de sport is Janno een vriend, maar in de sport is het echt een grote concurrent van me. Sinds ik begonnen ben met skeeleren, is hij mijn concurrent en dat is hij nu nog steeds. Dat is het leuke aan de sport, dat je concurrenten en vrienden kunt zijn.” En bij concurrentie hoort soms ook een heftige strijd. “Er was een klein incidentje voorgevallen in de voorrondes, maar dat was in de finale weer opgelost. Tja, dat hoort er soms bij.”

Boarding
Vorige week was Van Workum al succesvol bij de vierde Europa Cup van het seizoen in Gross-Gerau. Daar won hij het klassement en nam hij verder nog twee medailles mee naar huis. Ook in Heerde liet hij zien over veel talent te beschikken. “Het ging wel lekker ja”, zegt de jongeling, die vooral genoot van een ‘supervette’ puntenkoers zaterdag. “Het was een kopie van vorig jaar, al reed ik toen op tien ronden voor het einde weg en nu op zestien. Het is zo cool als het publiek op de boarding gaat slaan. En als je dan over de finish komt en iedereen je feliciteert geeft dat zo’n fijn gevoel!”

Toch was er één kanttekening bij de overmacht van Van Workum en Botman dit weekend. De Italianen en Fransen waren in Heerde niet van de partij. En dat zijn volgens Van Workum wel de beste landen uit deze categorie, samen met Nederland. “De Italianen waren er bijvoorbeeld wel in Geisingen (Europa Cup 3). Dat was toen echt een gevecht, dat kostte veel energie. Maar dat is de sport, dat is cool.”

Rondjes
Van Workum kan op zowel de lange als korte afstanden goed uit de voeten;  zijn voorkeur gaat echter uit naar de langere afstanden (de puntenkoers en afvalkoers). “Bij de korte afstanden is het gewoon twee snelle rondjes rijden. Bij de langere afstanden kan ik de rondjes achter elkaar blijven rijden zonder echt moe te worden, dat is het mooiste. Het is gaaf als je het gevoel hebt dat je niet geklopt kan worden.”

Bij Desly Hill heeft de lange Van Workum zich dit jaar ook al flink verbeterd op de sprintafstanden. Dat komt met name doordat hij samen traint met sprinters als Mathias Vosté en Gerrie van Lingen. “Daar word ik beter van. Vooral mijn start is beter geworden”, zegt de Noord-Hollander, die dit seizoen het NK en EK als doelen heeft gesteld. “Vorig jaar werd ik op het EK tweede op de puntenkoers, daar zou ik graag een eerste plek van willen maken.”

Ook voor volgend jaar heeft hij al twee wedstrijden met hoofdletters in zijn agenda gezet. Het WK in eigen land en de Olympische Spelen voor jeugd. “Daar kijk ik echt naar uit. Volgend jaar ben ik eerstejaars A-junior, dus misschien is het WK wel haalbaar.”