“Door de knieën..., beweeg je heupen van links naar rechts..., voel die balans..., nu met de ogen dicht..., tik met je voet de grond voor je aan..., in slow-motion..., schouders horizontaal..., en houd druk op je hakken!” In een hoekje van ijsbaan De Vechtsebanen oefenen twintig schaatstrainers op het droge, voordat ze zelf het ijs op gaan om dezelfde kunstjes op schaatsen uit te voeren. Hun trainer van vanavond is Jan Coopmans, oud-bondscoach, die een opfrisles in de schaatstechniek geeft. “Krijgen we al een beetje spierpijn?”

Coopmans is sinds 2022 trainer bij het KNSB Talent Team Midden Oost, waar hij de kampioenen van de toekomst probeert te smeden. Dat gebeurt bij nog vier KTT’s, verspreid over het land. Wat de trainers van deze Talent Teams de laatste jaren steeds meer zien, baart de KNSB zorgen: kinderen komen vaak binnen met flinke haperingen in hun beheersing van de schaatstechniek.

“Voorbeelden? Ze zetten hun voet niet goed weg, komen niet met de heup boven de glijschaats of hangen naar voren...”, zegt Coopmans. “Mijn haren gaan ervan overeind staan. Het is ook niet zo gek: kinderen bewegen steeds minder, worden met de auto naar school gebracht of gaan met de fatbike. Dat leidt tot een mindere motoriek, wat het extra moeilijk maakt om ingewikkelde schaatstechniek onder de knie te krijgen.”

Wat hij vertelt, sluit naadloos aan bij de noodkreten van topcoach Jac Orie over beweegarmoede onder de jeugd. Ook de trainers van andere KNSB Talent Teams worstelen met de vraag: hoe kunnen we er nu voor zorgen dat onze 250 schaats- en skateverenigingen voldoende talenten afleveren die de schaatstechniek al wél voldoende beheersen om door te groeien naar de top?

“Aan de andere kant weten wij dat techniek ook een hot topic is bij trainers van die verenigingen. Daar willen zij juist meer over leren”, vertelt Marieke Jonker, coördinator Opleidingen bij de KNSB. Eén en één werd twee: deze winter kunnen clubtrainers deelnemen aan vijf techniek-workshops, gegeven door hun collega’s van de KNSB Talent Teams. Jonker: “De belangstelling is enorm.”

Jan Coopmans geeft in Utrecht workshop schaatstechniek aan clubtrainers.
"Voel die balans... nu met de ogen dicht... tik met je voet de grond aan." | Foto: Carl Mureau

Vanavond zijn op de Vechtsebanen 22 trainers aanwezig, afkomstig van tien verschillende verenigingen. Zij geven bij hun clubs training aan uiteenlopende groepen: van de jongste jeugd die aan de basis begint, tot en met masters van 75+ die nog meedoen aan NK’s en WK’s. Wat alle schaatsers gemeen hebben, is dat ze altijd kunnen blijven schaven aan hun techniek. Daarom kun je de basis van die schaatsbeweging maar beter als kind meteen goed aanleren...

“Als tijdens een wedstrijd de zuurstof uit je benen wegvloeit, trekt ie ook uit je hersenen”, vertelt Coopmans bij zijn introductie. “En als die hersenen niet meer goed werken, vallen je benen terug in een bewegingspatroon dat je van jongs af hebt geleerd. Dus om ellende te voorkomen, kun je maar beter zorgen dat jonge kinderen de schaatstechniek meteen goed onder de knie krijgen. Het is belangrijk om hen de essentiële oefeningen te laten doen. Daar ga ik jullie bij helpen.”

Als jong ventje was Coopmans eerst zelf wat ‘aan het pielen’ op kunstschaatsen, een bijna-raak cadeau van Sinterklaas, waarmee hij oefende op een bevroren visvijver. Met geleende noren van zijn buurman ging hij daarna hardschaatsen op de kunstijsbaan in Grefrath. Opgeleid door mensen als Henk Gemser werd Coopmans later schaatstrainer in Duitsland, tot hij in 2019 naar Nederland terugkeerde als bondscoach.

“In Grefrath mocht ik kinderen van twaalf leren schaatsen en tien jaar later konden we samen naar de Olympische Spelen. Dat is het mooiste wat er is. In die tijd kwam ik erachter dat het pielen op die visvijver precies het juiste was geweest om schaatsen te leren. Alles draait om schaatsgevoel en coördinatie.”

De voormalig bondscoach is een vat vol schaatskennis. Als hij begint te praten, dreigt Coopmans de tijd te vergeten. Daarom staat zijn assistent-coach Luca van Dijk met de stopwatch naast hem. Die rol vertolkt hij ook als we vanuit het klaslokaal afdalen naar de rand van de ijsbaan, voor de oefeningen op het droge, die ze daarna ook schaatsend mogen uitvoeren. Feedback krijgen de cursisten van achter de boarding, waar Coopmans benadrukt dat schaatsen slechts draait om drie dingen: “Allereerst moet je afzet goed zijn, punt twee is de afzet en op de derde plaats komt de afzet!”

Jan Coopmans geeft in Utrecht workshop schaatstechniek aan clubtrainers.
Vanachter de boarding ondersteunt Coopmans de trainers die oefenen op het ijs. | Foto: Carl Mureau

Als iedereen ook op het ijs alle exercities heeft uitgeoefend, volgt de klassikale afsluiting. Coopmans toont foto’s ter ondersteuning van zijn boodschap. Het is een verhaal over natuurkunde, hefbomen, heup boven de afzetschaats, Jordan Stolz, horizontale schouders, Femke Kok, puntknieën, de ideale hoofdstand (‘kijk door je wenkbrauwen’), schaatsplanken, bilspieren, de effectiefste afzet en... Bob de Jong.

Met olympisch kampioen De Jong werkte Coopmans enkele jaren in Berlijn. “Of we nou gingen fietsen, krachten of springen, was Bob eigenlijk nergens de beste in. Maar stapten we het ijs op, dan vielen alle puzzelstukjes in elkaar. Hij schaatste het best van allemaal, had een perfecte techniek. Als je maar twee procent effectiever bent dan de rest, heb je al zo veel voordeel!”

Met die techniek gaan de clubtrainers weer druk aan de slag. Ze hebben uit de mond van Coopmans misschien niet eens zo veel nieuws gehoord, het was wel goed om even een spiegel voorgehouden te krijgen en zelf aan den lijve te voelen hoe je die techniek erin kunt slijpen. Coopmans’ laatste adviezen: “Vertel op het ijs hoe het moet, hier op de baan moet het gebeuren.” En: “Verkeerde oefeningen bestaan niet, als je maar kunt uitleggen waaróm je iets doet.” Hij sluit af met twee vragen, zoals hij ook elke training afrondt: “Hebben jullie een beetje plezier gehad? En heb je wat geleerd?”

Het antwoord vanuit de groep is twee keer bevestigend. ‘Zeer leerzaam’, vond Ilse Snoek-Hoogland, trainster bij de Amersfoortse IJsvereniging, de workshop. “De oefeningen van vanavond kennen we natuurlijk, maar Jan maakt ons er weer even bewust van waaróm we ze precies doen. Juist het trainen van die coördinatie is heel effectief, zeker bij jonge kinderen. Zo doen we het ook bij onze vereniging: werken vanuit de basis, kinderen vaardig maken op de schaats, en dat met een heleboel lol.”

Ze ziet meerwaarde in het uitwisselen van kennis. “Samen weten we meer.” Om die reden kijkt ook David Vergouw, trainer van Schaats- en Inlinevereniging Zeist, tevreden op de avond terug. Al waren de oefeningen gesneden koek, het gesprek erover was leerzaam. “Hoe leer je kinderen spelenderwijs om vrij te worden op de schaats? Dat heb ik zojuist wel geleerd: je kunt pas echt met je schaatsers verder als ze die bewegingsvrijheid hebben. Op dit vlak wordt nu van trainers meer gevraagd dan vroeger."

Nog vijf workshops deze winter, ook bijscholing in shorttrack

Clubtrainers volgen in Utrecht workshop schaatstechniek bij Jan Coopmans
Aan de oefeningen doen ook enkele rijders van KNSB Talent Team Midden Oost mee. | Foto: Carl Mureau

De KNSB verzorgt niet alleen techniek-bijscholingen voor clubtrainers in het langebaanschaatsen, maar doet dit ook voor shorttrack. Daar zien trainers van de KNSB Talent Teams eveneens dat jonge rijders vaak nog te veel moeten bijschaven aan hun schaatstechniek.

De reeks workshops van KTT-trainers begon zelfs met shorttrack. Op 22 november werden in Thialf vijftien clubtrainers bijgeschoold door KTT-collega's Koen Hakkenberg, Niels Loos en Ingmar van Riel. Deze sessie krijgt nog een vervolg.

Voor de langebaantrainers staan deze winter sowieso nog vijf workshops op het programma. Hieronder vind je waar en wanneer die plaatsvinden. Aanmelden kan steeds via de link.

8 januari in Enschede | olv Jan Coopmans (KNSB Talent Team Midden Oost).
20 januari in Den Haag | Nynke de Jong (KTT Zuidwest).
26 januari in Breda | Milan Kocken (KTT Zuid).
28 januari in Heerenveen (vol) | Ingo Bos (KTT Noord).
5 februari in Utrecht | Jan Coopmans (KTT Midden Oost).