“Ik vond de 3000 meter in China van Schouten zo mooi!”, steekt Van der Burg meteen van wal, die beseft dat hij een merkwaardige analyse geeft. De kampioene zakte op haar olympische baan volledig door het ijs. De vicewereldkampioen allround van 1990 verklaart zich nader: “Schaatsen is de allermooiste sport, maar wel een heel kleine. Hier begint het mee. Als schaatser heb je de plicht om jouw individuele belang niet voorop te stellen. Schaatsers snappen dit niet en begeleiders vertellen het te weinig.”
Volgens Van der Burg wordt het schaatsen in zijn bestaansrecht aangetast. “Als sporter denk je dat je met het winnen van een gouden medaille het algemene belang dient. Dit is een misvatting. In essentie gaat het om de schaatswereld een warm hart toedragen, het verbeteren van de sport en het schaatsen te laten bestaan.”
De tegenstrijdige belangen worden door de 55-jarige geschetst. “De ISU heeft voor het algemene belang van de schaatssport bepaald dat de wereldbekerwedstrijden op verschillende continenten worden verreden. Dit schuurt aan tegen de belangen van de individuele sporter, die hierin nadelen ondervindt bij het nastreven van de ideale trainingsopbouw.”
Terug naar Schouten. “Het begon al met de afmelding voor de wereldbeker in Japan. Dat vind ik schandalig. Het gaat om verder denken, reiken en handelen dan je eigen belang. Als je zo'n groot sporter bent als Irene Schouten met zoveel goud en talent, die boven alle maatstaven uitstijgt, moet je dat niet doen. Je staat in dienst van, ook al vinden schaatsers dat heel moeilijk.”
De drievoudig olympisch kampioene besloot wel naar China af te reizen, waar ze teleurstelde. "Hier zitten zoveel interessante aspecten aan", vindt Van der Burg. "Het ijs was niet goed en ze vertelde de hele week al niet lekker te rijden. Dat ze vervolgens een keer niet presteert, is niet erg. Veel mensen zijn mooier als verliezer dan als winnaar. De allermooiste verliezer in de schaatssport ooit was Erben Wennemars. Als hij verloor, dan zag je in zijn gezicht alsof de wereld verging. Prachtig om naar te kijken."
“Na de race vertelde Irene voor de camera van de NOS dat ze geen verklaring kon vinden en ze nog moest praten met de begeleidingsstaf”, vertelt de westerling. "Dat vind ik gek en grappig tegelijk. Je weet toch hoe je bijvoorbeeld bent opgestaan? Je kunt last hebben van de jetlag in combinatie met het ijs of een slechte dag hebben. Ook al kun je dat als sporter vaak nog wel rechttrekken, bij Schouten klopte de hele aanloop al niet."
“Wat is er in zo'n geval mooier dan een slechte race rijden?”, vraagt Van der Burg zich hardop af, doelend op haar ontwikkeling als mens. “Hierdoor blijf je scherp en met beide benen op de grond. Als kampioen is verliezen het allerbeste dat je kan overkomen. Ik heb onwijs genoten van de races van Roest en Nuis, maar het verlies van Schouten heeft zoveel meer elementen in zich. Het bevat een schat aan informatie, waardoor zij nóg groter kan worden dan ze al is. Zij wordt hierdoor een ‘gelaagder’ kampioene én persoon.”
Hij gaat verder: “Deze gelaagdheid mag bij Schouten groeien. Ze reageert als een pupil: 'Mijn schaatsseizoen…' Anema blijft eveneens in een eendimensionale gelaagdheid hangen. Hiermee overstijg je de schaatssport niet; hij overstijgt nooit dat individuele belang. Veel trainers en sporters vinden dit moeilijk. Neem bijvoorbeeld Sven Kramer. Zijn legacy, zijn grootsheid wordt alleen maar groter door wat hij aan de schaatssport bijdraagt. Het is een icoon voor de sport. Dit geldt ook voor Ireen Wüst, hoe zij zich - mede na haar carrière - opstelt. Of kijk naar Jutta Leerdam, zij overstijgt de schaatswereld. Deze atleten voegen echt iets toe.”
“Wat maakt het uit of Schouten een wereldbeker meer of minder wint? Zij hoeft zich niet meer te bewijzen. Ze is al zo groots. Het gaat erom: hoe buig je tegenslag om in een kans? Waardoor je jezelf op verschillende niveaus beter leert kennen. Ik snap als je nog geen gearriveerde naam bent in het schaatsen en je keuzes wilt maken om te kunnen pieken, maar juist Schouten moet wél naar alle World Cups gaan. Het is haar nieuwe taak. Het gaat over het overstijgen van jezelf. Goud winnen op een Olympische Spelen is heel moeilijk, maar verder reiken dan je individuele belang is net zo lastig en evengoed een gouden medaille waard.”
Van der Burg sluit af met een tip. “Het valt me op dat de gehele entourage mee treurt, zodra er niet het gewenste resultaat wordt behaald. Eigenlijk moet Schouten in zo’n geval iemand hebben die zegt: ‘Get real, zus. Doe normaal. Wat maakt dit nou uit?’ Laat haar lekker alles rijden. Al rijdt zij nog zo slecht, hierdoor wordt ze een veelzijdiger kampioene.”