Vanzelfsprekend werd Bloemen er kampioen mee. Van zijn tegenstander Jordan Belchos had hij geen last; hij kon er evenmin van profiteren, want de drie jaar jongere landgenoot was na twee ronden reeds gezien. Hij kwam uit op 13.02,75, ruim dertien seconden langzamer dan voormalig wereldrecordhouder Graeme Fish die in de eerste rit de 25 ronden alleen moest afwerken.
Waar Fish een zeer vlakke 10.000 meter reed – alle rondetijden tussen 30,9 en 30,2, en een eindtijd van 12.49,33 – koos Bloemen voor een gewaagdere tactiek. Vijftien ronden aan een stuk wist hij onder de dertig seconden te blijven, tot en met de 7600 meter reed hij zelfs onder het wereldrecord van Nils van der Poel. Toch kon hij die hoge snelheid niet vasthouden, getuige de rondetijden die vervolgens snel opliepen. De laatste vijf ronden bleef de klok steeds stil staan op 31 tellen en een beetje.
In de vijf kilometer voor vrouwen bleken slechts twee rijdsters geïnteresseerd. De pas 18-jarige Laura Hall nam het op tegen nationaal recordhoudster Isabelle Weidemann die bij deze gelegenheid een halve seconde onder haar topscore dook. In oktober 2019 reed ze 6.47,34, donderdag stond er 6.46,81 op het scorebord. Halls race eindigde in 7.22,61.