Bij de dames reden Jorien ter Mors en Annita van Doorn naar de beste klasseringen in de wereldbeker (binnen de top acht). Ter Mors sprintte in Saguenay naar de vijfde plaats, Van Doorn eindigde één plaats lager en werd zesde. Ook Sanne van Kerkhof voldeed aan de selectie-eisen. Zij reed naar een zevende plaats in Shanghai op de 500 meter.
Bij de mannen werd door drie shorttrackers aan de gestelde norm voldaan. Daan Breeuwsma (derde 500 meter, Shanghai), Sjinkie Knegt (vierde 1500 meter, Salt Lake City), Niels Kerstholt (zesde 1000 meter, Shanghai).
Voor de Europese kampioenschappen van 27 tot en met 29 januari in Mlada Boleslav heeft Nederland bij de vrouwen twee startbewijzen, bij de mannen mogen drie Nederlanders aan de start verschijnen.
Voorgeselecteerde rijders dienen in een klassement over de timetrials op 6 januari en de Nederlandse kampioenschappen (7 en 8 januari) vormbehoud te tonen door in de eindrangschikking in de top twee (dames) of top drie (heren) te eindigen. Deze regels zijn onder voorbehoud. Bij calamiteiten kan er van worden afgeweken.
Voor de wereldkampioenschappen junioren heeft Christiaan Bökkerink voldaan aan de eis voor voorselectie van de KNSB (klassering bij eerste 16 wereldbeker). Bökkerink eindigde in Shanghai als twaalfde op de 1000 meter.