Na een zware periode door de ziekte van Pfeiffer is er deze week een kleine mijlpaal voor Fleur Veen: de eerste krachttraining sinds januari staat op het programma. Ze kijkt er met gemengde gevoelens naar. “Dat ik een krachttraining mag doen, is het beste nieuws dat ik in de afgelopen maanden heb gekregen, maar ik weet ook dat er een heel lange weg te gaan is. Ik ken mezelf en weet dat ik er gelijk weer helemaal voor wil gaan, maar dat moet ik niet doen. Ik moet voorzichtig zijn. Daardoor ben ik zelfs bang om te veel te doen, maar als de sportarts zegt dat het kan, moet ik daarop vertrouwen.”
“Het voelt gek om weer gestructureerd te trainen”, vervolgt Veen. “De afgelopen weken mocht ik nauwelijks sporten, ik wandelde alleen. Dan ben je niet bezig met het volgen van een schema. Er is niemand die zegt dat je vier blokken van vijf minuten moet lopen. Nu komt dat weer langzaam terug.” Even omschakelen voor de 25-jarige inlineskatester. “Zo lang ben ik erop gefocust dat ik mezelf niet overbelastte - ik mag niet dit, ik mag niet dat - en straks kan dat allemaal. Dat voelt onwennig, maar zal snel weer normaal zijn.”
De Pfeiffer kwam bij Veen aan het licht na meerdere keelontstekingen in vier maanden tijd. “Eind december kreeg ik voor de vierde keer een keelontsteking en die ging niet weg, ook niet met antibiotica. Bij de sportarts liet ik mijn bloed testen en daaruit kwam dat ik Pfeiffer had. Sindsdien heb ik niet meer kunnen of mogen trainen. In januari werden mijn amandelen verwijderd, wat in combinatie met Pfeiffer ervoor zorgt dat ik al maanden aan het herstellen ben. Het stapelt zich op.”
Een onzekere tijd voor Veen. “In eerste instantie weet je niet hoe erg het is. Zeker in het begin leek het de goede kant op te gaan. Ik was niet heel moe. Omdat ik best veel kon, dacht de sportarts dat het mee zou kunnen vallen en zelf had ik niet het idee dat de zomer verloren was. Ik had nog twee maanden tot het seizoen en probeerde positief te blijven. Als ik de eerste wedstrijden wat minder zou zijn, was dat niet zo erg. Alleen het verwijderen van mijn amandelen viel me zwaar. Dat was de pijnlijkste operatie die ik ooit heb gehad. Mijn leverwaardes waren verbeterd voor de ingreep, daarna holden ze weer achteruit. Ik had veel pijn en weinig energie, dat was echt het dieptepunt.”
“Hoe langer het herstel duurde, hoe meer ik een streep moest zetten door mijn doelen. Dat moet je gewoon accepteren, net zoals het feit dat je niet weet hoe het loopt. Het lijkt nu de goede kant op te gaan, maar ik ben er inmiddels zo lang uit geweest, dat ik veel moet opbouwen. Twee, drie maanden heb ik niet kunnen trainen. Waar ik straks sta en hoe lang ik nodig heb om op een bepaald niveau te komen, geen idee. Je moet het helemaal loslaten. Op een gegeven moment moet je niet meer denken aan hoeveel weken je niks hebt gedaan, daar word je niet vrolijker van. In het begin was ik er wel veel mee bezig. Normaal gesproken heb ik maximaal twee weken rust achter elkaar. Niet meer dan dat, het is heel gek om zo lang niks te doen. Dat ben ik niet gewend.”