Michelle Velzeboer, Selma Poutsma, Zoë Deltrap, Diede van Oorschot en Bibi Arts hoeven geen stress te hebben. Meer kandidaten voor de World Tour schaatsen er momenteel nog niet echt niet rond, dat hebben de voorbije drie dagen duidelijk gemaakt. Wat in de regionale talententeams rijdt, steekt een enkele keer de neus aan het venster, maar van consequente, serieuze ‘bedreiging’ van de gevestigde orde is geen sprake. Nog een weekend flink door rossen, dan kunnen de koffers voor Montréal (9-12 en 16-19 oktober) worden gepakt.
Dat moet een geruststellende gedachte zijn voor Diede van Oorschot, Zoë Deltrap en Bibi Arts (in willekeurige volgorde), die al even met man en macht proberen aansluiting te krijgen bij de zussen Velzeboer en Selma Poutsma. Ze hebben de capaciteiten om door te groeien naar het niveau van de betere drie in de nationale selectie, maar dat kost tijd. Wat ze vrijdag, zaterdag en zondag lieten zien, stemde bondscoach Niels Kerstholt tevreden. Alle drie scoorden ze voldoendes, al werd Deltrap op de slotdag aan de kant gehouden wegens aanhoudende hoofdpijn, het gevolg van een schuiver de dag ervoor.
“Zoë is vooral op de training van een heel hoog niveau. In vergelijking met vorig seizoen is ze weer een stap dichterbij gekomen. Ze is sterker, in kracht vooruitgaan en dat leidt tot veel snelheid. Dat wil ze in wedstrijden demonstreren, maar op een of andere manier loopt dat er dikwijls een beetje achter aan. Ze wil nog weleens te gehaast rijden, wat ik het gedrag van een jonge hond noem. Meer rust en controle zijn gewenst, dan zet ze de volgende stap”, aldus Kerstholt.
“Dan moet ik wel kunnen rijden”, sputterde de 20-jarige Deltrap enigszins tegen. Ze sneuvelde zaterdag in de slotfase van de finale op de 1500 meter, stapte huilend van het ijs en werd ook nog getrakteerd op een penalty. Omdat ze bleef klagen over hoofdpijn, besloot de arts dat ze niet meer zou meedoen aan de 1000 meter. “Dat was balen”, zei de nummer drie van de 500 meter. “Wat ik me voor het weekend had voorgenomen, lukte allemaal wel. Wat ik in het verleden in de races aan kracht miste, heb ik door de trainingen kunnen wegwerken. Ik doe nu meer dan alleen volgen, en dat moet er dit seizoen toe leiden dat ik vaker in de finales beland van de grote toernooien. Nee, ik denk daarbij nog niet aan medailles. Ik moet wel realistisch blijven. Laat ik eerst veel finales rijden en ervaring opdoen, ook in tactisch opzicht.”
Diede van Oorschot (21) is aan het einde van de zomer meer een sputterende motor die op gang moet komen. Kerstholt: “Diede heeft het zwaar gehad. Zij moet het vooral hebben van hard werken, en wanneer je dat doet, raak je vermoeider. Dat zie je goed bij Diede, ook dit weekend. De time trials van vrijdag liepen wat moeilijk, maar toen het startschot klonk van de pack-style races schoot ze in een keer wakker. Ze gooide zich ertussen en slaagde er zo in op de 1000 meter Selma eraf te rijden. Dat is Diede, dat is haar vechtlust. Ik ben allang niet meer verbaasd: zo ken ik haar.”
“Daar was ik wel heel blij mee”, erkende Utrechtse, doelend op derde plaats in de finale. “Het vertelde iets over de manier waarop ik die afstand afwerkte. Ik wilde tactisch – met mijn eigen ideeën - goed rijden en vanaf de eerste rit daarop focussen. Daar slaagde ik in, en bovendien merkte ik dat ik tegen het einde nog wat energie overhad.” Een heerlijke constatering voor iemand die de opbouwperiode, met veel fietsen en andersoortige trainingen, minder makkelijk verteert dan andere meiden.
“Tja, dat is iets dat ik m’n hele leven al heb. Soms denk ik in de zomer waar ben ik mee bezig? Terwijl ik onderhand weet dat het gedurende de winter weer goed komt. Ik weet dat dit patroon bij me hoort, word er niet nerveus meer van, maar frustrerend is het wel. Gelukkig haalde ik dit weekend alle A-finales. Dat was mijn doel, dus kan ik zeggen dat ik mijn opdracht heb vervuld en met heel veel zin naar de Dutch Open van volgende week ga.”
Bibi Arts (20) niet minder. De nieuweling in TeamNL (ze mocht afgelopen winter wel mee voor een soort snuffelstage) past zich prima aan”, zo heeft de kopman van Oranje geconstateerd. “Dat is knap, want ze moet veel harder schaatsen dan ze gewend was. Daardoor zal de vermoeidheid meespelen. Desondanks blijft Bibi's hoofd boven water en hoeft er geen rem op wat trainingsvolume betreft. Ze heeft het soms zwaar, maar dat hoort bij topsport”, is de mening van Kerstholt. “Vergeet niet dat ze vrijdag in alle tijdritten veel sneller was dan verleden jaar. Weet je waarom? Omdat ze sterker is, meer inhoud heeft en een veel betere positie op het ijs heeft.”
Na die voor shorttrackers vervelende openingsdag met ritjes tegen de klok sprak de Brabantse zichzelf moed in. “Ik stond er lekker voor, vond ik. Fijn om zo te beginnen. Die tijdritjes zijn heel hard: als je slecht rijdt, dan is het direct duidelijk dat je niet goed bent. Nou, dat was bij mij niet aan de orde. Ik was drie keer veel beter dan verleden jaar.” Ze had nog een positieve aanvulling. “Ook in de pack-style presteerde ik goed. In de langste tijdrit werd ik vijfde, in de wedstrijd over 1500 meter tweede. Er gebeurde in de race van alles, maar ik zat steeds op de juiste plaats omdat ik een plan voor mezelf had bedacht. Joh, drie A-finales gereden. In m’n eerste jaar TeamNL. De zeslapper (ze bedoelde de tijdrit over zes ronden) reed ik een volle seconde sneller dan in januari van dit jaar. Dat is echt veel, en dat terwijl er slechts een zomer tussen zit. Ik word steeds beter, kan alle trainingen aardig aan. Het wordt allemaal gemakkelijker, ook omdat ik dit nu elke dag moet doen.”
Alle uitslagen van het weekend staan hier