Tot een paar rondes voor het einde leek Nederland goed op weg, maar aan het einde verspeelden de Nederlanders de koppositie. Freek van der Wart duwde Sjinkie Knegt aan voor de laatste beurt en hoopte er het beste van. “Ik reed heel hard naar hem toe en legde al mijn gewicht, kracht en snelheid in de laatste duw. Meer kan ik niet doen”, blikt hij terug.

“En dan hoop je dat Sjinkie iets uit de trukendoos pakt. Soms pakt het geweldig uit zoals op het WK en soms zit je zoals nu met een zuur gezicht.” Want Knegt had niets in zijn gereedschapskist om de achterstand te repareren. “Ik kon er weinig meer mee. Ik was de laatste twee rondes niet snel genoeg.”

Volgens coach Otter werd de relay verloren op details: een net iets te wijde bocht van Itzhak de Laat en later de alles-of-nietsactie van de Hongaren , maar Breeuwsma zag het net wat anders. 

“Ik denk dat we iets te voorzichtig begonnen”, zegt hij. “De Russen hadden twee sprinters in de ploeg die geen individueel toernooi reden. Als je die niet kapot rijdt dan kunnen ze nog veel te makkelijk mee.”

Wat ook de reden was, de kater was er niet minder om.. Zelfs Europees kampioen Knegt voelde die. “Ik denk dat mijn geheugen nog korter is dan dat van Jeroen.”