Ericsson was een grote naam in het Zweedse schaatsen. Hij was in 1955 de eerste Zweed die wereldkampioen allround werd. Dat toernooi werd in Moskou gehouden, in het hol van de leeuw. De Russen waren in de jaren '50 namelijk heer en meester in het schaatsen. Ericsson versloeg de kampioenen van de twee jaar daarvoor Oleg Goncharenko en Boris Shilkov. Desondanks was hij zeer geliefd bij het Russische publiek. 

Op de Olympische Spelen van 1956 won hij goud op de 10.000 meter en zilver op de 5000 meter. De prestatie van Ericsson beïnvloedde ook latere generaties. Acht jaar later won Ericssons landgenoot Jonny Nilsson op de Olympische Spelen van Innsbruck eveneens goud op de 10.000 meter. Nilsson was naar verluid een groot fan van Ericsson. In de jaren '50 en '60 wist Zweden diverse olympische medailles te behalen. Sinds de medailles van Tomas Gustafson in de jaren '80 wacht het land op nieuw succes.