De toeschouwers in Stavanger juichten luid toen ze zagen dat publiekslievelinge Ragne Wiklund kon versnellen op de 3.000 meter. Door halverwege haar rit de rondetijden naar beneden te brengen legde ze een basis voor haar zege. Ze finishte na 4.03,12 en versloeg daarmee olympisch kampioene Irene Schouten. De overwinning van Wiklund was een mooie opsteker voor het Noorse schaatsen, waar de sport in de verdrukking komt door de hoge energieprijzen.
De nummer twee van de 3.000 meter kon minder tevreden zijn over haar optreden. “Het was echt een slechte rit. Normaal gesproken bouw ik hem altijd af. Nu was ik aan het werken in plaats van aan het schaatsen. Technisch reed ik niet goed, waardoor er geen versnelling meer in zat. En dat terwijl ik me de hele week goed voelde, beter dan voor het World Cup Kwalificatietoernooi. Al vanaf 200 meter liep het niet lekker. Het is moeilijk om dan te schakelen,” aldus Irene Schouten.
“Het zware ijs was voor mij geen probleem. Voor mijn part rijden we een World Cup in Amsterdam (op de Jaap Edenbaan, waar ze een paar weken geleden nog een marathon won, red.). Dit was mijn belangrijkste afstand van het weekend. Zelfs als we de ploegenachtervolging en de mass start nog winnen, is mijn weekend niet geslaagd. Deze nederlaag zet mij wel op scherp. En er is nog geen man overboord. Natuurlijk baal ik, maar het is wat het is. Het gaat erom dat ik in maart hard rijd.”
Marijke Groenewoud eindigde bij haar eerste drie kilometer in de World Cup op een knappe vierde plaats (4.06,33), Joy Beune werd achtste (4.11,44) en Merel Conijn sloot haar debuut af als veertiende (4.17,14).
Jutta Leerdam heeft bewezen de 500 meter steeds beter onder de knie te krijgen. De schaatsster van Jumbo-Visma pakte zilver in 38,06, de eerste wereldbekermedaille voor de Westlandse op deze afstand. Ze bleef wel ver verwijderd van de winnende tijd. De Koreaanse Min-Sun Kim was de enige vrouw die onder de grens van 38 seconden kon blijven (37,55).
Leerdam is altijd kritisch op zichzelf, maar was positief na afloop van haar optreden bij de NOS. “Bij de opening ging het best oke en dacht ik kans te maken op de overwinning. Normaal heb ik nooit zoveel succes bij de eerste World Cups, dus ik ben blij dat ik goed begin dit jaar. Op de WK’s heb ik dan extra energie en focus, waardoor ik nog scherper ben. Vandaag wilde ik gelijk tonen dat ik snel ben. Het zit erin, dus zou zonde zijn om het niet te laten zien.”
Ondanks dat Leerdam goed reed, dacht ze dat er meer te halen was. “Pas een dag van tevoren stond ik hier op het ijs, het is dan moeilijk om coördinatief die switch te maken. Ik vind het lekker om er vroeg te zijn, maar de coaches maakte deze keus. Ik begreep het wel, omdat ze dit niet zien als hoofddoel.” Leerdam zal nu de focus verleggen naar de 1500 meter, die ze op zaterdag zal rijden.
De bronzen plak op de 500 meter was voor Miho Takagi (38,17), de pupil van Johan de Wit. Femke Kok reed geen goede rit en belandde daardoor op de twaalfde plek. Michelle de Jong (vijfde), Dione Voskamp (zevende) en Marrit Fleddeurs (negende) eindigden boven haar.
De volledige uitslagen en het programma voor zaterdag en zondag zijn te vinden op de kalenderpagina.
