Dai Dai N’tab weet wat hem dit weekend te doen staat. “Rap openen, twee keer hard door de bocht om vervolgens zo snel mogelijk bij de finish te komen.” De woorden van ploeggenoot Diniz hebben een vergelijkbare strekking: “Een 500 meter is in principe niet heel moeilijk: goed starten, recht stuk, bocht, recht stuk, bocht, nog een recht stuk en dan ben je er.”
Maar beide sprinters zullen zich realiseren dat de beroemde uitspraak van Johan Cruijff ook van toepassing is op hun sport: ‘Voetbal is simpel, maar simpel voetballen is het moeilijkste wat er is.’ In twee keer ruim 34 seconden moeten zij bewijzen dat ze olympische deelname waard zijn.
N’tab weet als geen ander wat er allemaal mis kan gaan tijdens zo’n alles-of-niets-wedstrijd. Tweemaal stond hij als favoriet aan de start van een OKT, toch reed hij nog nooit een olympische race. In 2017 werden twee valse starts hem fataal. Vier jaar later werd hij afgeleid door een valpartij van Hein Otterspeer in zijn eerste rit en een misser van Kai Verbij in de tweede omloop. Zijn tweede tijd was uiteindelijk onvoldoende voor een olympisch startbewijs; door aanwijsplekken viel N’tab buiten de selectie.
“Het missen van de Spelen heeft mij een trauma bezorgd, maar die OKT’s heb ik inmiddels afgesloten. De laatste keer kon ik mezelf weinig verwijten. Ik reed twee goede races, waarin van alles gebeurde. Uiteindelijk had ik er geen invloed op dat ik niet mee mocht rijden in Beijing. Ik heb het achter me gelaten en nieuwe doelen gesteld.”
Dat deed hij de afgelopen twee seizoenen bij een nieuwe ploeg, Team IKO-X2O. Bij het toenmalige Jumbo konden de trainers hem niet meer de juiste prikkels geven om harder te schaatsen. Sterker nog, hij kreeg een blessure aan zijn rug waar hij lange tijd van moest herstellen. Inmiddels zit hij beter in zijn vel. Zijn coaches hebben een programma opgesteld dat bij hem past en N’tab kan wedijveren met de jonge sprinters uit zijn ploeg. Alleen de snelle tijden laten nog op zich wachten. Tijdens het Daikin NK Afstanden miste hij op een paar honderdsten de wereldbekers en het daarbij horende wedstrijdritme. “Ik had graag op hoogte willen racen. In Hamar mocht ik nog wel in de b-groep rijden, maar daar werd ik ook niet heel blij van.”
Zijn beste tijd van deze winter, de 34,73 van het NK, is waarschijnlijk onvoldoende voor een olympisch startbewijs. “Ik moet mijn beste races komend weekend rijden wil ik wat bijzonders kunnen. Maar het is ook lekker. De afgelopen twee cycli was ik de favoriet. Iedereen was op mij aan het jagen en ik had meer te verliezen dan te winnen. Nu zijn de rollen omgedraaid. Ik heb niet het gevoel dat ik een eerder gereden race moet kopiëren, ik krijg juist de kans te laten zien wat ik in me heb. Met die onbevangen mindset probeer ik naar zaterdag toe te leven.”
Drie keer is scheepsrecht? Misschien is dit zelfs wel N’tabs laatste kans. “Als ik naar Kjeld Nuis kijk hoeft dat niet. Zelf heb ik nog geen idee. Ik ben nu 31 jaar en mijn leven reikt niet verder dan komende zaterdag.”
Hoewel Sebas Diniz volgens dezelfde filosofie naar de 500 meter toeleeft als zijn ploeggenoot - ‘houd het zo simpel mogelijk en maak de race niet groter dan hij is’ – verloopt zijn aanloop naar het toernooi compleet anders. Vier jaar geleden nam Diniz wel deel aan het OKT, maar waren er nog weinig ogen op hem gericht. Hij viel in de eerste omloop, vervolgens klokte hij 35,61. “Ik herinner me vooral een leeg Thialf (door de coronapandemie, red.). Er was weinig sfeer, maar je voelde dat veel rijders iets te halen of juist te verliezen hadden.”
Inmiddels behoort hij zelf tot deze schaatsers. In vier jaar tijd heeft de 23-jarige sprinter enorme stappen gezet. Deze winter heeft hij een persoonlijk record van 34,11 genoteerd, kruipt hij richting het podium op de wereldbekers en is hij de enige Nederlander die Jenning de Boo op de 500 meter heeft verslagen. “Ik neem veel vertrouwen mee naar het OKT. Ik heb mezelf enorm verbeterd deze winter en mooie klasseringen behaald. De vierde plaats tijdens de laatste World Cup is heel belangrijk voor me. Als je 34,4 schaatst in Hamar is dat hartstikke snel. Ik maak continu stappen en ben bezig het gat naar Jordan Stolz en Jenning de Boo te verkleinen.”
Rijdt Diniz, zoals hij al bijna het hele seizoen doet, de tweede tijd van de Nederlanders, dan moet hij nog afwachten of hij een plek krijgt in de olympische selectie. Door de selectievolgorde is alleen de winnaar zeker, de nummers twee (elfde positie) en drie (veertiende positie) moeten nog afwachten. De mannen van Team IKO-X2O kennen de matrix, ‘maar ze hebben er verder geen invloed op’. Ze moeten hard schaatsen. Simpel houden. Twee keer linksom en de weg naar Milaan ligt open.
Benieuwd naar de titanenstrijd op de sprint of een van de andere races van het Staatsloterij Olympisch Kwalificatietoernooi? Koop je ticket en beleef de spanning vanaf de eerste rij!