Hij kan het ook niet helpen, zegt de jonge Fries na een paar minuten in gesprek bijna verontschuldigend over zijn bijzondere reis, maar hij wil alles weten van de sport waaraan hij pas twee jaar serieus verslingerd is geraakt. Regts, zoon van oud-schaatser Petra Grimbergen en zeilfanaat Henk Regts, is niet te stoppen. Hoe vaak zat hij afgelopen seizoen niet op de tribune in Thialf toe te kijken hoe de nationale toppers hun trainingen afwerkten, om vervolgens op de publieksuren tussen de krabbelende liehebbers zijn rondjes te rijden?
Het komt ook een beetje door de haast die hij heeft. Roel koos ooit, een jaar of negen geleden, na een clinic om te gaan ijshockeyen. Alle schaatsdisciplines zetten zich die dag in de etalage; hij viel als een blok voor de stoere outfit van de Flyers-boys (Heerenveense ijshockey club, red.) en hun snelle, explosieve sport. “IJshockey was toen zoveel leuker dan dat andere schaatsen. Daarom werd dat het. Nu ik inmiddels beter weet, heb ik best wat spijt dat ik niet eerder ben begonnen met schaatsen. Dan zou mijn juniorenperiode er heel anders uit hebben gezien.” Anders gezegd: Roel heeft tijd laten liggen. Toch ontkent hij niet ook ontzettend te hebben genoten van het ijshockey dat hem in zijn laatste seizoen zelfs een nationale titel heeft opgeleverd.
Op dat moment probeerde hij al tussen de bedrijven door te kijken wat hij kon op de langebaan. De wedstrijdjes bevielen, de animo voor het hockeyspel verflauwde en voor hij er erg in had, was de switch definitief. In december 2022 deed Regts mee aan een onbeduidende Supersprint-competitie in Heerenveen over 100 en 300 meter. “Ik reed 10,6 en mensen die dat zagen, vonden dat goed. Mij verbaasde het minder, want door het ijshockey waarin alles kort en snel moet zijn had ik een prima start.” Lang verhaal in het kort: Roel werd lid van HCH. Na een rustige aanloop (“Ik trainde een keer of twee per week”) kreeg hij eerst een stageplek bij Gewest Fryslân die kort erop werd ingeruild voor een vaste plaats.
Regts draait intussen mee als neo-senior tussen de sprinters van het gewest, met Gijs Esders als trainer. 37,12 op de 500 meter en 1.13,38 als beste tijd op de dubbele afstand zijn de toptijden. De 1.54,56 op de schaatsmijl is niet eens het vermelden waard. Lachend: “Dat klopt. Door het korte werk van het ijshockey ben ik nu een sprinter. Dit is pas de tweede zomer dat ik volledig meetrain met de selectie. Het zou best kunnen dat ik straks, wanneer de wedstrijden komen, veel beter voor de dag kom op de 1500 meter en mogelijk zelfs de vijf kilometer. Ik ben nog niet zo lang bezig.”
En daarom is de aanstaande stage in Amerika, onder leiding van een van ’s werelds beste schaatsers ooit, een meer dan welkome aanvulling. Een voor de hand liggende vraag: hoe krijgt iemand met nauwelijks een track record op de langebaan dat voor elkaar? Heel simpel. “Via mijn materiaalman, Brian Boelen. Hij is een vriend die me met mijn schaatsen helpt, en hij heeft contact met Shani. Een keer kwam mijn naam ter sprake, vertelde Brian, waarna ik informeerde of ik niet een paar vragen zou mogen stellen aan Davis.
"Mijn nieuwsgierigheid naar trainingsmethoden en dat soort zaken waren de reden. Niet dat ik een fan ben van Shani, ik ben van niemand fan. Hij is wel een schaatser tegen wie ik opkijk. Vervolgens ben ik dat zo een paar keer per week gaan doen. Van het een kwam het ander: Brian gaf me het nummer van Shani, ik zei begin dit jaar voor de grap dat ik training van hem wilde hebben, en binnen de kortste keren kreeg ik als antwoord dat ik kon langskomen. De bevestiging kwam ergens in maart van dit jaar.”
Vijf maanden later wordt een plannetje werkelijkheid. Om de gehele reis nog wat sprookjesachtiger te maken: Regts heeft onderdak gevonden bij Erin Jackson, olympisch kampioen op de 500 meter van Beijing. De landgenoot van Davis verhuurt kamers in haar appartement dat op 2,5 kilometer van de ijsbaan in Salt Lake ligt. “Da’s ook weer grappig. Ik ken een Nederlandse jongen, Luuk, die een connectie heeft in de VS die Jackson kent en mij haar telefoonnummer heeft gestuurd. Nou, ik belde haar en zei dat ik bij Shani mag trainen. ‘Ik heb een kamer voor je’, reageerde ze. Mooi toch? Zo ga ik in m’n eentje naar de andere kant van de wereld – zo ver ben ik nog nooit van huis geweest – en kan ik dadelijk schaatsen op het snelste ijs dat er is. Onvergetelijk wordt dat, denk ik.”
Wat-ie niet wil, is verwachtingen wekken. Met Davis samenwerken op een geweldige ijsbaan betekent niet automatisch dat Roel Regts volgende maand een jongeman is die zijn persoonlijke records aan flarden heeft geschaatst. Zo bescheiden wil hij wel blijven. 37,12 op de 500 meter, is dat in september een lage 36’er? “Nou, ik hoop toch wat sneller te zijn geweest”, reageert hij direct. Dan, ingetogener: “Ik beschouw mijn trip als een experiment. Ik mag een maand daar trainen, hoop Amerikaanse snufjes te ontdekken en veel op technisch vlak bij te leren. Als het goed is, hè, want ik heb werkelijk geen idee wat ik zal opsteken. Dat laat ik aan Shani over. De hele onderneming past in mijn streven zo goed mogelijk te worden. Daar heb ik veel voor over en probeer ik het maximale voor te doen.”
Het onbekende tegemoet. Wat Roel er ook wijzer van wordt, of beter als schaatser, d’r zullen vast veel leeftijdgenoten met soortgelijke dromen jaloers zijn op dit buitenkansje…