Nee, zulke wilde sprongen als zijn vriendin Suzanne Schulting een dag eerder zag je Joep Wennemars niet maken. Maar de opluchting bij de sprinter van Essent was zeker zo groot. Wekenlang streed de wereldkampioen op de 1000 meter tegen de liesblessure waarvan hij dacht dat die verleden tijd was, maar die op een zeer ongewenst moment toch weer de kop opstak. En nu, in het toernooi waar alles in de eerste helft van het seizoen om draaide, toonde hij niet alleen karakter, maar ook klasse. ,,Dit is een hele opluchting’’, erkende Wennemars. ,,En dit zegt me bovendien ook dat ik sterk ben en goed schaats. Ik rijd hier bovendien een persoonlijk record voor Thialf. Bij elkaar is dat een prettige constatering tijdens dit toernooi.’’

Hij had al zijn kwaliteiten nodig nadat de eerste omloop van de 500 meter hem nog niet bracht waar hij wilde zijn. In de tweede rit verbeterde Wennemars zich van 34,67 naar 34,48 en dat was voldoende om achter Jenning de Boo en Sebas Diniz de derde tijd op het bord te zetten. Een valse start leek die missie niet makkelijker te maken. Een extra start, extra spanning. Wennemars deed er niet moeilijk over. ,,Met die spanning is het natuurlijk hartstikke moeilijk om bij de start stil te staan, maar we zijn professionals en moeten dat gewoon doen. En als je tegenstander vals maakt, doe je dat nog een keer. Dat ging allemaal goed en heeft me niet belemmerd.’’

De lies, daar ging het wat Wennemars betreft eigenlijk niet meer over. ,,Of er een reactie komt van mijn lijf, weet ik niet. Dat gaan we merken. Het is sowieso allemaal wel wat stijver dan ik zelf zou willen, maar ik heb er tijdens de rit niets van gemerkt.’’ Vooraf suggereerde Wennemars ’desnoods pijnstillers te slikken’. Of hij dat daadwerkelijk heeft gedaan, daarover liet hij naderhand niets los. Lachend: ,,Dat houd ik even voor mijzelf.’’

Zo manoeuvreerde Wennemars zichzelf in een soortgelijke positie als Suzanne Schulting, voor wie hij een dag eerder nog zó blij was geweest. ,,Ik heb echt lopen juichen in de hotelkamer. Het was geweldig voor haar. Dat zij gisteren al zo goed reed, betekent in mijn ogen dat we een aantal dingen goed doen. In dat opzicht gaf dat ook wel een boost voor mijn rit vandaag.’’ In de matrix is de positie van Schulting wat hoopgevender dan die van Wennemars zelf. Op plek veertien moet hij vooral hopen. Al zal na de tweede dag van het OKT vooral in zijn hoofd twijfel hebben plaatsgemaakt voor hoop en vertrouwen.

Joep Wennemars opgelucht, frustraties bij Merijn Scheperkamp
Merijn Scheperkamp jaagt in Thialf op een olympisch startbewijs, maar ziet zijn hoop vervliegen. | Foto: Orange Pictures

In het hoofd van Merijn Scheperkamp zaten daarentegen vooral teleurstelling en frustratie. De ploeggenoot van Wennemars hoopte in Thialf op net zo’n uitschieter als die ene die hem vier jaar eerder zo verrassend naar de Spelen in Beijing bracht. Maar die hoop bleek deze keer ijdel. Scheperkamp was twee keer niet slecht, maar ook twee keer niet goed genoeg; 34,64 om 34,63. De sprinter uit Hilversum wist al dat het moeilijk zou worden. ,,Als je de tijden van de andere jongens ziet; die heb ik nog nooit gereden. Dat is lastig. Maar als ik er geen vertrouwen in heb dat ik dat zou kunnen, dan had ik lekker op mijn hotelkamer moeten blijven.’’

De prestatie in Thialf paste echter naadloos in het beeld van Scheperkamp in de laatste jaren, waarin hij qua tijden amper progressie boekte en ongeveer op hetzelfde niveau blijft waar anderen zich wel duidelijk verbeteren. ,,Klopt. Het is het hele jaar een beetje hetzelfde’’, erkent Scheperkamp. ,,Alleen wil ik gewoon beter en dat lukt niet. Dat is klote.’’ Met een dubbel gevoel keek hij naar de eindtijden. ,,Die tijd van De Boo is een beetje te, maar ik denk dat ik die tweede tijd ook moet kunnen rijden. Dat maakt het ook zo frustrerend. Ik weet dat ik het kan, dat dat niveau in me zit, maar het komt er gewoon niet uit.