Tickets
Shop
Nieuws 12 nov 2021

Wat kan Nils van der Poel? ‘Moet mijn best doen, de rest bepaalt het lot'

Vrijdagmiddag kijkt menig schaatser bij de start van het wereldbekerseizoen met argusogen naar de concurrentie. Iedereen probeert nog een beetje verstoppertje te spelen en niet te veel prijs te geven over de vorm. Een schaatser is daar de afgelopen tijd meester in geweest: Nils van der Poel.

Foto : Neeke Smit

12 februari 2021: de laatste wedstrijd van het Zweedse fenomeen. De WK Afstanden sloot hij af met twee wereldtitels, een wereldrecord en een verpletterde concurrentie. Sindsdien was hij lang onzichtbaar. In eigen land bereidde hij zich voor op het nieuwe seizoen, al moest hij vanwege een blessure zijn geliefde hardloopsessies vaarwel zeggen. Nu deed hij zijn ellenlange trainingssessies op de fiets, tot soms wel 24 uur achter elkaar.

“Als professional moet je zoveel mogelijk trainen en je grenzen opzoeken”, vertelt Van der Poel. “Als je dat doet, ga je er soms overheen. Dan weet je dat je genoeg doet. Als je nooit te veel doet, doe je sowieso te weinig. Je lichaam doet altijd zeer en daar raak je gewend aan. Als je dan echt geblesseerd raakt, is het soms lastig te onderscheiden of het echt is, of dat het met een weekje rust over gaat. Ik heb dat verkeerd ingeschat.”

Foto : Neeke Smit

De blessure zorgde ervoor dat Van der Poel een andere opbouw richting het seizoen volgde dan andere schaatsers. Waar alle Nederlandse schaatsers zweren bij trainingswedstrijden, zat Van der Poel doodleuk op de tribune zijn concurrenten aan te moedigen. De nonchalante stayer heeft geen wedstrijden nodig, vindt hij. “Het is mijn overtuiging dat degene die het meest oefent op wat je moet doen in de wedstrijd wint”, stelt de Zweed. “Mijn trainingen lijken zo erg op de wedstrijden, dat ik ze niet nodig heb om te weten waar ik sta.”

“De Nederlanders schaatsen allemaal achter elkaar aan in een treintje. Dat is een fundamenteel verschil met een wedstrijd. Het positieve daarvan is dat je langer door kan gaan op hoge snelheid, het nadeel is dat je minder tijd spendeert aan datgene waar je goed in moet zijn: alleen schaatsen.”

Komend weekend zal de hele wereld kunnen zien hoe goed Van der Poel werkelijk is. Kan hij zijn kunstje van het afgelopen coronaseizoen herhalen? Zitten er opnieuw van die razendsnelle tijden op laaglandbanen in zijn benen? En de grootste vraag van alles: kan hij in februari in Beijing wederom de beste zijn?

Van der Poel is ervan overtuigd dat het hem kan lukken. “Sinds de WK Allround in Amsterdam weet ik wat ik moet doen om de beste te worden. Ik was het toen niet, maar ik wist wel hoe het moest.” De kennis is dus daar, nu de uitvoering nog.

Van der Poel en Tomas Gustafson, de laatste grote schaatskampioen die Zweden grootbracht | Foto : Neeke Smit

Zo op het oog kunnen die vragen Van der Poel eigenlijk niets schelen. Eerste of vierde, wereldrecord of de traagste tijd, het is hem om het even. De 25-jarige sporter benadert het schaatsen op een manier zoals haast niemand anders. Vraag hem naar zijn doelen en natuurlijk noemt hij de olympische gouden plak, maar meer dan dat gaat hem om plezier, het afzien en de reis naar die prestatie toe. Als je op het moment dat het moet het beste uit jezelf haalt, heb je eigenlijk al gewonnen.

“Ik realiseer me steeds meer dat je alleen maar je best kunt doen en dat het lot de rest bepaalt. De concurrentie, het weer en de Wet van Murphy spelen allemaal een rol. Je kunt jezelf nauwelijks iets verwijten. Vroeger gaf ik mezelf de schuld als ik mentaal niet goed voorbereid of gemotiveerd was. Tegenwoordig vertrouw ik op mezelf. Ik weet wat ik doe. Als ik eerder stop met een training, weet ik dat ik er straks wel sta. Het heeft geen zin om me te plaatsen voor de Spelen en dan volledig vermoeid daarheen te gaan.”


Deel dit artikel op
Gerelateerde artikelen
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan