In eerste instantie kwam Tim Prins juichend over de streep na zijn 1500 meter. Zijn 1.44,58 was voldoende om de regerend olympisch kampioen Kjeld Nuis naar de tweede plek te verwijzen. Maar de vreugde was van korte duur, want in de slotrit van de 1500 meter doken zowel Joep Wennemars als Tijmen Snel onder zijn tijd. Prins eindigde daardoor op de derde plek, goed voor de twaalfde stek in de matrix.
Ervan uitgaande dat Jorrit Bergsma de aanwijsplek voor de mass start krijgt, is Prins daardoor de negende naam in de selectievolgorde. Precies voldoende voor zijn olympische debuut, maar dan moet de Selectiecommissie Langebaan geen rijder willen aanwijzen voor de ploegenachtervolging (of de mass start). Van het gebruikelijke trio staat alleen Chris Huizinga bij de eerste namen, Marcel Bosker staat een plaatsje onder Prins, Snellink komt zelfs in het hele verhaal niet voor. Nu lijkt de kans klein dat Snellink alsnog aangewezen wordt, maar Bosker zal zeker een bespreekgeval zijn als de selectiecommissie deze dagen de koppen bij elkaar steekt.
Voor Prins is het duidelijk: een aanwijsplek is de ploegenachtervolging niet waard. “Wij Nederlanders stellen het tijdrijden, de individuele afstanden op één. De ploegenachtervolging hangt er dan een beetje bij. Behalve als we naar de Spelen gaan, dan moeten we een ploeg hebben die voor goud gaat. Volgens mij hebben we allemaal kunnen zien dat het onderdeel de afgelopen jaren een beetje een fiasco is. Nu moeten ze met een semi-nieuw team rijden, want voor de gebruikelijke opstelling hebben ze Beau nodig. Dan wordt het al een puzzel. Het is een risico om vervolgens Marcel Bosker voor mij in te schuiven, want krijg je dan een team dat op elkaar ingespeeld is en voor een medaille kan gaan? Terwijl ik weet dat ik om eremetaal kan meedoen in Milaan, ondanks mijn prestatie van vandaag. Het is daarom een enorme gok als ze Marcel een aanwijsplek geven.”
Leunend op zijn prestaties van de World Cups (8ste, 5de, 5de en 10de) en zijn klassering als beste Nederlander tijdens het afgelopen WK in Hamar (5de) acht Prins zijn kans op een medaille dus groter dan die van een gelegenheidsachtervolgingsploeg. Hij stelt daarom voor om de ervaren kracht Jorrit Bergsma in te schuiven voor het teamonderdeel, naast Huizinga en Stijn van de Bunt.
Mocht hij echt buiten de selectie vallen, dan vindt Prins dat er opnieuw gekeken moet worden naar de manier van selecteren. “We hebben vijf dagen bloed, zweet en tranen gehad en je rijdt je helemaal de ballen uit de broek. Het is zo’n bizar toernooi. Dat het nu uiteindelijk in de achterkamertjes beslist wordt, is alleen maar pijnlijk en komt de sport niet ten goede. Die matrix is niet voor niks opgesteld. Vorige keer zijn Tijmen (Snel, red.) en Dai Dai (N’tab, red.) eruit gegooid, werd de team pursuit een fiasco, eindigde Sven Kramer als weet ik hoeveelste op de vijf kilometer en stond Marcel niet eens in de matrix, maar werd hij er wel ingeschoven. Het was niet echt een succes, ik denk niet dat we dat weer moeten doen.”
Maar Prins realiseert zich ook dat hij het zichzelf ontzettend lastig heeft gemaakt. “Het was een enorme teleurstelling dat ik er gisteren op vijfduizendsten naast zat. Een droom viel in duigen. Had ik me op de 1000 meter in de top-3 gereden, had ik hoger in de matrix gestaan. Ik moet daarom naar mezelf kijken, maar ik kom ook voor mezelf op wanneer ik denk dat mij misschien tekort wordt gedaan. Dat zou iedere sporter doen. Het zou kneiterhard zijn als ze mij eruit gooien.”
In navolging van zijn vriendin Joy Beune heeft ook Kjeld Nuis zich niet op eigen kracht weten te plaatsen voor de olympische 1500 meter. Een grote teleurstelling voor de winnaar van olympisch goud in Pyeongchang en Beijing. Er is nog een kleine kans dat hij zijn opwachting mag maken op de schaatsmijl, dan moet er een aanwijsplek komen voor Bosker en kan de plek op de 1500 meter doorschuiven van Prins naar Nuis.
Voorafgaand aan het toernooi en na de teleurstelling van Joy Beune op de 1500 meter gaf Nuis aan dat de toppers zoals Femke Kok, Beune en hijzelf op de 1500 meter beschermd zouden worden voorafgaand aan het OKT. Joep Wennemars, die door dinsdagavond te winnen zijn derde olympisch ticket binnensleepte, uitte kritiek op zijn collega bij de NOS. “Ik vind het ook belachelijk dat sommige schaatsers zich nog moeten bewijzen. Dat ben ik met Kjeld eens, maar dit is niet het moment om erover te zeuren. Dat hadden we vier jaar geleden en twee jaar geleden kunnen doen en dat kunnen we na de Spelen doen. Kjeld heeft zich nooit voortijdig ingezet om dit soort regels aan te passen. Hij is niet aanwezig bij atletenvergaderingen. Maar als hij er zelf belang bij heeft, dan begint hij te praten."
"Kjeld is een fantastische schaatser”, deelt Wennemars nog wel. "Hij heeft dingen gepresteerd waar ik diep en diep respect voor heb. Maar hij had zich ook de afgelopen twaalf jaar ook kunnen inzetten voor een ander kwalificatiesysteem in plaats van op het OKT hierover te beginnen."
Waar verliezers zijn, heb je ook winnaars. Tijmen Snel viel vier jaar geleden buiten de boot door aanwijsplekken voor de ploegenachtervolging. Hoewel hij dit trauma inmiddels verwerkt heeft, kwam het in aanloop naar het OKT weer even naar boven. “Vier jaar geleden was heel pijnlijk. Er werden twee rijders aangewezen voor een onderdeel waarop ze geen eens een medaille pakte. Ik steeg boven mezelf uit, maar dat werd niet beloond.”
Snel werkte naar dit toernooi toe in de wetenschap dat hij deze winter niet bij de beste drie Nederlanders behoorde. In zijn slotrit tegen Joep Wennemars besloot hij er hard in te klappen, om vervolgens zo lang mogelijk de verzuring in zijn benen te negeren. Met succes, hij eindigde achter Wennemars als tweede. Hoewel hij dolgelukkig was, stond hij na afloop rustig zijn verhaal te doen. “Inmiddels ben ik weer een beetje bijgekomen van de eerste euforie, ik ben ook nog redelijk naar de vaantjes.”