Helemaal beter klinkt de rijder van Team LottoNL-Jumbo nog niet. Hij hoest en proest tussen zijn antwoorden door. “Dit is een lekker-naar-de-klotenkuchje”, zegt hij. “Een kuchje van iemand die nog niet helemaal hersteld is en net een 1500 meter heeft gereden.”

Het missen van het KPN NK was een flinke domper voor Nuis. “Daar baalde ik echt van. Ik ben het hele seizoen in bloedvorm en dan is het jammer dat ik op zo’n mooi toernooi er niet bij ben.”

Hij had bovendien goede kansen op een topnotering, vermoedt hij. “De laatste 1000 meter van mij in Thialf was 1.08,23. Als ik dat twee keer had laten zien dan had ik bovenaan gestaan en met 1.08,5 ook nog wel.”

Door zijn afwezigheid kon hij zich ook niet direct plaatsen voor het ISU WK Sprint in Seoul. Hij werd door de KNSB wel aangewezen voor de wereldbekerwedstrijden in Stavanger, waar het derde startbewijs te verdienen is.

In een kleine week tijd moest Nuis er dus weer fysiek bovenop zien te komen. Tot aan de eerste wedstrijddag twijfelde hij of dat wel gelukt was. “Ik voelde me de hele week schaatstechnisch wel goed, maar mijn energie was nog niet helemaal terug”, legt hij uit. “Na elke training was ik moe en kakte ik helemaal in terwijl ik normaal zo niet ben.”

Hij moest dus op zijn tellen passen. “Ik pak alle rust die ik kan krijgen om weer op te knappen. Ik spaar me maar gewoon.” Daarom is zijn opluchting over zijn bronsen 1500 meter zo groot. “Ik ben blij met het rondje 25,7 en technisch liep het ook goed. En mijn energie, die komt wel weer terug.”

En energie zal hij nodig hebben, want zaterdag en zondag wachten hem nog twee duizend meters en één 500 meter. Die 500 meter is cruciaal, want daar waar zijn concurrenten voor het WK Sprint twee omlopen mogen rijden, rijdt hij alleen zondag.

“Deze World Cup is zwaar. Ik rijd een 1500 meter, twee duizend meters en de 500 meter. En de afstand waarop moet ik me plaatsen is op de laatste dag. Dat is een nadeel, misschien. Aan de andere kant, ik ben nog niet helemaal fit en heb dan nog twee dagen om te herstellen. Ik weet het niet.”

Het doet er uiteindelijk ook niet toe of het een voordeel of een nadeel is dat hij pas op zondag zijn 500 meter rijdt, vindt hij. “Regels zijn regels. En fuck it, ik ga kijken wat ik waard ben”, zegt hij strijdlustig. “Ik wil zondag echt voor die laatste plek gaan.”