Otterspeer gaat na twee afstanden riant aan de leiding. De boomlange sprinter, die eerder op de dag al tweede werd op de 500 meter, heeft een voorsprong van 0,55 seconden op Thomas Krol en 0,62 op Dai Dai N'tab, de nummers twee en drie in het klassement. Lennart Velema werd na afloop van de 1000 meter gediskwalificeerd wegens het overschrijden van de lijn.
"Mijn voorsprong mag er zeker zijn ja", bevestigt Otterspeer. "Ik wist wel dat ik in goede doen was. Mijn tijden in het voorseizoen bleken goed genoeg om mezelf vooraf als een van de favorieten te noemen, maar met mij waren er ook veel anderen. Ik ga morgen vol goede moed in. Ik ben heel blij met de voorsprong, maar het blijft sprinten. Je weet pas na vier afstanden of je gewonnen hebt."
Dai Dai N'tab won eerder op de dag de eerste 500 meter. De sprinter van Team Jumbo-Visma was met 34,79 net ietsje sneller dan zijn ploeggenoot Hein Otterspeer (34,82). Mulder, die zijn 500 meter mocht overdoen nadat hij gehinderd werd door Kjeld Nuis, eindigde bij zijn herkansing als derde dankzij een tijd van 34,85.
Zicht op podium
Voor Kai Verbij, die zich in het verleden al tot Nederlands, Europees- en wereldkampioen sprint kroonde, was het een mindere dag. De 26-jarige sprinter van Team Jumbo-Visma staat na de eerste dag vierde in het tussenklassement. Zijn achterstand op ploeggenoot Otterspeer bedraagt 0,64 seconde. Waar hij op de 500 meter zijn beste race van het seizoen eindigde, leverde hij op de dubbele afstand veel in. "Het zag er loom en sloom uit. Niet hoe ik normaal een 1000 meter rijd."
Verbij, die deze zomer na zes jaar overstapte van Team Reggeborgh naar Team Jumbo-Visma, zag zaterdag toch ook lichtpuntjes. "Ik ben blij dat ik al een stuk beter rijd dan ik de eerste paar weken deed. Toen ging het echt heel slecht. Er zit progressie in. Vandaag raak ik ze gewoon even niet en dat is jammer. Morgen is er nog een kans." Het podium is daarbij zeker nog binnen bereik. De achterstand op Otterspeer is behoorlijk, Thomas Krol en Dai Dai N'tab staan binnen een paar tienden. "Het gaat een uitdaging worden, dat moet ik wel zeggen, maar het is sprinten. Niets is onmogelijk."
