Diep van binnen wist hij: aan deze tijd gaat niemand meer komen. Toch durfde Thomas Krol niet nog eens te vroeg te juichen. Een dag eerder waande hij zich al even wereldkampioen op de 1000 meter, maar twee minuten later zag zijn wereld er iets anders uit. Op de 1500 meter kwam zijn droom wél uit. Krol werd in Inzell voor het eerst in zijn carrière wereldkampioen. "Dit is ongelooflijk."
Krol snelde een dag na zijn zilveren plak op de 1000 meter naar een tijd van 1.42,58 en was daarmee ruim sneller dan het oude baanrecord van Denis Yuskov. De 26-jarige rijder van Team Jumbo-Visma had geleerd om de 1500 meter met lef te rijden en dat pakte ook in Inzell goed uit. "Het was alles of niets. Strandt het schip, dan heb ik het in ieder geval geprobeerd, maar ik heb altijd het vertrouwen gehad dat ik de inhoud heb om het tot het eind vol te houden. Wereldkampioen zijn klinkt ontzettend goed, maar ik moet het nog wel even laten bezinken."
Voor Krol was het zijn grootste succes uit zijn loopbaan. In 2016 pakte hij al eens WK-brons op de 1500 meter en in december vorig jaar zegevierde hij op indrukwekkende wijze bij de World Cup 1500 meter in Heerenveen. Een wake-up call noemde Krol die wedstrijd. "Het lukte me vaak net niet om te winnen. Er was altijd iemand beter, tot in Heerenveen. Toen besefte ik dat ik van iedereen kan winnen als ik doe wat ik moet doen."
Grote bek
De World Cup-overwinning in Heerenveen en de winst op het WK hebben Krol doen bevestigen dat zijn overstap van het toenmalige Team Plantina naar Team Jumbo-Visma de juiste was. "Ik merkte dat ik de afgelopen jaren stagneerde, werd vaak derde, vierde en vijfde. Ik wilde eens wat anders proberen en vond het tijd om voor mezelf te kiezen. De visie en aanpak van Jac (Orie, red.) in combinatie met de geweldige ploeg om me heen zijn voor mij perfect gebleken."
Niet alleen op sportief gebied zette Krol grote stappen voorwaarts, maar ook als persoon veranderde de Deventernaar. Als bescheiden jongen waren de eerste maanden bij zijn nieuwe ploeg dan ook heel erg wennen, met name omdat 'alfamannetjes' als Kjeld Nuis en Sven Kramer geregeld opmerkingen naar zijn hoofd slingerden. "Eerst kon ik er niet zoveel tegenin brengen, maar de laatste maanden heb ik geleerd om een grote bek terug te geven. Daar moesten ze wel om lachen", stelt Krol, die er ondertussen zelf ook wel de humor van inziet.
"Het heeft een aantal maanden gekost, maar ik heb mijn weg er nu in gevonden. Alleen daarom al was de overstap goed voor me zodat ik als persoon leer harder te worden." Of zijn ploeggenoten al iets van zich hebben laten horen? "Jazeker, Sven zwaaide al naar me en Kjeld en Antoinette gaven me een dikke knuffel." Vervolgens, glimlachend. "Nu zullen ze vast tegen me zeggen: nu je wereldkampioen bent, moet je tijdens het fietsen op kop rijden ook! Ach, ik ben er inmiddels aan gewend."
