Aan het woord is Dautsen van der Meer. Samen met haar vriendin Lana is ze in de weer met het vullen van de gieters, zodat Daan Breeuwsma kan zorgen dat het ijs er optimaal bij ligt voor de volgende heat. Tussen alle bezigheden door moedigen ze ook nog hun clubgenoten aan. Hun favoriet? "Sven Roes!" De Nederlands juniorenkampioen van vorig jaar is die categorie echter ontgroeid en wist dit jaar bij de senioren de titel te veroveren. "Maar ik ben ook fan van Suzanne, Daan en Itzhak hoor. En Sjinkie", zegt Lana.

Nu het seizoen voor de shorttrackers uit de nationale ploeg vervroegd ten einde is gekomen, hebben zij tijd over om de organisatie in Leeuwarden te ondersteunen. "Het is mooi om iets terug te doen voor de jeugd", vertelt Breeuwsma tijdens de korte lunchpauze. Ondanks het drukke schema is er zo nu en dan ruimte om een kort praatje te maken. "Gewoon al ertussen staan en af en toe wat aanwijzingen geven is al leuk."

Blokjeslegger Tsjerk en zijn clubgenoot Robin genieten dan ook met volle teugen dat ze met een topper als Breeuwsma op het ijs mogen staan. "Het is hartstikke leuk! We hebben weinig tijd om te praten, maar je moet natuurlijk wel overleggen om te weten wie de blokken pakt tijdens de wedstrijd bijvoorbeeld."

Waar Breeuwsma na het ochtendprogramma weer naar huis gaat, blijft Friso Emons de hele dag bij het NK aanwezig. De Brabander heeft weliswaar niet zijn roots in Friesland liggen, maar woont intussen wel al twee jaar in Heerenveen. "Met heel veel junioren heb ik nog getraind toen ik bij het RTC zat, dus het is heel leuk om iedereen hier weer tegen te komen. De shorttrackwereld is ook weer niet zó groot."

Geblesseerde Brunsmann
Ook Jasper Brunsmann, die in november zwaar geblesseerd raakte bij de KNSB Cup in Utrecht, staat in Leeuwarden weer op het ijs, al is het wel nog op ijshockeyschaatsen. Het herstel van zijn zware knieblessure gaat voorspoedig, al merkt hij wel dat hij een grote achterstand heeft opgelopen. Waar de meeste van zijn ploeggenoten de komende maanden misschien wat rustiger aan doet, traint hij volop door. Hij hoopt in mei weer aan te kunnen sluiten bij de rest van de groep.

Op het Leeuwarder ijs dolt hij wat met de kinderen. De samenwerking loopt gesmeerd en tussendoor wordt er heel wat gelachen. "Dat blokje ligt nog niet goed", roept hij ze plagend toe. "We hebben niet heel veel te doen, dus we houden onszelf bezig door af en toe maar wat blokjes te verleggen", legt hij uit.

Als man van de club is Brunsmann nog altijd zeer betrokken. "Ik ben een echte Trias-man inderdaad. Tot twee jaar terug ging ik ook nog mee op trainingskamp naar Ameland. Dat is echt fantastisch. Iedereen gaat mee, je bent tot vijf uur 's nachts wakker en om acht uur zit je weer op de mountainbike. We zijn een heel hechte club."