In haar eigen land kan Brittany Bowe rustig over straat lopen zonder dat iemand iets van haar wil. In Nederland is dat wel anders. De tweevoudig wereldkampioene sprint is een beroemdheid en dat merkt ze. Vooral in Heerenveen. “Als ik naar een restaurant ga, komen er mensen naar me toe om hallo te zeggen of mij te feliciteren. Dat is leuk!”

Brittany Bowe is een fenomeen. Afgelopen jaar won ze veel. Heel veel. Zo won ze bij de WK afstanden drie medailles en prolongeerde haar titel bij de WK sprint. Bovendien sloot ze haar seizoen af met twee wereldbekerzeges (op de 1000 meter en 1500 meter). Daardoor mag Bowe zich de succesvolste schaatsster van het seizoen noemen. 

De in Florida geboren sprintster komt ‘minimaal twee keer per jaar’ in Nederland, de plek waar ze altijd met veel liefde naartoe reist. “Het is echt heel gaaf in Nederland. Ik voel alleen maar warmte van de mensen. Op de ijsbaan willen de Nederlanders natuurlijk dat er een Nederlander wint, maar ik denk dat elke sporter heel veel liefde van het publiek krijgt.”

Ze noemt Thialf met afstand haar lievelingsplek om te schaatsen. “Het is geweldig om elke keer in een uitverkocht Thialf te rijden. Ik won hier vorig jaar mijn eerste en tweede wereldtitel en dat was mijn meest memorabele moment uit mijn sportcarrière. Geen enkel ander land heeft zoveel met schaatsen als Nederland.”

Schaatsen in haar ‘eigen’ Salt Lake City, waar ze naartoe verhuisde om haar basketbalcarrière in te ruilen voor haar schaatscarrière, is volgens haar niet te vergelijken met de sfeer in Nederland. “Heerenveen is heel anders dan Salt Lake. Niet dat Salt Lake zo’n grote stad is, maar in Heerenveen kun je gewoon rustig met de fiets van de ene naar de andere kant van de stad.”

Aandacht

De 28-jarige Bowe valt bij het Nederlandse publiek in de smaak. Ze is een sociaal dier en maakt voor elke fan en journalist tijd. “Als ik naar een restaurant ga, komen er mensen speciaal naar me toe om hallo te zeggen of mij te feliciteren. Dat vind ik geweldig,” glundert de sprintster Team Stressless. “Het voelt altijd goed als je gewaardeerd wordt. Bovendien voel ik me vereerd als ik mensen blij kan maken met bepaalde dingen.”

Ze zou graag gewild hebben dat Amerikanen net zo veel aandacht gaven aan schaatsen als de Nederlanders. “Vooral als ik zie wat voor rijke traditie het hier heeft en hoe geweldig de fans zijn. Misschien dat het nu verandert als Universal Sports en de NBC onze competitie uit gaan zenden. Hopelijk gaan de mensen de sport dan spannend en leuk vinden.”

Ze vindt het volkomen logisch dat haar landgenoten zelden weten wie zij is. “Toen ik opgroeide in Florida wist ik ook niet wat schaatsen inhield. Dus als ik tegen mensen zeg dat ik een schaatsster ben uit Florida, moet ik altijd uitleggen wat iemand uit Florida op het ijs doet. Als ik zeg dat ik schaats, is de reactie van de mensen: ‘Lijkt dat op kunstschaatsen? Of op rolschaatsen?’ Ach, zo is het nou eenmaal. Ik vind het oké,” vervolgt Bowe.

“Als je in Amerika schaatsers zoekt, is het zoeken naar een speld in een hooiberg. Schaatsen is een heel kleine sport, weinig mensen weten wat de sport inhoudt. En tijdens de Winterspelen wordt er meer aandacht besteed aan skiën, snowboarden en ijshockey,” beweert de sprintster. Maar hoe kwam Bowe op het ijs terecht, vraag je je dan af.

Olympische droom

Het begon allemaal in 2010. Brittany stond op het punt om een volgende stap in haar basketbalcarrière te maken en professional te worden. Maar het liep anders. Bowe keek met een aantal teamgenoten naar de openingsceremonie van de Olympische Winterspelen in Vancouver. Ineens zag ze haar trainingsgenoten (Chad Hedrick en Heather Richardson) vanuit het inline-skaten.

En op dat moment begon haar olympische hart te kriebelen. “Ik zag hen om de medailles strijden en zelfs medailles pakken. Toen dacht ik: als zij dat kunnen, kan ik dat ook. Ik bedacht me geen moment en verliet Florida voor Salt Lake City om mijn olympische droom op het ijs te vervullen.” Die droom is in 2014 uitgekomen, al werd die droom een nachtmerrie voor Bowe. Ze wist geen enkele medaille te veroveren tijdens de Spelen in Sotsji.

Foto : Glenn Wassenbergh

Erkenning was – mede door de magere prestaties in Sotsji – ver te zoeken. Maar toch staan de Amerikanen in die periode helemaal achter de sporters. “Amerikanen zijn heel nationalistisch. Als ze weten dat jij een olympiër bent en de Amerikaanse vlag op je shirt draagt, dan houden ze van je. En als je het goed doet tijdens de Spelen, krijg je een beetje erkenning.”

Hoe ziet die erkenning er dan uit? Een telefoontje van president Barack Obama? “Ha, nee, die heeft mijn nummer niet. Maar na de Spelen zijn we wel met het hele Amerikaanse team bij hem en ‘The First Lady’ op bezoek geweest in het Witte Huis. Daar kregen we dan een soort rondleiding. Dat was echt heel gaaf!”

De Amerikaanse politiek volgt ze amper. Een standpunt innemen durft ze dan ook niet aan. “Ik heb er totaal geen verstand van. Sport is mijn werk en daar focus ik me op. Ik heb er veel voor opgeofferd. Ik woon dan weliswaar ver van mijn familie vandaan, maar ik krijg ontzettend veel steun van ze. Ik wil sowieso door blijven gaan tot 2018, want tijdens de Olympische Spelen wil ik minimaal één keer goud halen.”

Het typeert haar karakter. Ze is gedreven, wil in alles wat ze doet, de beste zijn. Want, zegt ze, zo zijn alle Amerikaanse sporters ingesteld. “Wij sporten, omdat we van de sport houden. We doen het niet voor de erkenning, niet voor de bekendheid en al helemaal niet voor het geld. Ik denk dat we daarom zo competitief zijn en altijd willen presteren.”

Manon Kamminga

“Manon kwam een jaar geleden in mijn leven en vanaf dat moment zijn we ook samen. Ik heb een heel speciale band met haar, ben erg gelukkig. Ik wil haar iedere dag gelukkig zien.

Helaas heeft zij het afgelopen jaar wat tegenslagen gekend. Ook in moeilijke tijden is ze er altijd voor mij geweest, dat is zo fijn.”