Ze komt lachend de mixed zone binnen, maar van dichtbij vallen het litteken op haar kin en de schaafplek en bult op haar pols meteen op. Sporen van een week waarin het goed mis had kunnen gaan. Een automobilist keek op zijn telefoon en reed haar van de weg. Ze vertelt het luchtig, maar de impact is duidelijk. “Toen ik daar lag dacht ik alleen maar: dit kan ik er nu echt niet bij hebben”, zegt ze. De combinatie van alles was beroerd: jetlag, ziekte, schrik, hechtingen en misschien zelfs een lichte hersenschudding. “Drie dagen zag ik alles een beetje wazig. Maar gelukkig is mijn vriend boxer en expert in hersenschuddingen”, grapt ze.
Toch staat ze een week later in Thialf. Op de afsluitende afstand van de eerste World Cup-dag rijdt ze een rit die soms wat moeizaam oogt, zoals wel vaker bij Leerdam. Maar ze “raakt ’m”, precies zoals coach Poltavets al voorspelde. Zelf is ze kritisch. “Ik maakte twee fouten die ik in Calgary ook al maakte. Ik begon mijn bochten weer niet goed. Dat moet beter. Ik ben de enige die dat nog zo fout doet.” Poltavets ziet het anders: volgens hem was dit haar beste technische rit van het seizoen. “Duidelijk een stijgende lijn”, zegt hij.
Zowel Jutta als haar coach beginnen over de rare omstandigheden. Het ijs in Thialf was ongewoon hard en dat had volgens hen invloed op de prestaties van de vrouwen op de duizend meter. “We rijden allemaal niet echt tijden die je hier normaal zou verwachten”, zegt Leerdam. Een dag waarop het ijs vreemd aanvoelde, maar haar vastberadenheid precies goed zat.
Met een korte zucht vat ze haar weken samen: “Je werkt zo hard naar je doel toe en dan gebeurt dit. Twee weken geleden lag ik op het ijs door een botsing met de Canadese Blondin. Deze week een botsing met een auto. Ik heb genoeg testjes gehad. Maar dit soort dingen maken je weerbaar.”
Wat haar overeind houdt, zegt ze, is de mentale keuze die ze elke dag opnieuw maakt. “Mensen vragen steeds hoe het gaat. Dan moet je soms gewoon zeggen dat het goed gaat, ook al weet je dat niet helemaal. Want als je mentaal positief blijft, valt het uiteindelijk best mee.” Ze glimlacht vastberaden. “Mijn vriend zei ook: 'Dit soort dingen maken je sterker voor die grote momenten'. Dat je leert opstaan en weer te focussen.”
Vrijdag was het in elk geval genoeg voor de winst. Ze laat Miho Takagi en Femke Kok achter zich op de tweede en derde plek. Antoinette Rijpma-de Jong wordt vijfde, Marrit Fledderus elfde, Isabel Grevelt veertiende. Volgende week wacht de volgende World Cup in Hamar. Hopelijk met geheelde wonden, scherpere bochten en geen nieuwe testjes in de tussentijd.