’Drekt komm’n.’ Aan het enthousiaste stemgeluid herken ik Harry Oosterhuis. Het is donderdag 31 december 2008. Het vriest en het vooruitzicht is goed.

Harry ratelt maar door. Ik heb moeite hem te verstaan, want als Harry enthousiast is praat hij ’Overissels’ en slikt de helft in.

Op het einde van zijn betoog, want ik kom er toch niet tussen, vraag ik hem om het nog eens rustig te vertellen. Harry was toen voorzitter van SBN (Skate Bond Nederland) en als bijbaantje was hij ook voorzitter van de Stichting Promotie Oostvaardersplassen. Op deze Oostvaardersplassen wilden zij ooit een toertocht organiseren, maar het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan. Harry is een wedstrijdman in hart en nieren.

Op de Oostvaardersplassen ligt een fantastische ijsplaat vertelt Harry mij. Er ligt haast 10 centimeter ijs en zaterdag kan je hier makkelijk het NK op natuurijs rijden. Ik ga er eens goed voor zitten, want ik was net weer thuis na het toertje langs verschillende ijslocaties, en ik had niet meer gemeten dan 6 à 7 centimeter. Nu had mijn ervaring geleerd dat organisatoren wel wat wilden overdrijven, om toch maar te bewerkstelligen dat ik kwam kijken. Na enig aandringen kwamen Harry en ik tot de slotsom dat er eigenlijk niet meer dan 8 centimeter lag.

Afgesproken dat ik zaterdag eens kwam kijken en de telefoon neergelegd, zat ik direct al met een dilemma. Want ja, de Oostvaardersplassen was helemaal geen NK locatie, en er was afgesproken met de gewesten en organisatie dat er op voorhand zo’n acht locaties waren.

Maar ja, we hadden al meer dan tien jaar geen NK meer kunnen organiseren en sporters verweten de KNSB nog al eens dat wij niet alert waren en niet beslisten. Dan waren we te laat en dooide het weer.

Met dit in mijn achterhoofd heb ik de toenmalige directeur van de KNSB Huub Stammes deelgenoot gemaakt van mijn dilemma. Allebei waren wij van mening dat je ’het ijzer moet smeden als het heet is’.

Zaterdags aangekomen op de locatie aan de Oostvaardersplassen moest ik toch nog een keer hevig slikken. Er lag een prachtige ijsvloer, maar er waren helemaal geen faciliteiten in de vorm van kleedgelegenheid, restaurant, internet, juryruimte. Kortom, het enige was een klein bezoekerscentrum en een machineloods van Staatsbosbeheer. De ijsvloer zag er werkelijk fantastisch uit, maar ook de entourage van het parcours midden in de Oostvaardersplassen, waar je alleen vanaf de dijken het gebied in mocht kijken. Kon het werkelijk zijn dat Staatsbosbeheer, die niet erg te boek stond als een meegaande organisatie, hier toestemming zou gaan geven om een mogelijk NK natuurijs te rijden?

Na een ’dagje’ vergaderen met de gemeente Lelystad, Staatsbosbeheer, IJsvereniging Lelystad en de stichting van Harry was ik er wel uit. Bij goede vriezende vooruitzichten gaan we hier het NK organiseren. Wat een enthousiaste en daadkrachtige mensen heb ik die dag ontmoet.

Achterban overhalen

Maar ja, mijn achterban moest ik toch nog zien over te halen. Eerst maar eens de NOS geïnformeerd over een mogelijk NK op natuurijs, want als KNSB hebben wij een contract over live uitzending. Stiekem achter de schermen probeer je zo goed mogelijk met elkaar te plannen. Maar het is natuurlijk wel weersafhankelijk en het weer is niet gewend rekening te houden met een groepje enthousiastelingen dat zo graag weer eens een NK natuurijs wil organiseren. We plannen voorzichtig de woensdag of donderdag.

Nu aan de gang met SBB en IJsvereniging Lelystad om het hele terrein in te richten voor de ontvangst van de sporters, pers en publiek. Maar ook om de aangevraagde evenementen vergunning, die elk jaar opnieuw wordt aangevraagd en nu definitief gemaakt moet worden.

Maandag 5 januari hebben wij in klein comité nog een laatste inspectie op het ijs, op het terrein en met de gemeente. Na overleg met iedereen besluiten wij na ruim twaalf jaar dat er weer een NK natuurijs wordt georganiseerd. We doen deze mededeling op het ijs in aanwezigheid van de NOS en het live boren van een gaatje om aan te tonen dat de vereiste 12 centimeter is bereikt. Na twaalf jaar houden we ijs en weder dienende op donderdag 8 januari het NK natuurijs.

De eerste spanning valt van mij af. We gaan het doen. Maar tegelijkertijd tijd loopt de spanning weer snel op, want we hebben maar vier dagen om alles op te bouwen en in te richten.

SBB en de vrijwilligers van de schaatsvereniging zijn al de schuren van SBB aan het opruimen en inrichten als kleedkamers. Het bezoekerscentrum wordt de NOS-ruimte voor haar live uitzendingen. Ondertussen zijn de producers van de NOS gearriveerd om regiewagens, camera etc. op te stellen. Maar hoe krijgen we dit aan het parcours?

Met de ijsmeester van de schaatsvereniging het parcours uitgezet. Dit doen we door middel van wilgentakken in het ijs te plaatsen, want er ligt nergens een vlokje sneeuw. Geweldig om zo op de schaats door de verlaten broedkolonies van de aalscholvers te schaatsen. Ondertussen zijn er twee grote containers gearriveerd om de pers te huisvesten. Wifi is er niet of nauwelijks en gaat ook niet meer lukken.

Tussen alle drukte voortdurend overleg met de gemeente, politie, brandweer en de GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen). Vragen als ’hoeveel toeschouwers komen er’ en ‘waar positioneren wij de toeschouwers en voorzieningen voor de toeschouwers’. Mijn collega Esther Rietman beheert mijn twee telefoons en maakt afspraken met de horeca en bedrijven voor het inrichten van verkooppunten voor de toeschouwers, pers, gasten, sporters. In de avond zegt Esther tussen neus en lippen door - ik had verschillende tv-stations aan de telefoon om ’s avonds in de uitzending te komen – dat ik geen tijd heb, op tijd naar bed moet.

Het wedstrijdparcours wordt ingericht, de finishstraat wordt bepaald: zo dicht mogelijk aan de oever van de Oostvaardersplassen, zodat wij publiek op de kant kunnen houden, maar ook voor het zware materiaal van de NOS waarvoor  ondertussen de rijplaten zijn gearriveerd.

Tijdens onze voorbereidingen zie ik af en toe een gewestelijk bestuurder op het ijs lopen, om eens te controleren of dit wel de juiste manier is van deze eigenwijze man. Sommigen betrap ik erop dat ze stiekem een gaatje prikken om de ijsdikte te controleren.

De weersuitkomsten maakt het nog spannender, de beloofde vorst van -10 tot -12 graden wordt niet gehaald. Wel twee nachten van -7 à -8. Pfff, het zal toch wel doorgaan? Aan de andere kant zijn we met meer dan 110% inzet bezig om het te doen slagen en je moet nuchter zijn: het weer hebben we niet in de hand.

Inmiddels gaat de politie elke keer meer eisen stellen. Vragen over de ijsdiktes, de verantwoordelijkheid, de toeschouwers aantallen, de routing, publiek al dan niet op de oever etc. Het lijkt wel of men nu pas serieus gaat nadenken over alles. Vanuit de gemeente wordt er een projectleider aan ons organisatieteam toegevoegd. Allemaal uitstekend en goed om met elkaar verantwoordelijk te zijn, maar het NK komt snel dichterbij.

Woensdagavond toch nog een tegenvaller. De GHOR stelt plotseling aanvullende eisen: er moeten nog meer EHBO’ers ingezet worden. Als je zo hard moet werken met elkaar word je ook inventief. Alle ingezette Boa’s van Staatbosbeheer hebben EHBO, daar is de oplossing en SBB werkt mee, zoals de hele week al.

Onder druk wordt alles vloeibaar en uiteindelijk gaan alle neuzen dezelfde kant op. Met elkaar een groots evenement organiseren, dat binnen een paar dagen staat. Wat een uitdaging. Ik heb er plezier in, maar natuurlijk is het ook spannend.

Geen hand voor ogen

Na twaalf jaar geen natuurijs is het zover. Maar wat een deceptie als ik ’s morgens wakker wordt op de grote dag. Het is erg mistig. Je kunt geen hand voor ogen zien. We besluiten toch te starten met de Masters. Na de eerste ronde komt de scheidsrechter me vertellen dat het wel erg mistig is. We besluiten meer quads in te zetten om de rijders beter te begeleiden.

Tussendoor hoor ik van onze perschef dat er zich inmiddels 300 journalisten hebben gemeld. Op zoveel mensen hadden wij niet gerekend. Er waren wel twee grote containers neergezet, maar om daar nu 300 journalisten in te herbergen is ondenkbaar. Het lijkt wel of iedereen in zijn nopjes is met matige werkplekken en nauwelijks Wifi. Natuurijs maakt iets los in Nederlanders en zelfs ook bij journalisten.

Inmiddels klaart het op en rijden we twee fantastische kampioenschappen. Bij de Dames wordt Carla Zielman kampioen en bij de heren de veel, veel, véél te vroeg overleden Sjoerd Huisman. Iedereen heeft nog Sjoerd zijn knieval op het netvlies. Bij de huldiging fluistert Sjoerd mij nog in het oor: ’Je had nog zeker niet op mij gerekend Teun, de kampioenstrui is een beetje te groot’. Later zie ik met tranen in mijn ogen deze trui nog één keertje terug.