Het was half september even schrikken tijdens de kwalificatiewedstrijden voor de World Tour. In het eerste weekend ging Deltrap onderuit. Geen harde klap, wel een waar ze twee weken last van hield. “Michelle (Velzeboer, red.) en ik vielen ongelukkig. Volgens mij kwam ze met haar knie tegen mijn achterhoofd. Door de adrenaline voelde ik weinig pijn, maar onze arts Karin Top zat er bovenop. Als ik iets voelde, moest ik het meteen aangeven. Met de warming-up had ik het gevoel dat ik er niet helemaal bij was. Alles om me heen vloog voorbij.”
Op aanraden van Top kwam Deltrap dat weekend niet in actie. Als het aan de twintigjarige shorttracker had gelegen, was ze wel gestart. “Ik had niet direct de ernst van de situatie in de gaten. Bovendien wilde ik me graag plaatsen voor de World Tour. Ik ben geen Xandra (Velzeboer, red.) of Michelle die zomaar wordt aangewezen. Ik moest het zelf laten zien.”
Ook het tweede kwalificatietoernooi, de Dutch Open Shorttrack, miste de Brabantse. “Het was een rare blessure, want ik voelde me niet slecht. Ik zag alleen wazig, maar kon toch prima trainen? Omdat rijden met een hersenschudding gevaarlijk is, mocht dat niet. Ik kon thuis ook weinig doen, want ik moest prikkels vermijden. Chillen op mijn telefoon of films kijken was er niet bij.” Gelukkig schoot haar vriend Jens van ’t Wout te hulp. “Hij had een haaknaald en een bolletje wol gekocht. Ik vond het leuk om te haken.”
Twee weken geleden mocht Deltrap weer het ijs op. Ook kreeg ze te horen dat ze mocht afreizen naar Montréal, de plek waar ze vorig jaar debuteerde op de World Tour. “Een fijne plek. De omgeving is leuk, met een park waar we de eerste dagen gezellig konden lunchen.”
In Canada komen verschillende keren de herinneringen aan vorig seizoen naar boven. “Omdat er meer mensen naar zo’n World Tour kijken dan naar de wedstrijden van de junioren, voelde ik veel spanning voor de eerste race. Ik had niet verwacht dat ik de anderen kon bijhouden. Ik zou wel zien waar ik zou stranden.” Op de 1500 meter kwam Deltrap via de herkansingen in de halve finales. “Met die eerste World Tour was ik heel tevreden.”
Daarna ging het hard. Door afwezigheid van Selma Poutsma, Angel Daleman en Suzanne Schulting werd Deltrap een vaste waarde in het relayteam. De Nederlandse vrouwen wonnen de laatste twee World Tours en pakten brons op het WK. Individueel werd ook vooruitgang geboekt: Deltrap haalde de WK-finale op de 1500 meter. “Veel teamgenoten en stafleden kwamen naar me toe en zeiden hoe bijzonder die prestatie was. Ze gaven me mee ervan te genieten. Bizar hoe goed het ging aan het eind van de winter. Ik had niet verwacht zulke grote sprongen te maken.”
Deltrap denkt dat ze die groei mede te danken heeft aan haar rugblessure. Lange tijd tobde ze met een hernia, waardoor ze vorige zomer niet voluit kon trainen. “In het voorseizoen kon ik niet alles meedoen. Het was daarom logisch dat ik gedurende het seizoen steeds beter werd. Bovendien werkte het misschien zelfs in mijn voordeel, omdat de anderen vermoeider waren dan ik.” Doet ze zichzelf daarmee niet tekort? “Ik zeg vaak dat ik geluk heb gehad. Soms heb ik de bevestiging van anderen nodig dat ik het aan mezelf te danken heb.”
Een klein beetje geluk heeft ze wel gehad, omdat ze profiteerde van de kleine Nederlandse selectie en daardoor elk weekend individueel in actie mocht komen. Ook deze World Tour start ze op een individueel nummer: vrijdag rijdt ze de voorronde van de 1500 meter. “Dit jaar zijn de World Tours plaatsingswedstrijden voor Milaan, waardoor er meer vanaf hangt dan alleen mijn eigen prestaties. Als klein meisje zei ik al dat ik mee wilde doen aan de Spelen. Vier jaar geleden dacht ik nog dat 2026 te vroeg zou komen, dat ik pas kansen had in 2030. Maar ik probeer er nog niet te veel mee bezig te zijn, want dat kan me in de weg zitten.”
Doordat Deltrap in de zomer optimaal haar krachttraining heeft kunnen doen – ‘vorig jaar werkte ik met gewichten van dertig kilo, dat kun je geen eens krachttraining noemen’ – heeft ze meer kracht op het ijs. “Ik rijd harder en ben sterker geworden. Nu moet ik meer wedstrijden schaatsen en vertrouwen in mezelf krijgen. Je kunt wel heel sterk zijn, maar een rijder als Arianna Fontana schaatst al sinds 2005 World Cups – zolang als ik besta – en heeft een grote voorsprong op mij. Soms is ze niet eens de beste, maar ervaring is zo belangrijk in het shorttrack.”
Op de eerste kwalificatiedag van de World Tour is TeamNL voor zowel de mixed relay als de vrouwenrelay gekwalificeerd voor de halve finale. Ook Jens van 't Wout (500 en 1500 meter), Xandra en Michelle Velzeboer (beiden 1000 meter) en Itzhak de Laat (1500 meter) haalden het hoofdprogramma. Melle van 't Wout, Kay Huisman (beiden 500 meter) en Diede van Oorschot (1000 meter) waren aangewezen op de herkansingen. Alle drie overleefden de eerste ronde en vervolgen zaterdagochtend hun weg richting het hoofdtoernooi. Voor Daan Kos wacht dan de herkansing van de 1500 meter.