Tickets
Shop
Nieuws 08 feb 2012

'Heb nog nooit een slechte pupil...

De vrijwilliger van deze week is Boele de Vries


Kortebaanlegende Boele de Vries (82) uit Rolde was in zijn tijd een echte publiekstrekker. Wanneer men wist dat hij aan de start zou verschijnen, reed een omroeper door het dorp en stonden diezelfde dag wel duizend mensen langs de kant. “Ik heb zelfs verscheidene wedstrijden met drie- tot vierduizend toeschouwers gereden,” vertelt De Vries langs de baan in Alteveer, waar het NK kortebaan voor vrouwen werd verreden.

Boele de Vries streed zelf altijd om de eer. Winnen was voor hem het allerbelangrijkste en daarvoor ging hij tot het uiterste. Valse starts kwamen in die tijd nog veelvuldig voor. “Sommige mensen zeggen dat mijn record zo’n 20-25 is. En ik moet toegeven dat naar mijn idee die starters er ook eigenlijk voor niks stonden. Maar ze gaven mij de gelegenheid het zo te spelen.”

Gelukkig is Boele de Vries na z’n actieve carrière altijd betrokken gebleven bij de sport. Als echte schaatsliefhebber heeft hij de rol van vrijwilliger op zich genomen en tot op de dag van vandaag staat hij nog wekelijks op het ijs om schaatstraining te geven. Als waardering voor al zijn werkzaamheden als vrijwilliger is De Vries inmiddels ook Lid van Verdienste van Schaatsvereniging De Scheuvelloper uit Assen. 

Tot wanneer heeft u meegedaan aan kortebaanwedstrijden?
“Ik ben begonnen in de tijd (red. 50-er jaren) van Sjoerd Zeldenthuis, Klaas Poepjes, Nan Rotgans en noem maar op. Daarna heb ik gereden tegen Geert Regts, Eppie Bleeker, Piet de Boer, Lieuwe de Boer en zelfs nog tegen Arjen Dijkstra, Jan Ykema en Geert Kuiper. Mijn laatste wedstrijd was in februari 1979 in Stiens, toen was ik vijftig en eindigde ik nog als 10e. In oktober van dat jaar brak ik mijn been en was het gebeurd. 

Wat was uw specialiteit?
“Ik was eigenlijk altijd wel vrij vlot met de start en wist dan met steeds langere streken snelheid te maken. Gerard Maarse zei wel eens: ‘Jij gaat in het begin zo hard dat we halfweg al niet meer bij je kunnen komen, omdat we te ver achterliggen.’ Je maakt natuurlijk ook vanuit de start je snelheid.” 

Tegenwoordig is de kortebaan minder populair, maar wordt het vuurtje van weleer dankzij het natuurijs weer aangewakkerd.
“Schaatsen blijft altijd bestaan, maar dit soort winters moeten blijven komen om ook de jeugd in aanraking te laten komen met kortebaanwedstrijden. En waarom zou het niet weer zo kunnen worden als in mijn tijd? Alles is een cirkel. In mijn tijd draaide alles om de kortebaan en pas daarna kwam de langebaan met mannen als Kees Broekman, Wim van de Voort en Jeen van den Berg.” 

Waarom bent u vrijwilligerswerk gaan doen?
“Ik denk dat het in me zit. Ik vind het mooi om mensen te leiden en te binden. Om er alles aan te doen om er liefhebbers van te maken. Mensen motiveren en nooit afkraken. Ik heb op schaatstraining ook nog nooit een slechte pupil gehad, wel eens een minder goeie. Ik vond het mooi wanneer iemand vanuit de selectie hogerop ging, maar dan was het voor mij ook weer de uitdaging om ze er later toch weer bij te krijgen. Ik kijk niet alleen naar toppers, maar naar alles en iedereen.” 

Wat heeft u zoal aan vrijwilligerswerk gedaan?
“Och jee, ik was soms wel zeven dagen per week op de ijsbaan in Assen en dan was ik bezig met coaching, training en jureren. Daarnaast heb ik ook 30 jaar in de TC gezeten voor kortebaan, langebaan en marathon. Verder heb ik ook 13 jaar het jeugdschaatskamp tussen kerst en nieuwjaar gedaan. Dat was eerst Drents jeugdschaatskamp en later Nederlands. Voor zo’n 150 tot later 250 kinderen. Altijd met heel veel plezier, want anders had ik het niet gedaan. Ook nu geef ik nog elke woensdagmorgen les aan de 50-plussers. Daar ben ik begonnen met 40 mensen en 15-20 jaar later zaten we op zo’n 150.”

En u bent zelf ook nog altijd actief?
“Jazeker, ik kan niet stilzitten. Ik loop of fiets nog elke dag. Vooral zomers fiets ik graag. Een rondje Lauwersoog over Dokkum en Drachten of de Eemshaven even helemaal rond. Bij het ouder worden moet je geen sprint- of intervalwerk meer doen, maar duur kun je altijd blijven doen. Ik fiets nu meer dan dat ik in de auto rij. Het liefst 200km, maar het mooiste is nog meer.”

Dat is nogal wat.
“Het is misschien raar gezegd, maar ik ben eigenlijk nog nooit moe geweest. Ook die twee Elfstedentochten die ik gereden heb, vergeet ik nooit weer. In 1985 lag er allemaal water op het ijs, lekker glijden en ik ben niet gevallen. Prachtig mooi. Na de finish kwam ik Jappie van Dijk in Leeuwarden tegen en die zei: ‘Wat? Heb je alles uitgereden? Ik snap er niks van. De man van de 160m rijdt 200km.’ Maar ik heb onderweg alles gezien en meegemaakt.”

Hoelang gaat u nog door met uw vrijwilligerswerk?
“Ik hoop zolang mogelijk door te kunnen gaan, want ik vind het nog altijd machtig.”

Welke vrijwilliger wilt u graag terugzien in de 'Vrijwilliger van de Week', en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan