Als ijsdansers bewegen Sherim van Geffen (31) en Chelsea Verhaegh (24) zich in een relatief kleine discipline binnen het kunstschaatsen. Er zijn weinig Nederlandse paren, weinig faciliteiten en daardoor des te meer noodzaak om het heft in eigen handen te nemen. “Als we echt willen groeien, moeten we creatief zijn,” zegt Van Geffen. “We hebben geen nationaal programma of vaste trainingsstructuur. Alles wat we doen, bekostigen we zelf. Sinds anderhalf jaar trainen we in Dordrecht, waar we hulp krijgen van onze coach Maksym Nikitin qua planning. Gelukkig hoeven we hierin niet álles meer zelf te doen.”
Dat betekent dat elk zomerkamp niet alleen een sportieve investering is, maar ook een logistieke en financiële puzzel voor de meervoudig Nederlands kampioenen in het ijsdansen. “We geven veel les, werken in het weekend, zoeken sponsoren en hebben een crowdfundingcampagne lopen via GoFundMe,” vertelt Verhaegh. “Het is soms flink aanpoten, maar we doen het met liefde. We weten waarvoor we het doen.”
Op het moment van het interview bevinden Sherim en Chelsea zich op de ijsbaan in Dordrecht. De ochtendtraining zit erop, maar van rust is amper sprake. “Vanmiddag hebben we nog een showtraining,” vertelt Van Geffen. “In de tussentijd proberen we even bij te komen. Chelsea lag net op de bank te slapen en ik was bezig met muziek knippen voor onze nieuwe kür.”
Vanaf eind juni ruilt het duo de vertrouwde Nederlandse ijsvloer in voor die van Kaunas in Litouwen. Vijf weken lang staan daar kracht-, dans-, ijstrainingen en off-ice liften (danselement waarbij de een de ander optilt) op het programma. Het kamp wordt georganiseerd door hun coach, Maksym Nikitin, die samenwerkt met een internationaal team van trainers, onder wie coach Oleksandra Nazarova. “Het fijne is dat we met een vaste dansgroep een eigen hal hebben,” legt Verhaegh uit. “Dat betekent veel en gericht trainen, zonder afleiding.”
Het zomerkamp in Litouwen is een all-inclusive trainingspakket. “Je betaalt per week en krijgt daar coaching, ijstijd en off-ice trainingen. Het enige wat we zelf moeten regelen is onderdak en eten. Via Airbnb hebben we een appartement gevonden op zo’n drieënhalve kilometer van de ijsbaan. Hierdoor hebben we weinig reistijd. Dat scheelt veel tijd en energie.”
"Vergeleken met Nederland voelt het bijna als luxe. We leven thuis in een constante spagaat tussen trainen en geld verdienen. We moeten continu schakelen: eigen trainingen van zo’n twintig tot dertig uur in de week, lesgeven en reizen. Daarbij komt nog de administratie en de voorbereidingen. In Litouwen kunnen we ons volledig focussen en hoeven we even alleen maar sporter te zijn.”
De zomer is voor kunstrijders hét moment om te bouwen aan hun programma’s voor het nieuwe seizoen. Zo ook voor Verhaegh en Van Geffen. Dit jaar heeft de ISU het volgende thema voor de verplichte ritmische dans vastgesteld: de jaren negentig. “We wilden iets dat energie uitstraalt. We hebben videoclips bekeken, danslessen genomen in hiphop en popstijl en zijn bezig met lifts die bij de sfeer passen", vertelt Verhaegh. Van Geffen vult zijn danspartner aan: “Het is niet alleen een artistieke keuze, maar ook een uitdaging. Je moet de juiste toon vinden tussen show en techniek, tussen beweging en expressie."
"Onze vrije dans is nog in ontwikkeling en daardoor kunnen we ons thema nog niet bevestigen. De combinatie van vrijheid en regels maakt ijsdansen zo interessant,” zegt Verhaegh. “En soms ook frustrerend. Maar dat maakt de zomer juist belangrijk. Dan kun je experimenteren, fouten maken en nieuwe dingen proberen.”
Een belangrijk aspect van het kamp in Kaunas is de internationale samenstelling. Teams uit onder andere Spanje, Oostenrijk en Duitsland komen samen om te trainen. “Je leert enorm veel van anderen,” laat Van Geffen weten. “Iedereen heeft zijn eigen stijl, zijn eigen aanpak. Je ziet hoe anderen omgaan met moeilijke elementen en hoe coaches net andere accenten leggen.” Die kruisbestuiving is niet alleen leerzaam, maar ook motiverend. “Je zit met elkaar in hetzelfde ritme, leeft dezelfde dagen. Dat creëert een soort bubbel waarin alles draait om vooruitgang. Je krijgt feedback van mensen die je normaal niet ziet. Daarnaast biedt het kamp structuur, een doel en hernieuwde motivatie. Je zit even niet in de sleur van lesgeven en deadlines. Je herontdekt waarom je dit doet.”
Op 29 juni stapt het paar op het vliegtuig naar Litouwen. Op 2 augustus keren ze terug naar Nederland – hopelijk met een rugzak vol progressie, zelfvertrouwen en nieuwe plannen. “We willen sterker terugkomen,” zegt Van Geffen. “Met programma’s waar we trots op zijn, techniek die vooruitgaat en hopelijk ook inspiratie om het nieuwe seizoen fris in te gaan.” Verhaegh knikt: “We weten dat we misschien niet de makkelijkste weg hebben gekozen. Maar we geloven in wat we doen. En elke zomer die we investeren, brengt ons weer een stap dichter bij waar we willen zijn.”