Haar zegetocht begon maandag op de 500 meter, waar ze met een tijd van 37,80 onder meer de grote favoriet Nao Kodaira achter zich liet. Op de 3000 meter die volgde, was ze met een tijd van 4.03,97 sneller dan het oude baanrecord. Een dag later reed ze op de 1000 meter haar tweede baanrecord. Met een tijd van 1.14,02 was ze veel sneller dan de rest van het veld.

Op de 1500 meter, de afstand waar ze in 2019 het wereldrecord in handen kreeg, gleed Takagi naar een tijd van 1.54,08. Ook dat leverde een baanrecord op. Op de afsluitende 5 kilometer noteerde ze in een tijd van 7.07,33 opnieuw een baanrecord. "Ik was behoorlijk gespannen de afgelopen dagen," vertelde Takagi. "Maar ik ben heel blij dat ik vijf van de vijf afstanden heb gewonnen." 

De Japanse schaatsers moeten het dit jaar alleen van de nationale wedstrijden hebben. De bond deelde de ploeg van Johan de Wit vorige maand namelijk mede dat Japan in 2021 niet naar Nederland afreist voor de World Cups en WK Afstanden. Volgens De Wit waren de bondsleden er niet voldoende van overtuigd dat de bubbel 'veilig genoeg' is.