Alsof de oude krijger aan een onzichtbaar touwtje hing, tijgerde Jorrit Bergsma naar de tweede tijd op de tien kilometer van het Staatsloterij Olympisch Kwalificatietoernooi. Stijn de Bunt was al snel een ongrijpbare prooi gebleken. Met de tijd die de verrassend goed rijdende Marcel Bosker had laten afdrukken, vond het coachende duo langs de baan – Jillert Anema en Arjan Samplonius – de route die hem op het olympisch schaatstoernooi in Milaan zal brengen. Tenminste, als de Selectiecommissie bij haar beraad over de negenkoppige ploeg geen onverwachte bokkensprongen zal maken.
Zover zal het niet komen: Bergsma is natuurlijk de naam die op het briefje in een gesloten envelop staat dat bondscoach Rintje Ritsma voor aanvang van het OKT heeft ingeleverd. En die man kan er zeker van zijn dat hij in Italië de mass start mag rijden. Oftewel, de ervaren rot van Albert Heijn Zaanlander hoeft zich geen zorgen te maken: hij zal niet ontbreken in de laars.
“Ik heb er nog niets over gehoord”, was de eerste, gevatte reactie van de ‘bejaarde’ Fries toen hij onder het ijs door naar de kleedkamer was gewandeld en halverwege de verzamelde pers trof. “Maar het klopt: ik heb me dit seizoen wel bewezen, al is het nu aan de hogere macht om te beslissen wie er in Milaan meedoen. Vandaag heb ik gedaan wat ik kon. Mijn vijf kilometer van tweede kerstdag viel tegen. Eerlijk gezegd moet ik het van de tien hebben, daarop heb ik altijd meer medaillekansen. Stijn van de Bunt reed een onbevangen toernooi en deed dat heel goed. Hij heeft zich helemaal kunnen richten op deze wedstrijden. Hartstikke mooi dat er een nieuwe jongen is opgestaan, al heb ik geprobeerd me er niet te veel van aan te trekken”, verzekerde Bergsma die 12.45,52 nodig had voor de 10.000 meter, 0,46 minder dan nummer 3 Marcel Bosker. Dat verschil was tot stand gekomen dankzij een buitengewoon uitgekiende race.
Het oogde allemaal mooier dan het hem was vergaan. “Dit viel me niet mee, op het NK Afstanden schaatste ik een betere tien kilometer. Misschien zag het er nu ook strak uit, maar voor mijn gevoel moest ik er veel harder voor knokken. Wellicht speelde de spanning van dit toernooi ook wat mee. Er zijn tickets te verdienen voor de Spelen, dat koppel je niet zo gemakkelijk los in je hoofd onderweg en daardoor blijf je hinken van de ene op de andere gedachte. Ik wil wél naar Milaan toe, schiet er het ene moment door die kop, daarna ben je jezelf weer aan het terugfluiten omdat je een goede rit moet en wilt neerleggen.”
Daar hielpen de twee schreeuwende mannen langs de boarding vast bij. “Ja, Jillert en Arjan riepen allerlei dingen, terwijl ik echt niet harder kon dan ik ging. Jillert zei in de finale dat ik rondjes van 30,3 moest blijven rijden, dat was een houvast voor me. Dat was eenvoudiger gezegd dat gedaan, want ik had het allang niet zo breed meer. Ach, ik moet doorgaans ook niet te veel informatie hebben; ik kan beter de focus bij mijn race houden, omdat ik niet zo uitblink in het rijden op schema’s”, beweerde hij.
Die opmerking stond haaks op de uitleg van Samplonius, die Bergsma heerlijk aan een touwtje had zien rond kachelen. “We hadden vlug in de gaten dat de tijd van Van de Bunt onhaalbaar zou zijn. Je moet altijd mikken op de winnende tijd. Als dat niet lukt, pas je het plan aan. Dat is feilloos gelukt”, aldus Samplonius, die zichtbaar stond na te genieten van het minimale verschil waarmee Bergsma in min of meer veilige haven was geloodst. “Ik denk dat we Rintje een hoop ellende hebben bespaard met dit resultaat”, zo doelde Samplonius op de keuzes die de bondscoach van de teamonderdelen nu moet maken. Het ligt voor de hand dat de routinier naast de mass start ook een startbewijs tegemoet kan zien voor de langste individuele afstand.