Sinds 1974 kent Nederland niet alleen de Elfstedentocht, maar ook de zogenaamde 'Alternatieve Elfstedentocht' en andere 200-kilometerwedstrijdtochten. Omdat de winters na 1963 jaar na jaar verstek lieten gaan en de kilometervreters meer wilden dan alleen trainen, kwam er een marathoncompetitie op kunstijsbanen en werd er in het buitenland ijs gezocht om elk jaar een 200-kilometerwedstrijd te kunnen rijden.

Eén naam zal onlosmakelijk verbonden blijven met die 'Alternatieve Elfstedentochten'. Die van Jan Roelof Kruithof. De architect uit Havelte won er liefst elf: de eerste in 1974 in het Noorse Lillehammer, de laatste in 1991 in Kuopio. Een unieke prestatie.

De mooiste was voor Kruithof de zege in de 'Alternatieve' in Newport, op de grens van Amerika en Canada, in 1983. ''Daar was iedereen aanwezig. Er werd altijd gezegd: 'Jan of Piet is er niet en daarom kan Kruithof winnen', maar in Newport heb ik iedereen op achterstand gereden.''

Grootste hiaat in de erelijst bij zo veel mooie overwinningen is de echte Elfstedentocht in Friesland, waar geen 'Alternatieve' tegenop kan. In de kracht van zijn leven was het Jan Roelof Kruithof echter niet gegeven zijn heerschappij tussen de Friese elf steden te bewijzen. ''Ik had graag de Elfstedentocht in mijn beste jaren willen rijden'', vertelt de Drentse kilometervreter, ''maar het is niet zo geweest. Pech gehad. Ik heb me daarbij neergelegd.''

Werelduurrecord

Afzien, Kruithof kon het als geen ander. ''Ik houd van uitdagingen'', zei de grootmeester van de 200-kilometertochten altijd, als hem werd gevraagd waarom hij weer het avontuur zocht. Want Kruithof won niet alleen elf keer een 200-kilometertocht, maar was ook tweemaal houder van het werelduurrecord en verrichtte in 1994 een haast bovenmenselijke prestatie in het Italiaanse Baselga di Piné, waar hij 24 uur aan een stuk schaatste en daarin een afstand van liefst 655km en 600 meter aflegde.

Kruithof begon pas laat met 'topschaatsen'. Op z'n 32ste. ”Mijn eerste wedstrijd was in Den Oever, vijftig kilometer. Na afloop was ik zo kapot, dat ik niet meer in staat was om mijn schaatsen uit te doen. Ik heb me laten masseren en deed een paar dagen later, op 31 december 1969, mee aan de Oldambtrit. De concurrentie lachte me uit. Wat kwam ik daar doen, zo gniffelden ze? Maar ik won wel.''

Op 2 maart 1974 gingen ruim vijfhonderd schaatsfanaten van start op het Mjösameer bij Lillehammer voor de eerste Alternatieve Elfstedentocht over 190 kilometer. Het grootste deel keerde bebloed, hongerig en ontredderd terug. De wedstrijd zelf speelde zich af op ijs dat die benaming nauwelijks verdiende. In de kopgroep van zeven man werden afspraken gemaakt om in geval van pech op elkaar te wachten. En juist die afspraak leverde Jan Roelof Kruithof zijn eerste zege op in een 200-kilometertocht.

Zo'n 1500 meter voor de finish kwam de toen 37-jarige binnenhuisarchitect ten val. Johan Wardenier en Egbert Vossebelt aarzelden: wachten of doorrijden. Ze besloten als echte sportvrienden tot het eerste, waardoor Kruithof even later naar zijn eerste 'Alternatieve' zege kon sprinten. ''Het mooiste was nog dat ik de start miste'', herinnert Kruithof zich zijn eerste overwinning. ''Ik moest nog een broek aantrekken, toen ze al weggingen. Ze waren zeker drie minuten te vroeg weg. Ik heb daarna een jacht van twintig kilometer moeten inzetten om bij te komen.''

Een jaar later bleek het ook in Noorwegen te kunnen dooien, zodat Finland vanaf 1976 als het beloofde Alternatieve Elfstedenland werd aangewezen. Op het Vesyärvimeer bij Lathi vertrokken op 31 januari 1976 honderdvijftig schaatsers voor 190 barre kilometers. Sint Bekkema leek te gaan winnen. Hij gooide een meter of vijftien voor het finishdoek de handen al in de lucht. Hij bleek echter misleid door een flinke scheur in het ijs, die hij als eindstreep moet hebben gezien. Een miskleun, die door Jan Roelof Kruithof werd uitgebuit. 

Twintig minuten voorsprong

Aan de vooravond van de tocht in 1977, op 5 maart in Oulu, kwam het de Drent ter ore dat de concurrentie er wel eens voor zou zorgen dat hij ditmaal niet zou winnen. Het tergde de 200-kilometergrootmeester dusdanig dat hij meteen na de start bij de verbijsterde concurrentie wegreed. JR danste over het ijs en was onhoudbaar. Zijn voorsprong aan de finish bedroeg meer dan twintig minuten. ''Zo, nu weten ze dat er met mij niet te spotten valt'', was het  getergde commentaar van de toen drievoudige winnaar.

In 1978 was de Alternatieve Elfstedentocht wel weer zeer alternatief. Op dooi-ijs had het op het Vesyärvimeer bij Lathi weinig met schaatsen te maken. En omdat Kruithof nu eenmaal niet van 'zwemmen' houdt, speelde hij geen rol van betekenis. In 1979 (24 februari), 1980 (23 februari) en 1981 (28 februari) was het wel weer raak. Het leverde Kruithof drie overwinningen op. In 1980 reed Jan-Roelof 140 kilometer solo.

Vreemd genoeg was JR in eigen land in dergelijke monstertochten slechts eenmaal succesvol. Kruithof won in Nederland alleen de Veluwemeertocht over 203 kilometer in 1987. In het buitenland bleef de architect uit Havelte echter onverslaanbaar. Hij veroverde in 1982 in Lathi zijn zevende alternatieve zege. In 1983 werd uitgeweken naar de overkant van de oceaan, waar Kruithof andermaal toesloeg. Op het meer van Memphremagog op de grens van de Verenigde Staten en Canada leek Jos Niesten de aangewezen man om JR een halt toe te roepen. Maar de Heemskerker werd murw gereden door de Drent.

Nadat Kruithof in 1984 in het Finse Kuopio zijn negende alternatieve overwinning liet bijschrijven, ging het in 1985 eindelijk weer eens ouderwets winteren in Nederland. Op 21 februari '85 kwam, na 22 jaar, eindelijk de Friese monstertocht, waar zo velen jaren en jaren voor hadden getraind. Ook Jan Roelof Kruithof. Hij had eerder al twee Friese Elfsteden gereden. In 1956 en 1963: ''In '56 was ik niet eens echt moe. In '63 heb ik in Stavoren gewacht op een gewonde kameraad. Ik heb wel alle stempels, maar ik kwam twintig minuten te laat voor het Elfstedenkruis.'' 

Val

De Elfstedentocht in 1985 was voor Kruithof al voorbij voor hij begon. Hij wist dat al na het Nederlands marathonkampioenschap in Westerland. ''Ik sukkelde met mijn longen'', weet JR. Toch deed hij lange tijd goed voorin mee. Tot Kimswerd om precies te zijn. Toen zag heel Nederland voor de buis hoe de matador van de 'Alternatieve' ten val kwam tijdens het klunen. ''In Kimswerd heb ik de Elfstedentocht verloren. In kreeg kramp en viel. Dan kan je het vergeten. Ondanks de nederlaag – hij werd twaalfde - was het een van de mooiste dagen van mijn leven.''

Na de echte Elfstedentocht van 1985 waren de kunstjes van Jan Roelof Kruithof echter nog niet over. Nee, in de Friese tocht van 1986 kon hij geen rol van betekenis spelen (51ste), maar hij won nog wel tweemaal een 200-kilometertocht: op 21 januari 1987 het Veluwemeer en in 1991 zijn elfde monstertocht op het Kallavesi-meer bij Kuopio.

De Elfstedentocht van 1997 reed hij als toerrijder.

Jan Roelof Kruithof zal later deze maand het onderwerp zijn van een Andere Tijden Sport-aflevering, 24 januari 2016 om 22.20u op NPO1.