‘Geduld, Mats!’ Misschien is het wel het meest gehoorde advies van de voorbije maanden. “Ja, dat heb ik niet”, countert Mats van den Bos lachend, zodra het woord valt. “’Geduld is een schone zaak’, zoals mijn moeder altijd zegt. Daar moet ik nu aan denken. Laatst zei ze het ook weer tegen me, al weet ik niet zo snel in welke context. Het ging in elk geval over iets met geduld…”
’t Valt ook niet mee kalm te blijven in een omgeving die bulkt van actie, snelheid en meten met anderen. Vertaald naar de situatie van deze ambitieuze kerel: die is pas net begonnen, heeft al aan de wereldbekers geroken en bovendien in zijn eerste jaar als schaatsprofessional een enorme sprong gemaakt, puur kijkend naar de tijden. Van den Bos heeft nu de World Cups niet gehaald, maar van teleurstelling is niet veel te bekennen.
“Wat we niet moeten vergeten is dat ik verleden jaar op het World Cup kwalificatietoernooi 35,10 reed. Daarmee ging ik de wereldbeker in, weliswaar omdat er twee mensen die sneller waren geweest uitvielen, maar ik mocht wel mee. Ik schaatste dit jaar op het NK Afstanden 34,8 en 34,9, wat niet voldoende was voor de wereldbeker. Er werd veel harder gereden en het niveau in de breedte is ontzettend gestegen. Het is me gelukt daarin mee te gaan, wat me tevreden stemt. Ondanks het moeten missen van de World Cups. Misschien is dat niet zo erg. Ik had me heel graag willen kwalificeren, maar kan ook goed zijn voor mijn ontwikkeling. Het biedt me de kans te leren hoe het is hier thuis schaatser te zijn.”
Wat hij ermee bedoelt, licht Erwin ten Hove toe. “Nu Mats niet heeft meegedaan aan de wereldbeker kon hij leren hoe hij zich door een trainingsblok in die periode heen moest werken. Verleden seizoen was hij op reis en was dat een fantastische ervaring. In plaats daarvan deed hij nu andere ervaringen op en kwam er de routine bij van het moeten missen van die wedstrijden. Dat kan een tegenvaller zijn, maar ook wanneer je je niet plaatst moet je wel de energie kunnen opbrengen om te trainen. Doorgaan met de voorbereiding op andere doelen. Ik denk dat het goed is dat hij dit meemaakt.”
In dit verband komt de naam van Jenning de Boo ook weleens langs. De generatiegenoot van Van den Bos is in kort tijdbestek in een ruk doorgestoomd naar de wereldtop. “Hij is Jordan Stolz-achtig bezig”, merkt Ten Hove op. “Die maakt zijn ontwikkeling door, Mats de zijne. Je kunt wel denken, kijkend naar wat Jenning presteert die gast is ook jong, dit moet mij ook overkomen. Nee, zo werkt het niet. Ieder heeft zijn eigen proces. Ik zeg niet dat Mats niet zo goed kan worden als hij; misschien wordt-ie wel beter. Zijn weg naar de top loopt anders.”
Voorop staat dat de staf van IKO-X2O uitermate content is over de twintiger die alle tijd wordt gegund door te groeien. “Geduld is belangrijk. Mats moet leren de zaken, dus ook de tijden die hij rijdt, in een perspectief te plaatsen. Je hoort de grote schaatsers na een uitslag weleens zeggen: ‘Voor dit moment is het prima’. Wanneer ben je getapered? Wanneer ben je in bloedvorm? Wanneer zijn de omstandigheden fantastisch? Het is soms appels met peren vergelijken, als je op tijden afgaat. Je kunt niet voortdurend een tien scoren. Was het maar zo eenvoudig.”
Geen paniek na 500 meters die niet tot gehoopte of verwachte resultaten hebben geleid, is het motto. Dat mentale spel wat bij iedere atleet om de hoek komt kijken, zegt Van den Bos al veel beter te beheersen. De pupil Mats van vroeger kon gerust met schaatsen gooien, wanneer hij voor z’n gevoel door het ijs was gezakt. “Destijds maakte ik dingen groter dan ze waren. Mij is aangeleerd dat ik heus boos mag zijn na een race. ‘Doe dat dan even van binnen of buiten het zicht van anderen’, is de raad die de coaches geven Op mijn beurt zeg ik tegen Erwin bijvoorbeeld dat hij me tien, vijftien minuten na een wedstrijd met rust moet laten. Ik ben niet het type dat na een slechte rit meteen gecoacht wil worden. Ik moet kunnen balen.”
Genieten is een stuk beter. Het OKT kan een lekker evenement zijn om wat er aan mentale, schaatstechnische bagage is bijgesprokkeld te etaleren. Niets hoeft, maar als de klappen raak zijn, ligt er mogelijk een verrassing in het verschiet. “Dat kan altijd, net zo goed dat het helemaal op niets uitdraait.” Van den Bos reed een week geleden in een trainingswedstrijd 35,1. “Geen bijzondere tijd, wel een rit die me tevreden maakte omdat ik liet zien dat ik stappen heb gemaakt ten opzichte van de weken ervoor. Ik weet wat ik in me heb. Dit is ook mijn tweede winter sinds schaatsen mijn werk is geworden, en ik rijd mijn eerste OKT. Misschien trek ik niet zo’n lijn door die veel mensen van me hebben verwacht, net zoals Jenning de Boo dat heeft gedaan. Hij heeft zijn proces, ik het mijne. Ik ben hard bezig om weer een stap te zetten. Ik zit vol vuur. Daar ligt het niet aan.”
Zoals moeder Van den Bos hem op het hart drukt: ‘Geduld is een schone zaak’.