De Frillensee, een prachtig bergmeer, waar de schaatshistorie van Inzell ooit begonnen is.

Het begon allemaal op de Frillensee, net buiten Inzell. Die Frillensee, een prachtig meertje in de schaduw van de bergen, werd in de jaren vijftig ontdekt door schaatsers. Ze konden er heerlijk trainen en wedstrijden rijden. Je mag dan ook gerust stellen dat als die hardrijders de Frillensee niet hadden ontdekt, Inzell nooit naam had gemaakt in de schaatssport.

Na de Frillensee kwam de Zwingsee en vervolgens werd op 8 december 1965 de kunstijsbaan van Inzell geopend. Wat het op 690 meter hoogte gelegen 'Eisstadion' voor de ontwikkeling van het hardrijden op de schaats heeft betekend, is nauwelijks te overschatten.

De naar initiatiefnemer burgemeester Ludwig Schwabl vernoemde open ijsbaan was jarenlang de ideale trainingslocatie voor schaatsploegen uit de hele wereld. De gezonde lucht, de dorpse gezelligheid, de prachtige natuur: de hele schaatswereld kwam graag in Inzell.

Nederlandse schaatsers in actie op de Frillensee.

Ook de vele records die op de destijds hoogst gelegen Europese kunstijsbaan werden gereden, hebben bijgedragen aan de magische klank die Inzell snel verkreeg. Al bij de eerste recordwedstrijden in 1966 (destijds een nieuw fenomeen in de schaatssport!) verbeterde de Nederlander Ard Schenk in Inzell de wereldrecords op de 1500 en 3000 meter. Talloze records zouden volgen.

Het meest legendarische ISU-kampioenschap dat tot nu toe in Inzell werd gehouden, is wellicht het Europees kampioenschap voor heren in 1969, het eerste grote ISU-kampioenschap dat Inzell kreeg toegewezen. Het waren de hoogtijdagen van het Nederlandse 'Ard & Keessie-tijdperk', waarin de felle strijd tussen Noren en Nederlanders het hardrijden op de schaats in beide landen immens populair maakte.

Nadat Erhard Keller de 500 meter voor eigen publiek had gewonnen, verslechterde het weer tijdens de 5000 meter zo snel, dat vooral de Nederlandse favoriet Kees Verkerk daarvan het slachtoffer werd. Volstrekt kansloos begon hij aan de tweede dag van het toernooi. Eerst won Verkerk de 1500 meter met meer dan een seconde voorsprong op de titelkandidaten Ard Schenk, de Noor Dag Fornaess en de Zweed Göran Claeson.

Ondanks die winst gaf nog steeds niemand iets voor Verkerks kansen op de titel. Daarvoor zou hij nog altijd bijna 40 seconden goed moet maken op de nummer één na drie afstanden, Fornaess. Nadat de Noor op de afsluitende tien kilometer 15.27,5 had gereden, leek de titel dan ook helemaal veilig. Totdat Verkerk in de baan kwam.

Het jaar ervoor had de Noorse stayer Per-Willy Guttormsen in Inzell het wereldrecord onder ideale omstandigheden op 15.16,1 gezet. Voor Verkerk leek dat een mooie richtlijn. Maar de kasteleinszoon uit het Zuid-Hollandse Puttershoek ging zo voortvarend van start, dat hij na 7000 meter op een schema zat dat hem onder de 15 minuten kon brengen!

Eén van Nederlandse begeleiders maakte toen de fout door Verkerk toe te roepen dat hij alsnog voor de titel kon gaan. De in trance verkerende Verkerk begon opeens te rekenen, en raakte zijn ritme kwijt. Dat hij desondanks in 15.03,6 het wereldrecord verpulverde, zal door niemand vergeten worden die het destijds achter de tv of de radio, of zelf in het stadion heeft meegemaakt.

Het zou mooi zijn als deze week in de nieuwe Max Aicher Arena al een nieuw hoofdstuk aan de schaatshistorie van Inzell kan worden toegevoegd. Bob de Jong heeft zijn zinnen gezet op het tien kilometer-record van Sven Kramer. 12.41 is scherp, maar niemand had in 1969 verwacht dat Kees Verkerk 15.03,6 zou rijden…

Huub Snoep is hoofdredacteur van het magazine SchaatsSport