Het aantal dopingincidenten in de Nederlandse schaatssport is een zeldzaamheid te noemen. Thom van Beek is pas de tweede marathonschaatser die positief testte. In 1989 liep Jos Pronk tegen de lamp. Hij werd positief bevonden na het marathonkampioenschap in februari 1989. Een overzicht.

Ernst Beets (1967)
Op 20 december 1967 werd Ernst Beets door de KNSB beschuldigd van dopinggebruik tijdens het NK Allround in het weekeinde daarvoor. De bond voerde bij die wedstrijden voor het eerst controles uit. De contra expertise viel in het voordeel van Beets uit, waardoor hij uiteindelijk geen straf kreeg.

Marathonschaatser Jos Pronk (1989)
Natterman kostte ook marathonschaatser Jos Pronk de kop. Hij werd positief bevonden na het marathonkampioenschap in februari 1989. Vier maanden later sprak de bond hem vrij. Niet omdat een tegen onderzoek in zijn voordeel was uitgevallen, maar vanwege de onbevoegdheid van het KNSB-bestuur om hem te straffen. Jos Pronk viel buiten de dopingreglementen van de ISU, omdat de internationale bond het marathonschaatsen niet had erkend.

Zaak Karsten (1992)
In 1992 zorgt huisarts Michel Karsten voor opschudding. Hij laat bij herhaling weten dat hij sporters begeleidt in het gebruik van doping. Hij zou daarbij in ieder geval één Nederlandse schaatser anabole steroïden hebben toegediend in de voorbereiding op de Olympische Spelen van Albertville 1992. Namen zijn nooit bekend geworden.

Te hoog hematocriet (2000)
In navolging van de wielerwereld wordt vanaf 2000 ook gecontroleerd op EPO, niet direct op het werkzame middel, maar op het gevolg: een hogere hematocrietwaarde van het bloed. Bij de WK Afstanden in Nagano worden er twaalf rijders en rijdsters aangetroffen met een te hoog hematocriet.

Marianne Timmer is een van hen, maar er zijn geen gevolgen. De betrokkenen trekken de testmethode in twijfel. “Achteraf bleek dat die uitkomsten aan een verkeerde ijking en foute bediening van het apparaat hebben gelegen”, laat Hans van Kuyk, op dat moment bondsarts van de KNSB, weten.

Wesley Lommers (2009)
De eerste echte Nederlandse zaak komt in 2009 in de publiciteit. De talentvolle C-junior Wesley Lommers test positief. Hij wordt verdacht van het gebruik van anabole steroïden. In eerste instantie wordt hij wegens procedurefouten vrijgesproken, maar de KNSB en de Nederlandse dopingautoriteit gaan tegen dit vonnis bij het CAS in beroep en krijgen gelijk. Lommers wordt voor twee jaar geschorst.