In de Ireen Wüst-bocht klinkt het eventjes alsof er alleen Fries gesproken wordt, maar alles bestaat hier moeiteloos naast elkaar. Pompeblêd-truien worden afgewisseld met felle oranje jassen en gele eendenmutsen. De tribunes laten zien wat schaatsen altijd al was en nog steeds is: een sport voor iedereen. Jong, oud, dorps, stedelijk, iedereen schuift in dit stadion moeiteloos in elkaar.

Aan de rechterkant van de bocht staat een groep jonge meiden met zelfgeknutselde borden. Bij de vraag wie ze gaan aanmoedigen deze 500 meter, antwoorden ze bijna in koor: Jenning de Boo. Gelukkig is ook aan de vrouwen gedacht: Femke gaat voor goud, staat er met vrolijke, gekleurde letters op karton. De meiden vertellen hoe ze straks "Femke zet ’m op" zullen roepen.

Schaatsfans in Thialf
Jonge schaatsfans juichen voor Femke en Jenning.

Aan de andere kant van de trap staat een figuur die onmogelijk over het hoofd te zien is: een prachtig oranje kostuum, een briljante hoge hoed en een verrekijker op zijn borst. Een uitstraling alsof hij hier al thuis is sinds het eerste beton van Thialf werd gestort. Hij juicht, zoals hij zelf zegt, “Voor alles wat oranje is”. En als er twee Nederlanders tegelijk rijden, haalt hij zijn schouders op met een brede glimlach: “Schaatsen is gewoon mooi, toch?” En eigenlijk is dat precies de sfeer die door de hele bocht golft.

Ondertussen beweegt er steeds meer oranje over de inrijbaan. De spanning verandert voelbaar. In rit zes rijdt Angel Daleman tegen de Canadese Lamarche. Vanuit de bocht klinkt het enthousiast: “Ze rolt haar op.” En dat blijkt niet overdreven. Daleman rijdt een sterke rit, noteert 37,68 en schuift voorlopig naar de tweede plek. De bocht reageert direct, alsof ze haar persoonlijk vooruit hebben geduwd.

Schaatsfan in Thialf meneer
"Schaatsen is gewoon mooi, toch?"

Opvallend is dat de schaatsliefhebbers hun ogen niet alleen op het Nederlandse oranje houden. Ook Yin-Chu Chen valt op. De inlineskater uit Taiwan maakte de overstap naar het schaatsen om haar olympische kansen te vergroten. “Zij stond eerder op het podium”, bespreken de kenners. Het is precies zo’n rijder waar het Thialf-publiek warm voor loopt: iemand met een bijzonder traject, iemand die niet vanzelfsprekend op dit ijs terechtkomt, maar hier wél vol overgave haar rondjes draait.

En dan is er Erin Jackson, die net als op vrijdag direct na de start afzakt naar de inrijbaan. “Wat doet ze nu?”, klinkt er vol verbazing. En vanaf de andere kant: “Dit deed ze vrijdag ook al.” De fans zijn scherp, alert, en duidelijk op de hoogte van haar blessure.

In rit negen krijgt het stadion een Fries cadeautje: Anna Boersma en Marrit Fledderus rijden tegen elkaar. Een onderonsje uit Sint Nyk. De tijd van Fledderus, 37,53, zorgt voor een juichende golf op de tribune. Haar blijdschap werkt aanstekelijk, want vanuit de bocht klinkt het direct vrolijk: “Echt leuk voor Marrit. Ze was direct helemaal aan het lachen.”

Podium 500m vrouwen
Het podium van de 500m vrouwen kleurt oranje. | Foto: Orange Pictures

En dan het absolute hoogtepunt: "ús Fem en Jut." De koninginnen van de sprint. Zodra ze aan de start verschijnen kun je een speld horen vallen. De starttijden vliegen over het bord: Kok opent in 10,3, Leerdam in 10,5. Vier rijen lager op de tribune wordt meteen geanalyseerd wat dat betekent voor de kruising. De bocht ziet het gebeuren: “Dit is ideaal voor haar”, zegt een fan zonder haar ogen van het ijs af te halen. Kok vliegt het laatste rechte stuk op en rijdt de tweede tijd ooit in Thialf, nét boven haar eigen baanrecord (36,97). Met haar armen in de lucht glijdt ze over de finish, lachend naar iedereen die haar liefdevol ontvangt in de Wüst-bocht. “Maar ook Jutta is snel hoor”, want die finisht in de 37,3.

In de mixed zone - in de gang naar de kleedkamers, onder het ijs - delen de podiumrijders naderhand hun ervaringen. Jutta Leerdam zegt dat “37.3 gewoon hard voor mij” is. Marrit Fledderus straalt en vertelt in het Fries: “Ik bin hiel bliid mei myn tredde plak.” Femke Kok geeft aan dat ze gebrand was op deze rit en tevreden is met een tijd zo dicht bij haar baanrecord. Het zijn korte momenten, maar ze passen perfect bij de warmte die de dag kenmerkt.

Iedereen is blij: de rijders, de Ireen Wust-bocht, en vooral de meneer met de hoge hoed, want alles is oranje.