De sprinter van Schaatsteam Reggeborgh Stefan Westenbroek (21) is na het seizoen meteen het vliegtuig ingestapt. “Van 13 tot en met 20 maart ben ik met Remo Slotegraaf acht dagen naar Dubai geweest. Daar hebben we een fantastische vakantie gehad: jetskiën, quad rijden, een mooie auto gehuurd en naar het Ferrari Park geweest. Supervet was het.”
Inmiddels is de winnaar van het World Cup Kwalificatietoernooi op de 500 meter weer drie weken thuis. “Ik ben vooral veel leuke dingen aan het doen, waar ik gedurende het seizoen minder aan toekom. Ik houd heel erg van padellen, tennissen en hardlopen. Ook heb ik veel gemountainbiket met mijn vriendin (Marrit Fledderus, red.).”
Toch blijft zo’n periode wennen. “Het is een beetje dubbel. Je hebt geen schema. Normaal staat er zowel in de ochtend als in de middag een training op het programma. Er zijn dagen dat je niet weet wat je moet doen. Ik ben iemand die moeilijk stilzit. Af en toe is dat wel lastig. Ik probeer een leuke planning voor mezelf te maken, zodat ik vrienden en familie wat meer kan zien in deze periode.”
Westenbroek kwam in oktober als een kanon uit de startblokken met zijn eerste 34’er op de 500 meter als resultaat. Een veelbelovend seizoen lag voor hem, totdat een teenblessure roet in het eten gooide. In deze vakantieperiode denkt hij hier het liefst niet over na. “Vooral de eerste week baalde ik. Ik krijg er vragen over van mensen en ik heb het er ook wel over met mijn ouders en vriendin. Schaatsen is mijn leven, maar het liefst praat ik daar nu zo weinig mogelijk over. Dat komt in mei wel weer.”
Toch blijft het lastig om de gedachtenstroom volledig uit te schakelen. Wanneer je tot rust komt, begint het juist. “Je bent dag in, dag uit bezig voor het schaatsen. Tijdens een maandje rust, is het logisch dat je er dan ook over nadenkt. Dat is niet erg. Het inbouwen van een rustperiode is belangrijk. Ik vind het vooral leuk om nu op andere manieren een beetje fit te blijven. Ik krijg nu alweer zin om met het team begin mei naar Mallorca op trainingskamp te gaan.”
De Ommenaar ligt ‘s avonds onrustig in z’n bed, wanneer hij op een dag niks heeft gedaan. Verder ervaart hij geen afkickverschijnselen. “Krachttraining probeer ik bij te houden. Als je hierin wat verliest, heb je dat minder snel terug. Je conditie daarentegen, is veel sneller weer op niveau.”
Losbandig wordt de 21-jarige sprinter in deze weken niet. “We hebben aan het eind van het seizoen wel wat leuke schaatsfeestjes gehad. Vroeger vond ik drank best lekker. Daar ben ik nu vanaf. Ik kan nog steeds genieten van een biertje of wijntje, maar losgaan in een club, heb ik op mijn zestiende genoeg gedaan”, klinkt het lachend.
Een pizza gaat er nu iets makkelijker in, maar het liefst houdt Westenbroek zich aan een gezonde maaltijd. “Ik ben nooit echt van de patat. Een frikandel vind ik af en toe wel lekker, maar in het winterseizoen mis ik het niet. Doe mij maar wat groentes of een heerlijke pasta. De weegschaal blijft redelijk gelijk, dus dat zit goed. Gedurende het wedstrijdseizoen neem ik vitamines en supplementen om tekorten aan te vullen. In deze periode ben ik ermee gestopt om mijn lijf weer een beetje te resetten; even niks en het lichaam z'n gang laten gaan.”
Valkuil
Sportpsychologe Wendy Roozendaal denkt dat de valkuil voor sporters kan zijn dat ze vooral te veel willen in deze rustmaand. “Het zijn maar vier weken. Over een heel jaar gezien, is dat vrij weinig. Als je het van deze periode moet hebben, dan gaan er bij mij al alarmbellen af. Rust is superbelangrijk, maar als je het gevoel hebt dat je allerlei dingen moet inhalen, dan is het geen rustmaand. De kunst is om even zonder agenda echt te voelen: waar heb ik vandaag behoefte aan?”
Het kan een maand zijn waar je met jezelf en met je eigen ongemak geconfronteerd wordt.
“Er zullen dagen tussen zitten dat je erg moe bent, nergens zin in hebt of juist heel hard wil trainen. Het is veel makkelijker om eraan toe te geven en bijvoorbeeld drie uur op de fiets jezelf leeg te rijden, dan thuis te blijven zitten en denken: ik weet niet goed wat ik moet doen. De ideale mentale training zou kunnen zijn dat je leert omgaan met dit ongemak, waar je het gehele seizoen weer van profiteert. Twijfels en onzekerheid, bijvoorbeeld over of je voldoende hebt getraind, heb je namelijk ook tijdens het seizoen.”
Roozendaal legt uit hoe je het best met de ongemakkelijke gevoelens kunt omgaan. “Wanneer je moet wennen aan de rust of afkickverschijnselen hebt, is het menselijk om te denken: dit klopt niet of dit is raar. Het is van belang hier niet veel van te vinden en er juist ruimte voor te maken. Bovendien is de grote valkuil te denken dat deze rustmaand alleen maar leuk moet zijn. Of dat je het gevoel hebt dat je je nuttig moet maken. Prop de maand niet vol. Het hele jaar moet er al genoeg. Probeer zoveel mogelijk te volgen wat je in het moment wilt doen. En vergeet vooral niet af en toe te 'niksen', dan herstel je het snelst.”
De Alkmaarse gaat verder: “Ik vind het belangrijk om aandacht te geven aan wat er ook kan zijn tijdens zo’n periode. Het is de kunst om bij jezelf te blijven en te staan voor je eigen waarden. Waar word jij gelukkig van? Ga niet op reis omdat je ziet dat iedereen dat doet. Blijf lekker jezelf. En als jij denkt: ‘Oh heerlijk, eindelijk gewoon eens een keer niet in het vliegtuig of de koffer pakken, maar gewoon in mijn eigen huis met mijn familie of gezin’, prima! En als dat vakantieoord wel op je wacht, ook perfect.”
Roozendaal benadrukt het belang van het weten van je eigen waarden. “Gedurende het seizoen is het goed om je hier bewust van te zijn. Als familie belangrijk voor je is of juist het avontuur aangaan, maak daar nu extra de tijd voor. Echter, deze waarden zouden het hele jaar door aandacht moeten krijgen. Het is één van de pijlers waar de motor van blijft draaien. Je wordt heel makkelijk geleefd en bij jezelf vandaan getrokken. In deze rustmaand heb je daar meer eigen keuzevrijheid in. Dat is heerlijk, maar dit kan en mag soms ook gewoon even onwennig zijn.”
Meer weten over het fysieke aspect van de rustmaand? Lees dan ook deel 1 van de rustmaand april: 'Rust roest'.
