Wat goed is, trekt in een oogverblindende spurt naar de top. Dat doet deze net twintigjarige schicht uit Culemborg dus, de feiten spreken voor zich. 2018: Talent van het Jaar. Debutant in de World Cup, een jaar later. Tijdens dat vermaledijde coronaseizoen 2020 koningin op de WK junioren (twee keer goud), en op de twee grote toernooien van dit jaar (EK en WK) nam ze in totaal vier medailles mee.

“Ja”, zei ze in een interview na een van de laatste trainingen voor het vertrek naar Azië waar de ratrace in de World Cup om de tickets voor de Winterspelen begint, “ik probeer er wel bij stil te staan dat het allemaal zo goed gaat. Maar alles volgt elkaar zo snel op, dat het meer vooruitkijken blijft.” Topsporters eigen, zeker? Die gunnen zich zelden een moment van genieten, druk als ze zijn de volgende horde te monsteren.

Eerst vier dagen racen op de olympische piste in Beijing (“schitterende baan, met goed ijs”), dan ‘op transport’ met het voltallige, internationale peloton shorttrackers naar het Japanse Nagoya voor World Cup 2. Acht dagen van spanning en nervositeit: zie dan de kop er maar bij te houden. “Je moet die belangrijke wedstrijden ook wat proberen te relativeren en ervan te genieten, al zijn ze spannend. Verder ben ik erg nieuwsgierig naar wat de Japanse en Chinese vrouwen kunnen. Ik heb mooie resultaten behaald afgelopen seizoen, maar er deden toen geen rijdsters mee uit Azië. Met hen moet je nu ook afrekenen. Is anders dan we het laatste anderhalf jaar gewend waren.”

Dat zal even wennen zijn, voor het overige kan er weinig Velzeboer van de wijs brengen. Door het verschuiven van het leefritme in Nederland naar de tijdzone van China (zes uur later) is er geen probleem met een jetlag. Waar ze vooral aan vasthoudt, is het zelfvertrouwen dat ze heeft gekregen door de rimpelloze promotie van junior tot senior, nog eens benadrukt, dankzij de voortreffelijke uitslagen op het hoogste niveau.

Foto: Soenar Chamid

Xandra vindt dat tegelijkertijd grappig, constaterend dat ze als jong meisje vol bewondering kon toekijken hoe Arianna Fontana in de weer was op het ijs, en dat ze met die Italiaanse (negen olympische medailles) nu zelf duelleert. “Zij was iemand van wie ik bij wijze van spreken een poster boven m’n bed had hangen.” Lachend: “Al kan ik me niet herinneren of dat inderdaad het geval was. Ik was van het handtekeningen verzamelen. Vooral van de Nederlandse equipe, hoor…”

Het lijdt geen twijfel dat ze binnenkort zelf de krabbels mag zetten in schoolschriftjes of kladbokjes van de jeugdige fans. In navolging van Suzanne Schulting en Sjinkie Knegt, de aanvoerders van de Nederlandse ploeg, stijgt Velzeboer snel in de populariteitspolls. Het zal haar niet veranderen; ze weet dat er veel werk wacht alvorens ze het predicaat wereldtopper krijgt opgeplakt. Dat traject is wel iets eenvoudiger door de aanwezigheid van de beste in haar soort.

“Sterker nog, doordat ik dagelijks met Suzanne train heb ik een groot voordeel. Het helpt enorm. Op de momenten dat je je met haar kunt meten weet je direct dat je bij de besten in de sport in de buurt zit. Dat stimuleert me geweldig. Net als de prijzen die we Suus zien winnen: die wil je zelf ook. In de baan met haar maakt me nog fanatieker. Moedeloos word ik er niet van, wanneer ze de dingen zoveel makkelijker doet of van me wegrijdt. Ik leer door af te kijken. Maar je kunt niet alles afkijken. Ik schaats anders, onze techniek verschilt.”

Velzeboer lacht bij de vraag of er dan nog valkuilen opdoemen in de perfecte (trainings)omgeving. Voor de vrolijke flapuit laat het antwoord lang op zich wachten. “Ze zullen er vast zijn. Weet je, ik ga sowieso wel een keer in de fout. In onze sport is dat zo gebeurd. Shorttrack is net een mijnenveld, dat maakt het zo leuk. Door je zo goed mogelijk voor te bereiden, kun je veel problemen ontwijken of tacklen. Vooruitkijkend naar de World Cups heb ik ervoor gezorgd dat ik klaar ben voor de strijd.”