Sinds 1985 is de wereldbekercyclus vaste prik op de schaatskalender. De ISU voerde het klassement in om tegemoet te komen aan de wens van de schaatsers om vastigheid te creëren op de jaaragenda. Tot die tijd kende het seizoen weinig wedstrijden. De IJsselcup trapte het jaar af, een aantal internationale wedstrijden in december en dan de grote allroundtoernooien in januari en februari. Dat was het wel zo’n beetje. Om de onvrede van de schaatsers over het gebrek aan wedstrijden te sussen werd er in de jaren ’70 al geëxperimenteerd met diverse andere klassementen. De World Cups van de ISU wisten uiteindelijk als enige aan te slaan.

Sindsdien is de wereldbeker niet meer weg te denken, al is er sinds het begin genoeg aan de opzet veranderd. In eerste instantie waren er aparte World Cups voor mannen en vrouwen, of voor sprinters en allrounders. Later is dat opgeheven en zijn ook de teamonderdelen aan het programma toegevoegd. Wereldbekerwedstrijden zijn daarmee uitgegroeid tot volledige wedstrijdweekenden en het aantal is dan ook drastisch afgenomen. Waren het er vijftien jaar geleden nog acht of negen, tegenwoordig zijn het er doorgaans zes en dit jaar slechts vijf.

Nederlands succes
De World Cup heeft intussen een rijke geschiedenis opgebouwd en de statistieken spreken dan ook voor zich. Nederland is niet geheel verrassend het meest succesvolle land, al was dit bij de allereerste World Cup in het Noorse Trondheim zeker niet het geval. Leo Visser wist weliswaar de 5000 meter te winnen, daar bleef het verder ook bij qua medailles. In de eindklassementen van dat seizoen zijn de Nederlandse schaatsers niet bij de voorste te vinden. Een jaar later was Yvonne van Gennip de eerste die een eindzege pakte: op de 1500 meter en het combinatieklassement over 3000 en 5000 meter. De eerste man die dat deed was Gerard Kemkers nog twee jaar later.

Grote schaatsers als Gunda Niemann en Jeremy Wotherspoon hebben zich genesteld aan top van de rijtjes met meeste overwinningen en ook andere beroemdheden als Anni Friesinger, Martina Sablikova, Dan Jansen en Shani Davis toppen de ranglijsten. Sven Kramer en Ireen Wüst zijn, weinig verrassend, de beste Nederlanders. De twee schaatsgrootheden van de afgelopen twee decennia boekten respectievelijk 42 en 36 overwinningen. Kramer wist drie keer het klassement op de lange afstanden te winnen, Wüst deed dat driemaal op de 1500 meter.

Foto: Soenar Chamid

Opvolging
De Nederlanders hebben de afgelopen decennia uitstekend gescoord in de wereldbekers, al is de laatste jaren een tanende interesse te zien bij de nationale toppers. Wereldbekers overslaan is steeds gewoner geworden, omdat de commerciële schaatsteams zich via trainingen beter zouden kunnen voorbereiden op de belangrijke selectiewedstrijden in eigen land. Zelfs de 15.000 dollar die de ISU uitlooft voor de winnaar van een wereldbekerklassement is voor de echte toppers geen reden om zich een jaar lang in te zetten voor een goed klassement.

In Heerenveen kunnen we komend weekend echt wel goede races verwachten van de Nederlandse schaatsers. Door het massaal overslaan van de wedstrijd in Calgary in december zullen zij echter veelal niet aan de top van het klassement terug te vinden zijn. Op welke afstanden zijn de oranjehemden nog in de running? Irene Schouten lijkt nog een mooie bonus op te kunnen strijken. Door de afwezigheid van Isabelle Weidemann staat de West-Friese schaatsster er namelijk goed voor. Ook op de 1000 meter bij de mannen lijkt een Nederlandse eindwinnaar zeker. Of dat Thomas Krol of Kjeld Nuis gaat zijn, blijft alleen nog even spannend. Verder is het kijken naar de buitenlandse schaatsers. Erin Jackson, Brittany Bowe, Joey Mantia, Nils van der Poel en Bart Swings kunnen waarschijnlijk nog een mooie prijs pakken. Laurent Dubreuil heeft op de 500 meter grote concurrentie van de Japanners en Ivanie Blondin moet op de mass start Francesca Lollobrigida van zich afhouden.

De grootste strijd zal zich ontvouwen op de 1500 meter bij de vrouwen. Of Ireen Wüst als nummer zeven in de tussenstand zich nog naar boven weet te werken, is maar de vraag. Wel is zeker dat de strijd ongemeen spannend is. Ayana Sato leidt de dans met slechts vier punten voorsprong op Brittany Bowe. Nog slechts vier punten daarachter staat Miho Takagi. Wüst heeft 48 punten achterstand op Sato, maar met de bonuspunten die in Heerenveen te verdienen zijn, zou een overwinning in de World Cup wel nog een mooie kroon zijn op haar carrière. 

Meer over de World Cup finale in Heerenveen vind je hier.