Tijdens de komende twee World Cups zal Van der Poel in ieder geval één snelle 5 kilometer op de klok moeten zetten om zichzelf een WK-ticket voor deze afstand te verschaffen. Er zijn immers nog acht plekken te vergeven voor rijders die zich namens hun land nog niet hebben geplaatst voor de mondiale kampioenschappen. Gezien zijn vorm van het afgelopen weekend zou dat echter niet al te veel problemen moeten opleveren. "Ik ga er alles aan doen om een zo snel mogelijke tijd te rijden", aldus Van der Poel, die komende zondag in de B-groep zal moeten starten.
Met een snelle tijd op de 5 kilometer bewijst Van der Poel zichzelf ook een goede dienst voor zijn geliefde 10 kilometer. Omdat er dit seizoen vanwege de coronapandemie geen internationale 10 kilometers zijn verreden en ook niet verreden gaan worden, zijn schaatsers op deze afstand geplaatst op basis van tijden van vorig seizoen. Daar staat Van der Poel niet tussen, omdat hij zich de afgelopen seizoenen op andere dingen dan schaatsen richtte. Wanneer hij tijdens de World Cups een goede tijd op de 5 kilometer rijdt, komt hij op de reservelijst van de 10 kilometer te staan.
Hiervoor geldt: hoe hoger hij op de reservelijst komt te staan, hoe groter de kans is dat hij op 14 februari alsnog kan instromen. "De concurrentie is hevig, maar als het me lukt om net zo'n rit te rijden als tijdens het EK Allround zie ik zeker kansen om hoog op die reservelijst te komen", aldus Van der Poel, die van mening is dat de ISU te allen tijde de beste rijders van dit moment moet selecteren. "Ik zou het jammer vinden als ik de 10 niet mag rijden, want ik vind dat ik daar thuishoor. Maar als ik alleen de 5 kilometer mag rijden, ga ik daar ook van genieten."
40 keer
Van der Poel baarde het afgelopen weekend veel opzien door zijn prestaties op het EK Allround. Op de eerste dag van het toernooi eindigde hij ondanks een chaotische voorbereiding ('Pedersen moest me een kwartier voor mijn race wakker maken') verrassend als tweede op de 5 kilometer. Een dag later won hij op overtuigende wijze de afsluitende 10 kilometer, waardoor hij in het klassement van de elfde naar de vierde plek klom. Met een tijd van 12.42,80 - de derde tijd ooit in Thialf gereden - was er zelfs nog nooit iemand sneller tijdens een internationaal allroundkampioenschap.
"Deze tijd had ik in gedachten. Ik wilde rondjes 30,5 rijden en dan op het eind afbouwen. Dat lukte", vertelde Van der Poel na afloop van zijn race trots. "Het is niet heel ingewikkeld. De grootste uitdaging van een 10 kilometer is dat je mentaal sterk moet blijven en erin moet geloven. Ik heb dit seizoen misschien wel 40 keer een 10 kilometer gereden, zodat ik precies weet hoe ik me hoor te voelen als ik bijvoorbeeld nog dertien rondjes moet schaatsen. Je leert alleen maar een goede 10 kilometer te rijden door het heel vaak te doen!"
Van der Poel beseft dat zijn concurrenten een andere aanpak hebben. "Ze zeggen toch dat er meerdere wegen naar Rome leiden? Dat is in dit geval ook zo. De ene route is wat langer en de andere wat hobbeliger. Ik denk dat ik de goede weg ben ingeslagen, maar Patrick (Roest, red.) heeft er vast ook eentje die werkt. Wat hij doet, zal ik sowieso nooit kunnen. Hij is de meest complete schaatser die ik ken", looft Van der Poel zijn generatiegenoot die het afgelopen weekend voor het eerst in zijn carrière Europees kampioen werd.
Militaire dienst
Van der Poel is geen doorsnee schaatser. Na zijn succes op het WK Allround in 2018 (Van der Poel won de afsluitende 10 kilometer) stapte hij uit de schaatswereld om zich onder meer op zijn militaire dienst en het ultrarunnen te richten. Hij leerde er veel en toen hij deze zomer samen met zijn coach Johan Röjler terugkeerde in de schaatssport merkte hij dat hij gemotiveerder was dan ooit. "Door veel met andere sporters te trainen, heeft Nils de afgelopen tijd veel kennis opgepikt", vertelt bondscoach Joël Eriksson, die de komende weken Van der Poel op het ijs begeleidt.
"Hij doet het op de manier waarvan hij denkt dat het het beste voor hem is. Hij kiest weliswaar een andere weg dan de andere schaatsers, maar hij weet precies wat hij doet. Zijn gedachtegang is: als je het meeste doet, word je vanzelf de beste. Het is ongelooflijk hoe veel hij ervoor doet, er zit geen stop op. Ik heb nog nooit iemand gezien die zoveel traint als hij", aldus een lovende Eriksson, die er niet raar van opkijkt als Van der Poel ooit een wereldrecord rijdt. "Waarom niet? He's an unbelievable kid!"
Van der Poel hoort het van een afstandje aan en kan er stiekem wel om lachen. "Ik zeg niet dat mijn route per se beter is, maar als ik gewoon elk jaar 40 keer een 10 kilometer rijd, moet het vanzelf goed komen", zegt hij met een knipoog.
