Lang nadat er een bijzondere Pool met Russische roots allerlei sportwetten doodleuk aan de kant gooide om een kwartiertje in de ochtend keihard rond te razen over het Thialf-ijs - dat bekronend met een nieuw baanrecord op de tien kilometer – gleed de veteraan van de World Cup behoedzaam naar de startstreep. Hij waagde zich aan dezelfde opdracht, maar niet met de bedoeling de bakens te verzetten zoals die onbevangen Oost-Europeaan. Nee, Friese Jorrit schaatste om over te houden, want bij hem dansten er geen olympische ringen voor de ogen.
Bergsma, die in februari (een week voor de start van de Winterspelen) veertig wordt, reed op zijn thuisbaan een degelijke 10.000 meter, waarbij hij misschien wel een denkbeeldige rode lijn probeerde te volgen. Die fictieve streep is zijn leidraad van zijn winterprogrammering. Door die goed in de gaten te houden en er niet te ver van af te wijken, zou hij eind deze maand een plaats in de équipe van TeamNL moeten kunnen veiligstellen, en daarmee de reis naar Noord-Italië. Het moge duidelijk zijn: een veel gecompliceerder traject dan voor de Pool Vladimir Semirunniy, omdat de goede hardrijders in Nederland nou eenmaal over elkaar heen buitelen en daarom de wedloop tussen al die klasbakken meer vraagt dan een keer onbedaarlijk snel in de rondte te rijden.
Maar goed, Bergsma bevestigde in tijd (12.45,46) wat hij aan zijn lichaam voelde. “Ik ben blij dat ik het heb kunnen laten zien, door bij mezelf te blijven. Kortom, het gaat volgens het plan, ook na een weekje op de fiets onder de Spaanse zon”, oordeelde hij in de lange tunnel onder de ijsbaan waarop op dat moment de ene na de andere ‘exoot’ uit een kleiner schaatsland beter presteerde dan hij. “Ach”, reageerde hij daarop, “we moeten steeds keuzes maken. Voor de reis naar de World Cups in Salt Lake City en Calgary vlogen we laat in; geen ideale route om daar had te gaan. Waarom? Om het vizier op eind december te kunnen houden, dan moeten we er staan op het Olympisch Kwalificatietoernooi.”
Hij verkeerde de voorbije weken niet in topvorm, omdat dat niet nodig of gewenst was. “Ik mag niet uitgepierd raken, want dan schiet ik mezelf in de voet. Wat ik nu doe, is de wedstrijden zo goed mogelijk doorkomen, mijn werk doen voor de Nederlandse ploeg die startplekken moet verdienen. Daar ben ik niet zo bewust mee bezig hoor, dat is meer iets voor de coaches of de KNSB om dat in de gaten te houden.” De manier waarop hij zijn rit indeelde, oogde verstandig en, om eerlijk te zijn, met overschot. Naar het einde toe liet Bergsma voortdurend lage 30’ers noteren. “Ik had energie over, merkte ik”, klonk het als een bekentenis. “Maar dit was het voor vandaag.”
Volgens schema van de ploeg, Team Albert Heijn Zaanlander, heet dat. “Daar vertrouw ik op. Wat Arjan en Jillert (Samplonius en Anema, red.) bedenken, in fysieke zin, voer ik uit. Ik moet verder zelf zorgen dat ik er mentaal klaar voor ben.” Zelfredzaamheid dus, een groot goed in de formatie. Jorrit kan er prima mee overweg. Optrekken met de jeugd – immers, iedereen om hem heen is járen jonger – doet hem vergeten dat-ie bijna de veertig jaar aantikt. “Ik denk niet steeds aan mijn leeftijd; het is beter elke training vol overgave te doen. Dat maakt me nog steeds beter.”
Of het goed genoeg is om de twintigers met een motor waar je U tegen zegt straks partij te bieden op de Spelen, weet hij niet. Is ook geen raadsel dat hem erg bezighoudt. “Het is juist mooi dat het niveau op de lange afstanden zo enorm hoog is. Dat is toch hartstikke gaaf voor de sport? Ik heb net getracht uit te leggen dat we bij ons in het team hopen onze piek later te beleven. Tegen die tijd is het de bedoeling dat ik tussen de mannen rijd die momenteel winnen omdat ze hun olympische plekken aan het veiligstellen zijn. Er is niets onmogelijk, mits alle puzzelstukjes in elkaar passen.”
Nader uiteengezet: “Bouwen zodat technisch en alles samenkomt”, aldus Bergsma, al dan niet bewust wat vaagjes zijn relaas over dit onderwerp beëindigend. Semirunniy kloppen, dat wordt de missie. Of Davide Ghiotto, Metodēj Jílek, Timothy Loubineaud dan wel Sander Eitrem. Ze stonden zaterdag allen boven de sympathieke noorderling in de uitslag. Geen nood. Jorrit keek liever naar die rode lijn. Meer zijn houvast.