“Ik kwam deze week thuis na een dag bij het team en dacht: ik heb zin in het OKT. Iedereen zit er lekker in, dus let’s go!’, met deze woorden trapt Yara van Gendt het interview af. Eerder deelde Joy Beune een soortgelijke boodschap. Is dat bluf of heerst er daadwerkelijk zoveel vertrouwen binnen de ploeg? “Ik geloof zeker dat Joy ernaar uitkijkt”, vertelt Van Gendt. “Dat betekent overigens niet dat het niet spannend is, of dat ze geen enkel moment denkt holy shit, dit wordt rete-eng. Toch kun je er nog steeds zin in hebben. Ze gaat het toernooi vol vertrouwen tegemoet. Mooi hoe ze het benadert.”
Al de hele winter sluimert het OKT-monster door de dromen van de schaatsers. De een duwt hem nog even weg, maar bij IKO-X2O kijken ze hem liever recht in de ogen. “Hier is het nooit de roze olifant in de kamer geweest. Naar mijn mening kun je ook niet doen alsof het er niet is. Tijdens teamsessies hebben we bespreekbaar gemaakt welke uitdagingen op ons pad komen en hoe we ons daar zo goed mogelijk op kunnen voorbereiden. In die gesprekken kwamen bijvoorbeeld de ervaren sporters aan het woord. Zij deelden dat de spanning bij hen nooit verdwijnt: ‘Ook al heb ik dit al tien keer gedaan, ik ben alsnog hartstikke zenuwachtig. Die zenuwen verdwijnen niet en dat hoeft ook niet, dus verwacht het niet.’ Leerzaam voor de jonge rijders, die zo inzien dat ze ermee moeten dealen.”
Een andere les die Van Gendt mee wil geven is dat sporters niet moeten streven naar perfectie. “Als ik kijk naar piekpresteren, hoor ik weleens: ‘Ik ben echt boven mezelf uitgestegen of ik deed iets heel bijzonders’. Vaak is dat juist niet het geval; je laat zien wat je kunt. Het draait niet om het streven naar perfectie, maar het beperken van prestatieverlies. Bovendien leg je met zo’n mindset de controle buiten jezelf. Je begint een zoektocht naar iets heel ongrijpbaars, waarbij je nooit weet of je het gevonden hebt. ”
Behoud daarom de controle. “Iedere sporter heeft bij ons routines in zijn voorbereiding en op een wedstrijddag. Daar wijken we niet ineens van af omdat het een heel belangrijk toernooi is. Het geeft juist houvast en zekerheid om de dingen te doen waarvan we weten dat ze eerder ook geholpen hebben. We plukken nu de vruchten van wat we de afgelopen jaren hebben opgebouwd, op het gebied van schema’s, techniek, maar ook op mentaal vlak.” Van visualisatie en ademhalingsoefeningen tot het raceplan: over alle elementen van een wedstrijddag is nagedacht. Dankzij de groepssessies weten de sporters ook van elkaar wat ze nodig hebben. De een zoekt aanspraak op een racedag, de ander keert liever in zichzelf.
Maar wat als er iets onverwachts gebeurt, zoals een haperend startpistool of een valpartij van een tegenstander? Ook bij zulke scenario’s hebben de sporters al stilgestaan. “We weten dat er voor of tijdens een race van alles kan gebeuren. Het is belangrijk daar op bedacht te zijn en de juiste tools te hebben. Het hele seizoen zijn we daar al mee bezig. Alle rijders hebben met hun eigen sportpsycholoog van Psyned besproken hoe ze het best kunnen reageren op bepaalde scenario’s. De laatste weken zijn er veel wedstrijden verreden, waarin ook verschillende scenario’s de revue hebben gepasseerd. Daar hebben we mooi op kunnen reflecteren. Want ook al ben je goed voorbereid, je hebt niet alles onder controle. Al met al is het een doorlopend proces, dat vertrouwen geeft aan de rijder: wat er ook op mijn pad komt, ik kan ermee omgaan.”
De rode draad: bij het OKT moeten de sporters niet zoeken naar perfectie en magie. Houd je aan je wedstrijdplan en deal met de omstandigheden. Dat geeft zoveel vertrouwen, dat je zelfs uit kunt kijken naar het bloedstollende toernooi.