Wie hem zo ziet zitten, zou niet zeggen dat zijn lichaam nog in een andere tijdzone hangt. “Deze kant op is altijd moeilijker voor mij”, vertelt hij over de terugreis van Amerika naar Europa. Toch oogt hij opgewekt. Hij vertelt dankbaar over het hotelleven, de goede koffie en het royale buffet. Hij grijnst: “Het is hier bijna te goed. Ik hoop maar dat ik niet te dik word voor de tien kilometer.” Zijn vermoeidheid verbergt hij niet, maar hij klaagt ook niet. “Mijn baan is niet de zwaarste op de planeet. Ik train me liever moe dan dat ik elke dag naar werk ga wat ik niet leuk vind.”

Voor een schaatser die in eigen land geen ijsuren kan maken, is reizen geen keuze maar een levensritme. Zomer en winter: om de paar weken een nieuw land en een nieuw bed. “Ondertussen voel ik me overal wel een beetje thuis”, zegt hij. “Je thuis is waar mensen van je houden.”

Misschien voelt het Heerenveense Thialf daarom zo vertrouwd voor hem. “In Nederland begrijpen mensen onze sport en onze pijn”, vertelt hij. “Ze zien aan je rondetijden hoe zwaar het is. Als je in het groen zit, worden ze enthousiast. Als je in het rood komt, moedigen ze je aan.” Die uitwisseling van energie past precies bij wat hij wil brengen. “Mijn droom is om de wereld een beetje te veranderen. Om mensen meer te laten lachen. Schaatsen is mijn manier om dat te doen.”

Timothy Loubineaud: De schreeuw waarin alle offers samenkwamen.
De schreeuw waarin alle offers samenkwamen. | Foto: Orange Pictures

Die wens sluit naadloos aan bij de manier waarop hij zelf emoties toont op het ijs. In Salt Lake City, na zijn 6.00,23, kwam alles zonder rem naar buiten. Eén lange, rauwe schreeuw die door de hal trok. Hij legt het rustig uit: “Ik ben verlegen als mens, maar niet als schaatser. Zodra ik mijn schaatsen aan heb, ben ik een ander persoon.” Het verschil tussen Timothée en zijn alter ego Timmy Tempo is duidelijk: de een is introvert, de ander gaat op het ijs helemaal open.

Die explosie van gevoel raakt aan iets groters. Hij weet hoeveel mensen meebewegen in zijn carrière. “Mijn ouders, mijn vriendin, iedereen geeft een stukje van zijn leven aan mij”, zegt hij. “Dan zou het toch gek zijn als ik mijn emoties niet laat zien?”. Die oerkreet was meer dan vreugde. Het was de druk die eindelijk barstte: alle jaren, alle offers, alle stiltes die eraan voorafgingen.

Nog opmerkelijker is hoe dat record tot stand kwam, want hij wist tijdens zijn race zelf niet hoe hard hij ging. “Als ik ga schaatsen, gaat mijn brein uit. Ik zie zwart en mijn lichaam denkt voor mij.” Hij hoorde dat hij 27’ers reed, maar het bereikte hem niet. “Ik schaats op gevoel, altijd.” In een sport die leunt op rondetijden, wattages en analyses is hij een opvallende uitzondering. “Ik denk dat ik een van de laatste atleten ben die zo werkt. Maar ik voel gewoon wat goed is.”

Timothy met, zoals hij haar noemt, 'my lady'.
Timothy met, zoals hij haar noemt, 'my lady'.

Een advies van zijn idool Nils van der Poel, met wie hij een winter trainde, houdt hij sindsdien dichtbij. “Hij zei: 'Je moet rijden voor de tijden die jij wilt rijden, niet voor wat anderen willen'.” Het werd de zin die hem van richting deed veranderen. En de band tussen de twee wereldrecordmannen bleef warm. Na zijn laatste WK schonk Van der Poel hem zijn olympische wedstrijdpak. En toen Loubineaud zijn wereldrecord reed, nam hij het bord met Van der Poels oude record mee om later terug te geven. "Het is zijn geschiedenis.”

In het interview vlak na zijn wereldrecord bleef Loubineaud herhalen dat hij nog altijd dezelfde Timothy is. Het past bij de manier waarop hij naar het leven kijkt. “Het gaat er niet om wat ik word. Het gaat erom dat ik beter ben dan gisteren en minder goed dan morgen.”

Die filosofie begon niet op het ijs, maar in zijn jeugd. Een tijd waarin hij vaker alleen was dan hem lief was. “Ik had geen vrienden”, vertelt hij. “Ik werd nooit uitgenodigd voor feestjes. Niemand snapte wat het betekende om een skater te zijn.” Hij herinnert zich een opmerking van zijn scheikundedocent. “Hij zei dat ik de tijd van de klas verspilde, dat ik nooit iets zou bereiken.” Hij haalt zijn schouders op. Er zit geen bitterheid in zijn stem. “Ik hoef me niet te bewijzen. Niet aan hem. Niet aan iemand anders. Als ik het goed doe voor mij, is dat genoeg.” De eenzaamheid dwong hem om vroeg te leren hoe je alleen kunt zijn. “Ik moest leren leven met mezelf”, zegt hij. “Als je dat kunt, is alles makkelijker.”

Timothy Loubineaud bij de Franse politie.
Timothy Loubineaud bij de Franse politie.

Sinds dit jaar combineert hij zijn carrière met een plek in het speciale politietraject voor topsporters. Hij werkt in modules: weken waarin hij volledig traint worden afgewisseld met periodes waarin hij meedraait op het bureau. “In dit vak leer je situaties beoordelen zonder mensen te veroordelen”, zegt hij. “Dat helpt me als mens en als atleet."

Ook het politietopsportprogramma geeft hem de kans om iets terug te doen, niet alleen voor de maatschappij maar ook in gedachten voor zijn familie. Hij vertelt hoe zijn ouders jarenlang alles voor hem betaalden. Zijn broer verkocht zelfs zijn fiets voor hem. “Ze hebben vijf jaar van hun leven aan mij gegeven. Tijd krijg je nooit terug. Dat vergeet ik nooit en ik draag het mee. Ik wil het ze teruggeven.” Komend weekend zitten zijn ouders en vriendin voor het eerst op de tribune in Thialf. Een ervaring die als teruggeven voelt.

Eenvoud, nederigheid en intuïtie. Dat zijn de drie termen die deze bewuste Fransman lijken te kenmerken. En misschien is dat zijn hele geheim. Hij haalt de ruis weg. Hij laat over wat telt. Geen hyperanalyses, geen bewijsdrang, geen angst om zichzelf te zijn. Alleen gevoel en dankbaarheid. En één simpele regel die hij steeds opnieuw herhaalt: “Ik wil beter zijn dan gisteren, en minder goed dan morgen.”