Zowel de mannen als de vrouwen reden voorafgaand aan de finale een halve finale. De beste acht rijd(st)ers van de halve finale plaatsten zich voor de finale die na de dweil werd verreden. Jan Coopmans, die in december werd aangesteld als de nieuwe bondscoach, was erg te spreken over het aantal deelnemers. "Dat is een heel goed signaal. Mijn voorwaarde is dat je dit onderdeel serieus moet aanpakken en het niet als 'bijbaantje' erbij doet. Op internationaal niveau red je het daar gewoon niet mee."
Het is één van de redenen waarom Coopmans in overleg met de KNSB ervoor heeft gekozen om meer mass starts aan de kalender toe te voegen. Zo is er tijdens onder andere het World Cup Kwalificatietoernooi en tijdens de IJsselcup een mass start aan het toernooi toegevoegd, zodat de rijders meer op dit onderdeel kunnen oefenen. "Je zult veel mass starts moeten rijden om je verder te bekwamen in dit onderdeel. Als bondscoach kan ik er verder niet zoveel in betekenen. In de training kun je zo'n wedstrijd niet simuleren, dat kan alleen maar in een wedstrijd. We hebben de loper nu uitgelegd en iemand die de handschoen wil oppakken, kan dat gaan doen."
Soeverein
Tijdens de pilot mass start competitie in Heerenveen werd alvast één handschoen opgepakt door Marijke Groenewoud. De jongeling van Team easyJet versloeg in de eindsprint shorttrackster Suzanne Schulting en juniore Femke Kok. Coopmans was onder de indruk van de sprint van Groenewoud. "Hoe zij de sprint uitgekookt afwerkte, was soeverein." Ook over de nummer twee en drie, Schulting en Kok, had Coopmans lovende woorden.
"Femke is een toptalent en speelde het slim. Bij Suzanne zie je dat ze op het rechte stuk voor de sprint nog werk te verrichten heeft, maar het is duidelijk dat ze snelheid genoeg heeft. De shorttrackers hebben geen moeite met het rijden in een groep en bovendien is voor hen het bochtenwerk geen enkel probleem. Ze hebben zeker mogelijkheden om op dit onderdeel mee te gaan draaien."
In de mannenfinale was Marcel Bosker al zijn tegenstanders te slim af. Een paar ronden voor het einde zette de 22-jarige rijder van Team TalentNED een versnelling in en werd vervolgens door niemand meer achterhaald. Jan Blokhuijsen, die zijn eerste wedstrijd reed sinds de Olympische Spelen en indruk maakte op de bondscoach, werd tweede en Tjerk de Boer finishte als derde. "Marcel koos het goede moment", aldus Coopmans.
Bosker stemde tevreden toe. "Ik dacht: ik moet Jan achter zien te laten, want hij heeft een goede sprint. Op het moment dat ik versnelde, reed hij op kop en dan kan hij nooit reageren", analyseerde Bosker zijn race. Volgens de jongeling is het belangrijk dat je in een mass start goed kunt herstellen. "Dat is iets wat je hebt of niet. Ik heb meerdere keren een gat dichtgereden en dat gaat me vrij goed af. Of ik komend seizoen World Cups wil rijden? Als ik de kans krijg van de bondscoach", keek hij lachend opzij. Coopmans: "Hij heeft er aanleg voor. Hij zou gek zijn als hij er niet voor zou gaan."
Of hij al heeft nagedacht over koppeltjes? Nee, maar hij heeft wel voorkeuren over wat voor soort rijders hij het liefst samen in actie ziet. "Het hangt natuurlijk van het materiaal af, maar ik heb het liefst twee mensen die allebei een wapen hebben. Dat kan iemand zijn met een geweldig duurvermogen of iemand met een verwoestende eindsprint. Het heeft weinig zin om samen te sprinten en vierde en vijfde te worden. Ik heb liever dat er dan één laatste wordt en dat de ander wint."